Respiratoir Flashcards

1
Q

Wat is de etiologie van niesziekte?

A
  • FHV
  • FCV
  • Secundaire bacteriële infecties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer wordt Ab ingesteld voor niesziekte?

A
  • Vermoeden van bacteriële infectie: mucopurulente uitvloei
  • Chronische rhinosinuitis: > 10d
  • Algemeen ziek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke Ab wordt ingesteld voor aandoeningen van de bovenste luchtwegen van katten en hoelang?

A

Doxycyline, 4 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kan men ondersteunend behandelen bij niesziekte?

A
  • NSAIDs
  • Ogen en neus vrijhouden: spoelen
  • Lysomucil
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk klinisch oz voeren we uit bij patiënten met dyspnee?

A

Beperkt klinisch onderzoek
* ADH-patroon
* Mucosae
* Palpatie van hals, thorax en polsen
* Auscultatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke ademhalingspatronen bestaan er?

A

Obstructief -> diepe, moeilijke adh
* Bovenste luchtwegen : stridor
* Onderste luchtwegen : abdominal push
Restrictief : snel, oppervlakkig -> long, pleura
Pardoxaal
* Flail chest : ribfractuur
* Erge dyspnee met vermoeidheid ADH-spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn twee mogelijke oorzaken van inspiratoire dyspnee met stridor?

A
  1. BOS
  2. Larynxparalyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn vijf kenmerken van BOS?

A
  1. Stenotische neusgaten
  2. Verlengd zacht gehemelte
  3. Hypoplasie van de trachea
  4. Eversie van de laryngeale zakjes
  5. Larynx-collaps
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke symptomen komen voor bij BOS?

A
  • Respiratoire problemen
  • GI-klachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe maakt men de diagnose van trachea-hypoplasie?

A

Verhouding tussen de diameter van de trachea thv de borstingang en de diameter van de borstingang zelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de pathofysiologie van larynxparalyse?

A

Er is geen volledige abductie van de arytenoïden bij inspiratie -> turbulente luchtstroom -> stridor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe maakt men de diagnose van larynxparalyse?

A

Laryngoscopie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de behandeling van larynxparalyse en wat zijn mogelijke complicaties van deze behandeling?

A
  • Behandeling: unilaterale laterialisatie van de arytenoïd
  • Complicaties: aspiratiepneumonie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de prognose van larynxparalyse?

A
  • Idiopatisch : goed (indien geen complicaties)
  • Gereserveerd indien onderdeelvan polyneuropathie of myopathie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn zes mogelijke oorzaken van hoesten?

A
  1. Allergisch/inflammatoir
  2. Cardiovasculair (niet bij de kat)
  3. Infectieus
  4. Neoplasie
  5. Parasitair
  6. Trauma en fysieke abnormaliteiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een niet-specifieke therapie voor hoesten?

A
  • Bevorderen van LW-excreties: vernevelen, bewegen, clapping
  • Stof- en rookvrije omgeving
  • Obesitas vermijden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een typische hoest voor kennelhoest?

A
  • Luid
  • Droog
  • Paroxysmaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een belangrijke en makkelijke diagnostiek voor de lokalisatie van hoesten?

A

Trachea-reflex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wanneer wordt Ab ingesteld bij kennelhoest?

A
  • > 10 dagen
  • Mucopurulente uitvloei en algemene symptomen
  • Bijkomend pneumonie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is typisch aan een hoest bij bacteriële bronchopneumonie?

A
  • Zacht
  • Voorzichtig
  • Productief
  • Restrictief ADH-patroon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe maakt men de diagnose van bronchopneumonie?

A
  1. RX: loopt achter op de klinische tekenen
  2. Bloed: neutrofilie, hypoglycemie, hypoxie
  3. Cytologie, bacteriologie: BAL
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wanneer mogen geen hoest-remmers gegeven worden?

A

Indien er een productieve hoest is, vb. bij bronchopneumonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is de behandeling van bacteriële bronchopneumonie?

A
  1. Ab: doxycycline of amoxiclav tot 1 week na resolutie van de kninische toestand
  2. Ondersteunende therapie: infuus, glucose, nutritioneel, clapping, vernevelen
  3. O2-therapie
24
Q

Wat zijn vier symptomen van feliene astma?

A
  1. Intermitterend hoesten
  2. Expiratoire dyspnee
  3. Wheezes : piepende adh
  4. Inspanningsintolerantie
25
Q

Wat is de behandeling van feliene astma?

A
  • O2, stress vermijden, aanpassen van de omgeving
  • Bronchodilator + cortico’s
26
Q

Hoe wordt de diagnose van eerder complexe oorzaken van niezen en neusuitvloei best gemaakt?

A
  • MBV : CT -> lokalisatie vh probleem
  • Rhinoscopie: uitzicht van het probleem
27
Q

Wat zijn vijf mogelijke oorzaken van rhinitis en neusuitvloei?

Meer complexe oorzaken

A
  • Mycotische rhinitis: aspergillose
  • LP rhinitis
  • Tumoren van de neusholte
  • Vreemd voorwerp
  • Reverse sneezing

Bacteriële rhinitis, tandproblemen, pneumonie…

28
Q

Wat is kenmerkend voor sinonasale aspergillose?

