Lecture hematologie deel 2 Flashcards
Acute leukemie
Bij acute leukemie (AML, ALL) is sprake van verdringing van normale hematopoëse; is tezien als er bv erg veel blasten aanwezig zijn op preparaat blasten verdringen onder andere erytrocyten waardoor anemie kan ontstaan bij verdringing van trombocyten ontstaan bloedingen en bij leukocyten ontstaan er infecties
Als voorlopercellen in perifere bloed worden gezien kan dit wijzen op leukemie normaal gaan bloedcellen pas bloed in vanuit beenmerg als ze rijp zijn Zijn ook andere oorzaken waardoor voorlopercellen in bloed aanwezig zijn bv bij primaire myelofibrose hierbij is er verlittekening van beenmerg waardoor hematopoëse zich naar lever en milt verplaatst Kan ook komen door metastasering van solide tumoren, bij neonaten, bij ernstig vitamine B12/foliumzuur gebrek, in extreme stress en door groeifactoren
Onderscheid lymfatisch en myeloide histologie
peroxidases zijn aanwezzig in granulocyten. Als je kleuring hiervoor toevoegt en dit kleurt is dit dus myeloide leukemie.
Voor zekerheid immuunfenotypering mbv FC
CD markers
Verschillende markers percel type en rijpingsfase.
Eerst screenend inzetten of je T cel te maken hebt en dan verder typeren met aanvullende markers. Eerst classificatie, dan rijpingsstatus. Dan subtyperen van cellen, activatie status bekijken en abberant expressie.
FC bloedcellen
lymfocyten: onderaan (kleinste granules)
monocyten: midden
neutrofielen: bovenaan (grootste granules)
twee CD markers voor ALL
CD19+ en CD22+
Measurable residual disease (MRD)
Kijken of er een relapse is. Kan op basis van morfologie en FC (meest sensitief). Lagere tumor load = betere overlevingskans.
Uit onderzoek is gebleken dat patiënten met negatief MRD (geen overgebleven ziekte) veel betere overleving hadden dan patiënten met positief MRD
Doordat gevoeligheid toeneemt moeten ook meer cellen bekeken worden; anders gevoeligheid groter dan hoeveelheid cellen. Ook moet je specifiek zijn; weten wat tumorcellen zijn. Hiervoor gebruik je Leukemia Associated ImmunoPhenotype (LAIP)
myeloblast markers
CD34++
CD15-
CD33+
Lymfocyt markers
CD7++/CD19++
Promyelocyt markers
CD34-
CD15++
CD33++
LAIP
Vingerafdruk van leukemie. Kijkt naar marker expressie (overexpressie, geen expressie), etc. Meeste LAIPs zijn stabiel zo lang er MRD is.
Voorbeeld MRD in B-ALL
Normale CD34+ B-cellen brengen geen CD20 en CD10 tot co-expressie. Zo wel, dan is er sprake vna leukemie.
auer rods
Auer rods are pink or red-stained needle-shaped structures seen in the cytoplasm of myeloid cells (faggot cells). Bijna exclusief in promyeloide leukemie met (15;17)
PML-RARa
This translocation involves the retinoic acid receptor alpha (RARA) gene on chromosome 17 and the promyelocytic leukemia (PML) gene on chromosome 15 that results in a PML-RARA fusion gene (95%0
<5% is PLZF-RARa translocatie (t11;17).
PML = Promyelocytic leukemia protein
RARa= Retinoic acid receptor alpha (Vit A kernreceptor)
Kan je zien via Fast-FISH; samen-staining
APL
Acute promyelocytic leukemia. Meest gevreesde vorm van leukemie. Enorme proliferatie van promyelocyten; zitten vol met toxische stoffen die vrijkomen bij apoptose. Hierdoor onstaan coagulopathie en dus trombose. Hierdoor kan status van patient spontaan omslaan en binnen 24uur na diagnose overlijden via hersenbloeding.
APL behandeling
Geven van ATRA; een vitamine A analoog. Hierdoor kunnen de promyelocyten wel uitrijpen. Dit is echter geen behandeling van de oorzaak. Je kan ook ATO (rattengif) toedienen om stamcel te verwijderen die probleem veroorzakt.
Hierdoor is APL nu meest gewenste (best behandelbare) AML.
Cytogenetics worden hierdoro nu gewild
NGS
Next-generation sequencing (NGS) is a massively parallel sequencing technology that offers ultra-high throughput, scalability, and speed. The technology is used to determine the order of nucleotides in entire genomes or targeted regions of DNA or RNA
Effect NGS op AML
Meer genen ontdekt die rol spelen bij AML (AML heeft enrom veel varianten)
AML heterogeniteit
Meerdere oorzaken. Voornamelijk DNA methylatie, activatie van signaalpaden. Ook veel TF fusies, tumor suppressors, myeloid TFs, spliceosomes