Schildkliernodus, kanker of geen kanker? Flashcards

1
Q

toxische noduli

A

vrijwel nooit kanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

verdeling noduli

A

solitair, multinodulair, toxisch of non-toxisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doet een onderdrukt TSH?

A

sluit kanker uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doe je als eerst bij diagnostiek nodus?

A

TSH prikken
- onderdrukt: toxisch en functioneel > scan
- TSH normaal: klinische evaluatie, echo en FNA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

FNA

A

punctie waarmee een biopt gemaakt kan worden voor histologisch onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Therapie gemetastaseerd

A
  • chirurgie: moet wel hele leven schildklierhormonen slikken
  • radioactief jodium
  • jodium refractair > radiotherapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

a-priori op maligniteit bij palpabele nodus

A

5-10%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een functionele nodus vrijwel altijd?

A

benigne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Als TSH laag

A

TSH-R Ab bepalen
als deze negatief: scintigrafie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

DD solitaire schildkliernodus

A

adenoom, carcinoom, cyste, inflammatoir, autonome nodus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar let je op bij echo schildklier?

A

afgrensbaarheid, calcificatie, geniciteit, compositie, vascularisatie, halo rond nodus, vorm, lymfeklieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat vraag je in anamnese?

A
  • familie
  • bestraling hals
  • heesheid > n. recurrens aangedaan
  • thyreotoxische symptomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Schildklier carcinoom subtypes

A
  1. papillair carcinoom 70%
  2. folliculair carcinoom 15%
  3. medullair carcinoom 5-10%
  4. anaplastisch carcinoom 5%
  5. lymfoom 5%
  6. metastase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

gedifferentieerd carcinoom

A

papillair en folliculair carcinoom, hebben rustig biologisch gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Indicentie schildkliercarcinoom

A
  • mannen 13/106
  • vrouwen 31/106
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

therapie gedifferentieerd carcinoom

A

totale thyreoidectomie, als er nog iets over is radioactief jodium

  • follow-up: thyroxine suppressie therapie waardoor TSH onderdrukt wordt, hiermee voorkom je kans op recidief

jaar na operatie wordt Tg gemeten met recombinant TSH stimulatie, er zou geen Tg meer moeten zijn

17
Q

medullair carcinoom

A

bestaat uit parafolliculaire C-cellen
- helft is sporadisch, andere helft door autosomaal dominant overervernd tumorsyndroom MEN2a of -2b.

18
Q

Welke tumormarker wordt gebruikt bij medullair?

A

calcitonine (differentiatie) en CEA (de-differentiatie

19
Q

therapie medullair carcinoom

A

totale thyreoidectomie met centrale halsklierdissectie
- bij metastase debulking: deels verwijderen van tumor
- eventueel chemo

niet nabehandeling met radioactief jodium, C-cellen nemen dit niet op