Voeding en evolutionary medicine Flashcards

1
Q

Statusmarkers

A

Zeggen niks over intake, alleen over conc en circulatie in weefsels (bijv Na, Mg, en thiamine)

Natirum is wel strikt gereguleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Biomarkers

A

In 24hrs urine; zijn unbiased. Is wel lastig te meten; moeilijk uit te voeren; slecht handelbaar en risico op lekken urine uit bokaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Markers waarvoor inname gelijk is aan excretie

A

Natirum (zoutinname), ureum (eiwitinname) en jodium (jodiuminname)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Markers waarvoro inname niet gelijk is aan excretie

A

kalium, magnesium en cotinine.
20% van magnesium wordt opgenomen ein darmen en uitgescheiden via urine
70% kalium opgenomen indarmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Goedkoop alternatief voor dure methoden

A

Sarcropenia kan bijv. bekeken worden via MRI, CT of DEXA.
Kan ook via creatinine metingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Inverse relatie

A

berschermde functie marker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Nierproblemen

A

10% vd populatie
Voornamelijk in DM, hartproblemen, kankerpatienten en ouderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Effect nierproblemen op nutritional homeostatic capacity

A

Wordt kleiner bij mensen met nier problemen; je zit al snel over ‘gezonde’ waardes heen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Transplantlines

A

cohortstudie naar individuen die transplantatie hebben ondergaan  studie laat zien dat veel patiënten last krijgen van complicaties na transplantatie  krijgen last van fysieke, mentale en sociale problemen

Vaak vermoeidheidsklachten; eiwitinname moet omhoog. Echter; te hoge eiwitinname zorgt voor problemen met excretie van ureum
(afbraakproduct van eiwitten), zuren (afbraakproduct van zwavelhoudende aminozuren,
met name in dierlijke eiwitten) en fosfor (komt in hoge concentraties voor in dierlijke
eiwitten)  wordt dieet met lage eiwitinname aangeraden  als wel eiwitten worden ingenomen worden plantaardige eiwitten geadviseerd. Bij dialyse wel dierlijke eiwitten nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Sarcopenie

A

Degeneratief verlies van skeletspiermassa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Creatine biosynthese

A

creatine is
energiedrager voor alle processen die snel moeten functioneren, zoals spieren en
hersenen  creatine wordt vastgehouden door nieren terwijl afbraakproduct creatinine
wordt uitgescheden  creatine wordt gesynthetiseerd dmv AGAT  zit in pancreas en
hersenen maar met name in nieren

Arginine + glycine wordt via AGAT uitendelijk creatine. Craetine kan dan creatinine worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Niertransplantatie effect creatine

A

verminderde productie van tussenproducten; homoarginine en guandinoacetaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Creatine deficientie symptomen

A

*Muscle weakness
*Muscle cramps
*Fatigue
*Progressive Cognitive Impairment
*Depression

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly