Endocrinologie Flashcards

1
Q

Welke type van DM zien we bij hond en welke bij kat?

A
  • Hond: type 1 = absoluut tekort aan insuline
  • Kat: type 2 = relatief tekort aan insuline
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de 2 belangrijkste labo-kenmerken van DM?

A
  • Hyperglycemie
  • Glucosurie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn klinische symptomen van DM?

A
  • PUPD
  • Gewichtsverlies
  • Polyfagie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In welk geval is DM reversiebel bij de hond?

A

Bij een inacte teef onder invloed van progetseron -> stimulatie van mammair GH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn risicofactoren op het ontwikkelen van DM bij de kat?

A
  • Garfield
  • Acromegalie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn drie gevolgen van het extracellulair glucose overschot bij DM?

A
  1. Hyperglycemie -> glucosurie -> PUPD en osmotische diurese (hypoK, hypoNa, hypoPO3-)
  2. Hypertonisch plasma -> intracellulaire dehydratatie -> hyperglycemisch coma
  3. Enzymatische glycolisatie van Ei (kunnen niet meer het membraan passeren) -> retinopathie, cataract, perifere neuropathie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de normale waarde aan glucose in het bloed?

A

4-6 mmol/L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke labo-testen kunnen we gebruiken voor de diagnostiek van DM?

A
  • Bloed-onderzoek: fluoride
  • Glucosemeter
  • Glucose-teststrip voor bloed en urine
  • Fructosamine bepaling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het voordeel aan fructosamine?

A

Het geeft ons de gemiddelde glucoseconcentratie in het bloed van enkele weken, het is niet onderhevig aan stress-factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een levensbedreigende complicatie van DM?

A

DKA : acuut slecht, braken, lethargie, er is bijkomend ketonurie en metabole acidose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke hormonen worden gevormd in de bijnierschors?

A
  • Aldosteron: water en elektrolyten -> Na-retentie en K-excretie
  • Cortisol
  • Sekshormonen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de gevolgen van hypoadrenocorticisme?

A
  • Tekort aan aldosteron en cortisol
  • Stijging van ACTH door wegvallen negatieve feedback
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de gevolgen van een hypoNa en een hyperK bij Addison?

A
  • HypoNa: hypovolemie, verminderde renale bloedvloei, pre-renale azotemie
  • HyperK: bradycardie en hartritmestoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de klinische symptomen bij de ziekte van Addison

A

Vage symptomen: braken, zwakte, GI-bloedverlies (diarree), hypovolemische shock, abdominale pijn…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de vier belangrijkste labo-bevindingen bij Addison ?

A
  • HypoNa, hyperK
  • Pre-renale azotemie
  • Hypoglycemie
  • Niet-regeneratieve anemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn DDX voor de ziekte van Addison?

A
  • Acute gastro-enteritis
  • Acute pancreatitis
  • Azotemie en hyperK -> AKI, uroperitoneum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de 2 verschillende etiologieën van Cushing?

A
  • Hypofysetumor: ACTH-afhankelijk -> ACTH stijgt
  • Bijnierschorstumor: ACTH-onafhankelijk -> ACTH daalt door negatieve feedback
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn de klinische symptomen van Cushing?

A
  1. PUPD
  2. Polyfagie
  3. Abdominale distentie
  4. Spieratrofie
  5. Huidveranderingen: alopecie en atrofie
  6. Anoestrus, testikelatrofie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke labobevindingen kunnen gemaakt worden bij een hond met Cushing?

A
  1. Hematologie: stress-leukogram
  2. Biochemie: gestegen ALT, AF, hyperglycemie, lipemie
  3. Urine: diurese -> laag SG
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke klinische tekens worden gezen bij hypoT4?

A
  • Lethargie
  • Gewichtstoename
  • Huidproblemen: droge huid, alopecie, hyperpigmentatie
  • Minder frequent: myxoedeem, otitis, pyodermie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke labobevindingen kunnen gemaakt worden bij hypoT4

A
  • Niet-specifieke bevindingen: anemie (normohroom, normocytair, niet-reg), gestegen cholesterol en thyroglobuline
  • Specifieke bevindingen: laag T4, hoog TSH

Soms is T4 laag en TSH normaal -> hypoT4 of euthtyroid sick syndrome

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn vier mogelijke oorzaken van een laag T4?

A
  1. Hypothyroïdie
  2. Systemische ziekte: euthyroïd sick syndrome
  3. Medicatie: trimetoprim-sulfa, NSAIDs, cortico’s, FB
  4. Ras: windhond, Sharpei
23
Q

Wat zijn klinische symptomen van hyperT4?

A
  • Toename metabolisme: PF, vermageren, hyperactief
  • PUPD
  • Onverzorgd haarkleed
  • Braken, diarree
  • Cardiorespiratoire problemen
24
Q

Wat zijn de drie DDX van een senior kat met PUPD en gewichtsverlies?

A
  1. CKD
  2. DM
  3. HyperT4
25
Q

Welke behandelingen kunnen ingesteld worden bij hyperT4?

A
  • Reversiebel: schildklierremmers (felimazole, apelka), dieet
  • Irreversiebel: radioactief jood, thyroïdectomie
26
Q

Welke hormonen regelen de Ca-spiegel in het lichaam?

A
  • Schildkier: calcitonine -> wordt vrijgesteld wanneer er teveel Ca in het bloed is, remt de osteolyse
  • Bijschildklier: PTH -> wordt vrijgesteld wanneer er te weinig Ca in het bloed is, stimuleert osteolyse en aanmaak van vit D door de nieren, stimuleert inestinale resorptie van Ca
27
Q

Wat is de DDX van hypercalcemie?

