VO 2.1 Anatomie onderarm hand

Question 1

Door welke drie gewrichten wordt het art. cubiti gevormd? En wat voor soort gewrichten zijn dit?

Answer 1

art. humero-radialis (rolgewricht), art. humero-ulnaris (scharnier-gewricht dus alleen flexie en extensie), art. radio-ulnaris (rolgewricht)

Question 2

Waardoor wordt de ulna met de radius verbonden? En hoe heet dit?

Answer 2

membrana interossei en het is een syndesmose

Question 3

Wat voor soort spieren zitten er meestal rondom tussengewrichten?

Answer 3

bi-articulaire spieren

Question 4

Waar hecht de triceps aanvast?

Answer 4

ulna en de achterkant van de scapula

Question 5

Wat is de enige mono-articulaire spier van de elleboog?

Answer 5

m. anconeus

Question 6

Wat hecht er aan de epicondylus lateralis en medialis van de humerus?

Answer 6

medialis: flexoren, lateralis: extensoren

Question 7

Wat zijn de korte en lange flexoren en extensoren?

Answer 7

korte flex: m. flexor carpi ulnaris, m. flexor carpi radialis
lange flex: m. flexor digitorum profundus / superficialis
korte exte: m. extensor carpi ulnaris, m. extensor carpi radialis longus / brevis
lange exte: m. extensor digitorum communis

Question 8

Hoe kan je het best de elleboog aanprikken en welke structuren kom je anders tegen?

Answer 8

• ventraal: bloedprikken, v. mediana cubiti, diep a. brachialis en n. medianus. Geen geschikte weg naar het gewricht.
• mediaal: n. ulnaris
• dorsaal: dikke peesplaat van de m. triceps
• dorso-lateraal: geen belangrijke structuren, dus je bereikt zo het humero-radiale gewricht.

Question 9

Waaraan zit het lig. carpi transversum vast?

Answer 9

ulnair: os pisiforme en os hamatum, radiaal: os scaphoid en os trapezium.

Question 10

Wat is de Test van Tinel?

Answer 10

Tikken met je vinger op de n. medianus in de carpale tunnel. Tintelingen in het innervatie gebied duiden op het carpaal tunnel syndroom.

Question 11

Waar eindigen de korte flexoren en de lange flexoren op de hand?

Answer 11

korte in de palm (FCU en FCR) en de lange (FDP en FDS) op de vingers. FDP op de distale phalanx, FDS op de mediale.

Question 12

Waarvoor dienen de korte flexoren en de lange flexoren in de hand?

Answer 12

Korte voor stabiliteit, lange voor beweging van de vingers.

Question 13

Waar eindigen de korte extensoren en de lange extensoren op de hand?

Answer 13

Korte extensoren in de pols en lange extensoren op de vingers. De wijsvinger en pink hebben een extra extensor.

Question 14

Hoe kunnen de extensorpezen met elkaar zijn verbonden?

Answer 14

vinculae intertendinae: verschilt per persoon

Question 15

Waar doorheen loopt de n. ulnaris en a. ulnaris naar de hand?

Answer 15

door tunnel van guyon

Question 16

Wat is het verloop van de a. ulnaris?

Answer 16

vormt een arcus in de hand en geeft 1 afzonderlijke tak naar de vingers. Vormt een anastomose met de a. radialis

Question 17

Wat is het verloop van de a. radialis?

Answer 17

loopt in de snuifdoos gaat tussen de duim en wijsvinger door naar palmair.

Question 18

Waarom kun je de wijsvinger en ringvinger afzonderlijk van de andere vingers bewegen?

Answer 18

Omdat ze eigen extensorpezen hebben: m. extensor indices en m. extensor digiti minimi

Question 19

Wat is een malletvinger en welke twee typen heb je?

Answer 19

bovenste phalanx hangt af. Omdat het extensorapparaat kapot is: ossale mallet: met bot afgescheurd, tendinale mallet: pees is gescheurd.

Question 20

Hoe behandelen we de mallet vinger?

Answer 20

spalkje, bij volaire luxatie doen we het repareren

Question 21

Wat is een contractuur van Dupuytren?

Answer 21

collageen dispositie op de fascia palmaris waardoor er een streng ontstaat waardoor je de vinger niet meer kan strekken. Progressieve ziekte.

Question 22

Wat is het nadeel van opereren? Wat is het nadeel van niet opereren?

Answer 22

Progressieve ziekte komt altijd weer terug, je kunt alleen de symptomen wegnemen. Ander nadeel is dat het littekenweefsel kan geven.
Nadeel van niet opereren is dat de gewrichten ook scheef kunnen gaan staan en dan krijg je de vingers helemaal moeilijk meer recht.

Question 23

Wat is de behandeling van de triggerfinger?

Answer 23

spalkje, fysiotherapie, intra-articulaire corticosteroïden. Werkt dit niet dan a1-pulley doorhalen.

Question 24

Wat is de ziekte van Quervain?

Answer 24

ontsteking van de eerste extensorloge: APL en EPB. Pijn bij het buigen van de duim

Question 25

Wat is de behandeling van de ziekte van Quervain?

Answer 25

rust eventueel een corticosteroide injectie. Als dat niet werkt een operatie: klieven van de pezen, opletten voor luxatie en de superficiale tak van n. radialis

Question 26

Wat zijn de verschillende extensorloges?

Answer 26

1: APL, EPB
2: ECRB en ERCL
3: EPL
4: ED en EI
5: EDM
6: ECU

Question 27

Waarom hebben mensen met CTS vooral ‘s nachts meer last?

Answer 27

Omdat mensen ‘s nachts meer vocht vasthouden en dit gaat rondom de pezen zitten.

Question 28

Wat is de behandeling van CTS?

Answer 28

Polsspalk hierdoor minder flexie mogelijk. Corticosteroïden hebben niet veel effect. Eventueel opereren opleggen van de carpale tunnel. Nadeel pilar pain: meer druk op de carpalia en dit kan pijnklachten geven

Question 29

Wat is een skiers thump?

Answer 29

UCL is beschadigd, zit aan de ulnaire zijde van de duim, ontstaat bij plotselinge abductie van de duim. UCL is betrokken bij het stabiliseren van de duim bij grijpen en knijpen.

Question 30

Wat is de behandeling van een skiers thump?

Answer 30

Spalk en bij scheur UCL of thenar leasion opereren