A
  • Mucopurulente neusuitvloei
  • Depigmentatie van de neusspiegel
  • Kopschuw
29
Q

Hoe maakt men best de diagnose van sinonasale aspergillose?

A
  • CT en rhinoscopie
  • Biopt van de schimmelplaque
  • Cultuur
30
Q

Wat is de behandeling van sinonasale asprgillose?

A
  • Topicale infusie van enilconazole en clotrimazole
  • Evt. sinustrepanatie
31
Q

Wat is de behandeling en prognose van LP rhinitis?

A
  • Behandeling: AB, NSAIDs, itraconazole
  • Prognose: zelden genezing
32
Q

Wat is een naso-faryngeale poliep?

A

Het is een goedaardige, gesteelde massa bestaande uit bindweefsel en ontstekingscellen.

33
Q

Welke klachten geven problemen thv de larynx?

A

Dyspnee met inspiratoire stridor

34
Q

Welke vier aandoeningen komen voor thv de larynx?

A
  1. Larynxparalyse
  2. Larynxcollaps
  3. Larynxtrauma
  4. Massa thv de larynx
35
Q

Wat zijn twee grote groepen van aandoeningen die dyspnee zonder stridor kunnen geven?

A
  1. Pleurale en mediastinale aandoeningen
  2. Longen en bronchen : + hoesten
36
Q

Welke drie pleurale en mediastinale aandoeningen geven stridor zonder dyspnee?

A
  1. Pleurale effusie : transsudaat, pyothorax, hemothorax, chylothorax, neoplasie
  2. Pneumothorax
  3. Hernia diafragmatica
37
Q

Welke vier aandoeningen van de bronchen en longen geven dyspnee zonder stridor?

+ hoesten

A
  1. Pneumonie
  2. Longoedeem
  3. Bronchitis
  4. Neoplasie
38
Q

Wat is heel belangrijk op auscultatie bij pleurale en mediastinale aandoeningen?

A

Demping van hart-, en longgeluiden

39
Q

Welke drie types van effusie bestaan er en wat zijn enkele oorzaken?

A
  1. Transsudaat : hypo-albuminemie
  2. Gemodificeerd transsudaat : congestief hartfalen
  3. Exsudaat: neoplasie, pyothorax
40
Q

Op welke drie dingen wordt effusie geanalyseerd?

A
  1. Celaantal
  2. Ei-gehalte
  3. Soortelijk gewicht
41
Q

Hoe wordt pyothorax behandeld?

A

Niet-chirurgische behandeling
* Ab : amoxiclav (enrofloxaine) : 2-4 weken
* Drainage en lavage
* Ondersteunend

Chirugische behandeling
* Geen respons op therapie
* Mediastinale massa
* Vreemd voorwerp
* Actinomyces of Nocardia (Ab: 6 weken)

42
Q

Ter hoogte van welke intercostaal-ruimtes wordt een thoraxdrain geplaatst?

A

7-9e ICR

43
Q

Wat zijn drie differentiaaldiagnoses voor hemothorax?

A
  1. Trauma
  2. Coagulopathie
  3. Neoplasie
44
Q

Welke vier soorten pneumothorax bestaan er?

A
  1. Traumatische pneumothrorax (open of gesloten)
  2. Tensiepneumothorax
  3. Iatrogene pneumothorax
  4. Spontane pneumothorax
45
Q

Wat is de behandeling voor pneumothorax?

A
  1. O2
  2. Thoracocentese
  3. Evt. pijnstilling
46
Q

Wat zijn vier mogelijke symptomen voor een mediastinale massa?

A
  • Dyspnee, hoest
  • Dysfagie, regurgiteren
47
Q

Bij welke honden komt collaps van de luchtwegen het meest voor?

A

Kleine, obese honden

48
Q

Hoe is de hoest bij collaps van de luchtwegen?

A
  1. Droog
  2. Paroxysmaal
  3. Blaffend of snaterend
49
Q

Waarop wijst een positieve trachea-reflex?

A

Overirritatie en ontsteking van de luchtwegen

50
Q

Wat is de behandeling bij collaps van de luchtwegen?

A
  • Anti-tussiva : codeïne
  • Cortico’s
  • Bronchodilatoren
  • Andere: obesitas, sedatie, druk op trachea voorkomen, evt. plaatsen van een intra-tracheale stent
51
Q

Wat is kenmerkend aan de hoest bij caniene chronische bronchitis?

A
  • Luid
  • Productief
  • > 2 maand
52
Q

Hoe maak je de diagnose van caniene chronische bronchitis?

A

Uitsluiten van andere oorzaken van chronisch hoesten
* RX thorax
* Labo: parasitair + bloed
* Bronchoscopie met BAL = essentieel!

53
Q

Wat is de therapie van caniene chronische bronchitis?

A
  • Cortico’s
  • Bronchodilator
  • Andere: Ab, mucolytica, obesitas…
54
Q

Hoe maakt men de diagnose van parasitaire pneumonie?

A
  1. Bloed-onderzoek : eosinofilie
  2. RX thorax
  3. Feces-oz: Baermann + flotatie
  4. Angio detect
  5. BAL: eieren + larven
55
Q

Wat is de behandeling van parasitaire pneumonie?

A
  • Fenbendazole
  • Cortico’s: ontsteking bij het masaal afsterven van de larven tegengaan