Medische beeldvorming Flashcards

1
Q

Hoe kan je zeggen of een thorax opname rechts-lateraal of links-lateraal is?

A
  • Crura van het diafragma
  • Vena cava -> rechter pijler
  • Gas in de maag (fundus of pylorus)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn vier bevindingen op RX bij pleurale effusie?

A
  • Fissuurlijnen
  • Retractie van de longen door weke delen opaciteit
  • Border effacement
  • Afronding van de randen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn zes normale structuren die te zien zijn in het mediastinum?

A
  1. Slokdarm
  2. Trachea
  3. Hartschaduw
  4. Aorta
  5. Vena cava
  6. Thymus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de ddx van een cranioventrale mediastinale massa?

A
  • Sternale of craniale mediastinale lymfadenopathie
  • Thymoma
  • Ectopische schildklierweefsel
  • Cyste/abces/granuloma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de ddx van een dorsale mediastinale massa?

A
  • Slokdarm
  • Dilatatie van de aorta
  • Hartbasistumor
  • Abces/granuloom/hematoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de belangrijkste ddx bij een (peri)hilaire massa?

A

Tracheobronchiale lymfadenopathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welk fenomeen kan gezien worden bij slokdarmruptuur of trachearuptuur?

A

Pneumomediastinum : gas lucenties tussen de mediastinale structuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke structuren van de hartschaduw zie je op laterale opname en welke nkel op VD-opname?

A
  • Laterale opname : linker atrium en rechter aurikel
  • VD-opname : rechter atrium en linker aurikel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ter hoogte van welke ribben worden de longbloedvaten craniaal en caudaal beoordeeld?

A
  • Craniaal : 3-4e rib
  • Caudaal : 9de rib
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe herken je een vergroot rechter ventrikel op RX?

A

Omgekeerde D-vorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe herken je een vergroot linker hart op RX?

A
  • Cowboy sign
  • Valentine heart
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe herken je het verschil tussen pericardiale effusie en algemene cardiomegalie?

A
  • Pericardiale effusie : goed omschreven, globoïde vorm
  • Cardiomegalie : vage randen, specifieke vergroting van de kamers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bronchiaal patroon
* Hoe herken je het?
* Wat is een typische oorzaak?
* Wat is de irreversiebele vorm?

A
  • Donuts en tramlines
  • Bronchitis
  • Bronchiëctasie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe herken je een intersitieel patroon?

A
  • Milde toename van de opaciteit
  • Onderliggende structuren minder duidelijk zichtbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Alveolair patroon
* Hoe herken je het?
* Wat is een typische aandoening?

A
  • Luchtbronchogrammen en lobar sign
  • Pneumonie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar kom je de milt tegen bij de hond op RX en waar bij de kat?

A
  • Hond : onderaan
  • Kat : bovenaan
17
Q

Wat zijn zes oorzaken van het verlies van serosaal detail?

A
  1. Jonge dieren
  2. Cachectische dieren
  3. Peritoneale effusie
  4. Peritonitis
  5. Carcinomatose
  6. Massa-effect
18
Q

Hoe herken je hepatomegalie op RX?

A
  • De lever komt ver buiten de ribbenboog
  • As van de maag naar caudaal ipv loodrecht op de wervelkolom
19
Q

Wat is typisch aan echo bij de lever?

A

Er is een spiegelbeeld-artefact

20
Q

Hoe verhoudt de echogeniciteit van de lever, nieren en milt zich tegenover elkaar?

A
  • Nier (hypoechogeen, donker)
  • Lever
  • Milt (hyperechogeen, wit)
21
Q

Wat is het verschil tussen sludge in de galblaas bij honden en katten?

A
  • Hond : kan normaal zijn
  • Kat : pathologisch
22
Q

Hoe herken je functionele en mechanische ileus?

A
  • Functioneel : diffuse dilatatie, minder uitgesproken
  • Mechanisch : segmentele dilatatie, meer uitgesproken, leeg distaal
23
Q

Welke vijf lagen zijn er over het hele darmstelsel te zien?

A
  1. Lumen = hyperechogeen
  2. Mucosa = hypoechogeen
  3. Submucosa = hyperechogeen
  4. Muscularis = hypoechogeen
  5. Serosa = hyperechogeen
24
Q

Welke blaasstenen zijn radio-opaak?

A
  • Struviet
  • Ca-oxalaat