VO 1.3 Biomechanica van het bewegingsapparaat Flashcards
1
Q
Welke spieren zijn het meest geschikt voor een EMG?
A
spieren van de extremiteiten en de oppervlakkige borstspieren
2
Q
Ligt een origo distaal of proximaal?
A
proximaal
3
Q
Ligt een insertie distaal of proximaal?
A
distaal
4
Q
Beweegt de plaats van een origo of insertie bij beweging?
A
de insertie beweegt
5
Q
Aan welke kant van de pols zitten de extensoren en flexoren?
A
extensoren zitten aan de dorsale zijde en flexoren aan de palmaire zijde
6
Q
Welke pees is nodig om op je voorvoet te blijven staan?
A
achillespees
7
Q
Welke spieren zijn overbelast bij een tenniselleboog?
A
extensoren
8
Q
Waaraan is de kracht gelijk die de vloer geeft als je op de grond staat?
A
kracht die de zwaartekracht van de voet levert.