Topic 10: Sociale relaties bij volwassenen Flashcards

1
Q

Partnerselectie

A
  • In het begin zoeken we naar gelijken
  • Later wordt complementariteit belangrijk (elkaar aanvullen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Partnerselectie: Filtertheorie

A

We passen bepaalde filters toe op mensen die we tegenkomen en dat leidt ons uiteindelijk naar een geschikte partner
(filters zoals ras/werk/karakter etc)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het huwelijk door de geschiedenis heen

A
  • Begin: praktisch, korte levenverwachting
  • Later: langere levensverwachting, genderrollen
  • Nu: persoonlijke keuze
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De-institutionalisering

A

Afname van het huwelijk en opkomst van alternatieve gezinsvormen tijdens het laatste trimester van de 20ste eeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Oorzaken van de de-institutionalisering

A
  • Het sterker worden van de vrouwenbewegingen
  • Veranderingen in wensen qua binding en kinderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom zou je wel moeten trouwen?

A

Een huwelijk is positief gerelateerd aan betere gezondheid en subjectief welzijn
–> dit geldt echter enkel voor gelukkige huwelijken
–> dit is hetzelfde voor samenwonenden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Sternberg’s Driehoekstheorie van de liefde

A

Liefderelaties bestaan uit: (op volgorde van belangrijk)
- Passie (aantrekkingskracht, seksuele opwinding)
- Intimiteit (warmte, gevoelens van nabijheid)
- Commitment (besluit dat je van iemand houdt en de liefde in stand wilt houden)
–> verschillende soorten relaties in schermafbeelding
–> het behouden van passie en intimiteit in je relatie vergt inspanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Echtscheidingsrisico

A

Het hoogst in het 7de jaar van het huwelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Het verloop van het huwelijk qua tevredenheid

A
  • Begin: Hoge verwachtingen
  • Hoogtepunt: Honeymoon
  • 1-7 jaar: Tevredenheid neemt af
  • Kinderen verlaten huis: Tevredenheid neemt toe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Huwelijkstevredenheid en kinderen

A
  • Krijgen van kinderen: Tevredenheid laag
  • Uit huis gaan van kinderen: Tevredenheid omhoog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Echtscheiding: positieve veranderingen

A
  • Toename van emotionele groei en gevoelens van zelfredzaamheid
  • Opluchting voor sommigen die ongelukkig waren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Echtscheiding: negatieve veranderingen

A
  • Terugtrekking van ouder (vaak vaders) door gebrek aan contact of het niet betalen van ralimentatie
  • Problemen met discipline of gebrek aan band met kinderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geluk na echtscheiding

A
  • Echtscheiding na slecht huwelijk: Toename van geluk
  • Echtscheiding na goed huwelijk: Afname van geluk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Uitdagingen voor nieuwe ouders

A

Verandering van:
- Hormonen
- Fysieke gezondheid
- Emotioneel welzijn
- Zelfbeeld, identiteit
- Relaties
- Sociale netwerken
- Uitputting en andere problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Relatiebedreigingen voor ouders

A
  • Minder tijd voor intimiteit
  • Taakverdeling (gender-typisch)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vaders: verandering over de jaren heen

A

Vader worden meer betrokken en meer zorgend, deze verwachting stijgt ook wel
–> toch blijven sommige rolpatronen, zo zorgen vrouwen veel meer voor het opvangen van kinderen en mannen meer voor het doen van een spelletje of stoeien

17
Q

Het effect van de geboorte van een kind op welzijn

A
  • Begin: Relatietevredenheid (RS) en levenstevredenheid (LS) nemen af
  • Later: LS neemt toe, RS blijft zo
18
Q

Het effect van de geboorte van een kind op het zelfvertrouwen van de moeder

A
  • Tijdens zwangerschap: Lager zelfvertrouwen
  • Rond de bevalling: Stijging zelfvertrouwen
  • Na de geboorte: Toename zelfvertrouwen
  • Hierna: Afname zelfvertrouwen
  • Eerste kind: Impact het grootst, weinig verschillen echter
19
Q

Het effect van de geboorte van een kind op de relatietevredenheid van de ouders

A
  • Voor de geboorte: Toename relatietevredenheid
  • Na de geboorte: Blijvende afname (ook als er meer kinderen komen)
    –> doordat de band als ‘collega’s’ voelt
    –> een goede relatie vooraf is de key to success
20
Q

Oplossing voor positief ouderschap

A

Niet streven naar ‘perfect ouderschap’, maar naar ‘goed genoeg ouderschap’
–> Niet te hoge verwachtingen om druk te verminderen

21
Q

Positieve eigenschappen van ouderschap

A

Ervaring van meer zingeving en positieve emoties in het leven

22
Q

Sandwich generatie

A

Op de middelbare leeftijd,
wanneer mensen nog betrokken zijn bij het zorgen voor hun kinderen, maar ook bij het zorgen voor hun ouders

23
Q

Empty nest syndroom

A

Als kinderen volwassen zijn en het huis uitgaan, moeten ouders zich ook aanpassen
–> Een kleine minderheid leidt dan aan empty nest syndroom, dit leidt tot een lage huwelijkstevredenheid
–> Voor de meerderheid leidt dit tot meer huwelijkstevredenheid

24
Q

Boomerang kids/Back-to-Bedroom

A

Wanneer kinderen weer terug bij hun ouders komen wonen
–> Positief: elkaar emotioneel en financieel steunen
–> Negatief: conflicten qua privacy en tijdschema’s

25
Q

In welke levensfase is er grootouderschap?

A

Middenvolwassenheid

26
Q

Gender en culturele verschillen in grootouderschap

A
  • Oma’s hebben meer contact met kleinkinderen dan opa’s
  • Mexicaans-Amerikaans = meer contact met kleinkind dan niet-Latino witte en Afrikaanse Amerikanen
  • Per persoon verschilt de rol tussen grootouder en kleinkind
27
Q

Zorgende grootouders

A
  • Er is een toename in kinderen die bij hun grootouders wonen
  • Full-time zorgende grootouders brengen risico’s op problemen met zich mee zoals stress, depressie etc
28
Q

Veranderingen in diverse levensstijlen

A
  • Toename in single mensen
  • Toename in samenwonenden ipv getrouwden
  • Toename in oudere mensen die samenwonen
29
Q

Uitdagingen van vrijgezel zijn

A

Vormen van intieme relaties, eenzaamheid, huwelijksgeorienteerde samenleving, sociale en financiele vooroordelen

30
Q

Voordelen van vrijgezel zijn

A

Meer tijd voor levensbeslissingen, autonome besluitvorming, tijd om persoonlijke middelen en vaardigheden te ontwikkelen, ontdekken van plaatsen en dingen, privacy
Ouderen die nooit getrouwd zijn kunnen later makkelijker alleen zijn

31
Q

Kenmerken van een non-heteroseksueel huwelijk

A
  • Zeer gelijkaardig aan heteroseksueel huwelijk
  • Beter balans tussen romantische liefde, affectie, autonomie en gelijkheid op manier die acceptabel is voor beide partners
  • Positief effect voor kinderen
  • Meer flexibiliteit in genderrollen
  • Hogere gemiddelde relatietevredenheid