A
  • Hyperparathyroïdie
  • Addison
  • Renal disease : CKD
  • D: hypervitaminose D
  • Idiopatisch
  • Osteomyelitis
  • Neoplasie: maligne, lymfoom, anaalzak
  • S: labofout
  • Granulomateus proces

HARD IONS G

28
Q

Wat is de normale wateropname van een dier per dag?

A

40-60 ml/kg/dag

29
Q

Wat is de benadering van PUPD bij de hond?

A
  1. Is er wel PUPD -> afmeten
  2. Uitsluiten van de meest voorkomende oorzaken: biochemie (Ca, N, K), urine-onderzoek, echo abdomen
  3. Uitsluiten van Cushing
  4. Waterdeprivatie-test
    * Geconcentreerde urine: psychologisch
    * Niet-geconcentreerd : ADH -> geconcentreerd (centrale diabetes insipidus), niet-geconcentreerd (nefrogene diabetes insipidus)
30
Q

Hoe maakt mende diagnose van hypofysaire dwerggroei?

A
  • Genetische test
  • Meten van IGF1
31
Q

Wat is de behandeling van hypofysaire dwerggroei?

A

Progesteron -> synthese en secretie van GH

32
Q

Bij welke dieren komt acromegalie vooral voor? en hoe maakt men de diagnose?

A

Intacte teef (onder invloed van progesteron) en kat van middelbare leeftijd (hypofysetumor) -> meten van IGF1 (indien nodig na behandelen van DM)

Acromegalie en DM komen vaak samen voor

33
Q

Wat is de behandeling van acromegalie bij hond en kat?

A
  • Hond: OVHX
  • Kat: DM behandelen + hypofysectomie
34
Q

Wat is de behandeling van centrale diabetes insipidus?

A

Synthetisch vasopressine

35
Q

Hoe behandelt men DM bij de hond?

A
  • Dieet
  • Regelmatig leefpatroon
  • Insuline: caninsulin of prozinc, 2x per dag met 12u tussen
36
Q

Wat volgt men op bij DM?

A
  • Gewicht
  • Bloedglucose (curve)
  • Fructosamine
37
Q

Wat is het Somogyi-fenomeen?

A

Wanneer een te hoge dosis insuline gegeven wordt aan een DM-patiënt of wanneer insuline wordt gegeven aan een hond die niet eet -> hypoglycemie -> snelle rebound terug naar hyperglycemie

38
Q

Welke oorzaken kunnen ervoor zorgen dat er resistentie is tegen insuline?

A
  • Cushing
  • Progestron: endogeen of exogeen
  • Inflammatie
  • Obesitas
  • Pancreatitis
39
Q

Wat zijn symptomen van hypoglycemie?

A

Zwakte, tremoren, ataxie, collaps, epilepsie

40
Q

Met welke test moet de diagnose van Addison bevestigd worden?

A

ACTH-stimulatie test: basale cortisol op T0 -> injectie ACTH -> bij gezonde hond stijgt cortisol, bij een hond met Addison niet

41
Q

Wat is de behandeling van Addison?

A
  • Acute fase: infuus + cortico’s
  • Enkel indien zeker van de diagnose: mineralocorticoïden
42
Q

Welke endocriene testen bestaan er voor de screening van Cushing?

A
  • LDDST
  • Basale urinaire cortisol/creatinine ratio

Injectie dexamethasone -> onderdrukking (neg FB?)

43
Q

Wat is de behandeling van Cushing?

A
  • Trilostane (=enzym-inhibitor)
  • Hypofysectomie of adrenalectomie
  • Radiatie-therapie
44
Q

Welke kenmerken en klinische symptomen zien we bij felien hyperaldosteronisme?

A
  • HyperNa -> hypertensie
  • HypoK -> spierzwakte
45
Q

Wat is de belangrijkste DDX van felien hyperaldosteronisme?

A

CKD

46
Q

Wat is de medicamenteuze behandeling van felien hyperaldosteronisme?

A
  • Hypertensie: amlodipine
  • HypoK : spironolactone
47
Q

Wat is de behandeling van hypo4?

A

L-thyroxine

48
Q

Welke vier nevenwerkingen worde gezien bij schildklierremmers bij katten?

A
  1. GI-klachten
  2. Automutilatie
  3. Leverproblemen
  4. Leukopenie, lymfocytose, thrombocytopenie
49
Q

Waarom is de diagnostiek van CKD bij katten met hyperT4 moeilijk?

A
  1. Gelijkaardige overlappende symptomen
  2. Spierverlies -> creat daalt
  3. Inotroop/chronotroop -> GFR stijgt -> meer creat in urine en minder in bloed
    => CKD wordt gemaskeerd
50
Q

Welke symptomen worden gezien bij hypercalcemie?

A
  • Urinair: PUPD, incontinentie, lage urinewegen
  • GI: anorexie, braken, constipatie
  • NM: lethargie, zwakte, tremoren, rillen
51
Q

Wat is het grootste probleem bij hypercalcemie en waaruit bestaat de behandeling?

A

Veroorzaakt nierschade
**Behandeling: **
* Diuretica: uitscheiding Ca
* Cortico’s
* Bifosfonaten: inhibitie osteoclasten

52
Q

Wat is de DDX van PUPD?

A
  • CKD
  • Cushing
  • Pyometra
  • Hypercalcemie
  • HyperT4
  • DM
  • Lever-insufficiëntie
  • Diabetes insipidus : centraal of nefrogeen
  • Primaire polydipsie
53
Q

Wat zijn de belangrijkste diagnostische testen bij PUPD?

A
  • Bloedonderzoek
  • Urine-onderzoek
  • Echo abdomen

Geen abnormaliteiten -> DI of I PD