Stomatologie Flashcards

1
Q

Wat is paradontitis?

A

= verlies van aanhechting van de tand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de korte pathogenese van paradontitis?

A

Tandplak -> ginigvitis -> paradontitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is tandsteen en wat is hiervan de klinische betekenis?

A
  • Tandsteen = gemineraliseerd tandplak
  • Het is de ideale plaats voor plak-retentie maar het heeft op zich geen klinische betekenis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen gingivitis en paradontitis en hoe behandelt men beide?

A
  • Gingivitis = reversiebel -> dagelijks poetsen
  • Paradontitis = irreversiebel -> detartratie en extractie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn drie kenmerken van paradontitis?

A
  1. Gingivale recessie
  2. Vorming van pockets
  3. Botverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een furcatiedefect?

A
  • Furcatie = regio tussen de wortels bij meerwortelige elementen
  • Furcatie defect = er is botverlies tss de wortels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uit welke zes stappen bestaat een paradontale behandeling?

A
  1. Spoelen
  2. Supragingivale gebitsreiniging
  3. Subgingivale gebitsreinigen
  4. Polijsten
  5. Irrigatie van pockets
  6. Extractie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer kan Ab ingezet worden voor paradontitis?

A
  • Profylactisch bij oudere patiënt of lever/nier/hartfalen
  • Bij bestaande mondinfecties -> beter = chloorhexidine

Paradontitis wordt niet behandeld met Ab !!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer kan Ab ingezet worden voor paradontitis?

A
  • Profylactisch bij oudere patiënt of lever/nier/hartfalen
  • Bij bestaande mondinfecties -> beter = chloorhexidine

Paradontitis wordt niet behandeld met Ab !!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn drie kenmerken van een normale occlusie?

A
  1. Schaargebit
  2. Onderhoektand tussen bovenhoektand en snijtand
  3. Zigzag-patroon van de kiezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke twee stomatologische aandoeningen komen voor bij de kat?

A
  • Tandresorptie
  • Chronische gingivostomatitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de behandeling van chronische gingivostomatitis?

A
  • Radicale extractie
  • Langdurig NSAIDs + Ab
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil tussen ginigvitis en stomatitis?

A

Bij stomatitis is de orale mucosa ook boven de mucogingivale lijn ontstoken, dit gaat gepaard met extreme pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een epulide?

A

= gelokaliseerde proliferatie van de marginale gingiva?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is steeds belangrijk bij orale tumoren of proliferaties ?

A

Histopathologisch oz om een onderscheid te maken tussen tumorale en reactieve letsels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly