Topic 6: Taal, intelligentie, school & werk (deel 3) Flashcards

1
Q

Het werkleven vroeger

A

Er stabiel, niet veranderen van baan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het werkleven nu

A

Stabiliteit is niet meer de norm, mensen veranderen van baan of zelfs van richting.
Ook zijn de tijden flexibeler geworden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Werk: Adolescentie

A

Het aantal mensen dat deeltijds werkt en tegelijkertijd naar school gaat is erg toegenomen en neemt nog steeds toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Werk: Vroege volwassenheid

A

Grote diversiteit tussen mensen tussen werk- en schoolpatronen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Werk: Midvolwassenheid

A

Het werkleven staat centraal, mensen bereiken in deze periode hun piek qua werk en inkomen. Hierbij zijn de lasten qua inkomen daarentegen ook hoog (bijv kinderen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Werk: Late volwassenheid

A

Stijging van het aantal mensen dat nog werkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stress op het werk

A

Draagt in belangrijke mate bij tot ontevredenheid over het werk, vermindert de arbeidsproductiviteit en leidt tot verandering van baan of ontslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Veranderende verwachtingen over werk

A

Mensen verwachten meer flexibiliteit en controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Factoren die een negatieve invloed op werktevredenheid kunnen hebben

A
  • Dubbelzinnigerollen (onduidelijk)
  • Rol-overbelasting
  • Rolconflict (conflict tussen doelen)
  • Werk-levenconflict
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Werkloosheid, directe effecten

A

Stress, door
- Minder inkomsten
- Bedreiging van de identiteit
- Afname in gevoel van eigenwaarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Werkeloosheid, indirecte effecten

A

Secundaire effecten:
- Financiële problemen
- Veranderde routines
- Verhuizen naar goedkopere woning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Werkloosheid, verhoogd risico voor:

A
  • Fysiekeproblemen
  • Mentale problemen
  • Middelenmisbruik
  • Huwelijksproblemen
  • Invloed op relatie
  • Invloed op ouderschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Factoren die een positieve invloed op werktevredenheid kunnen hebben

A
  • Persoonlijkheid (V, E, C)
  • Fit tussen persoon en omgeving
  • Cognitieve vaardigheden
  • Contextuele factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Uitdagingen die bij het pensioen komen kijken

A
  • Aanpassen aan het verlies van een werkfunctie
  • Een nieuwe levensstijl ontwikkelen die voldoening geeft en betekenisvol is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Fase-model voor transitie naar pensioen Atchley

A
  1. Preretirement (pre-pensioen) fase: informatie verzamelen, plannen voor de
    toekomst
  2. Honeymoon fase: genieten van de nieuw verkregen vrijheid
  3. Disenchantment (ontgoocheling) fase: het nieuwe is er af –> doelloos en soms ongelukkig
  4. Reorientation (herorientatie) fase: realistische en voldoening gevende levensstijl
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Factoren die kunnen bijdragen aan een goede aanpassing van werken naar pensioen

A
  • Vrijwillige keuze dat je met pensioen gaat
  • Goede fysieke en mentale gezondheid
  • Positieve persoonlijkheidstrekken
  • Voldoende financiële middellen
  • Getrouwd of sterk sociaal netwerk
  • Werkidentiteit is niet te sterk