Het centrale zenuwstelsel en endocriene organen Flashcards
endocriene communicatie
hormoon wordt via de bloedbaan naar de doelwitcellen vervoerd
paracriene communicatie
signaalmoleculen bereiken via de intercellulaire vloeistof de nabijgelegen cellen
autocriene communicatie
hormoon uit een cel bindt op de receptor van diezelfde cel
2 typen receptoren
kern- en membraanreceptoren
belangrijke endocriene klieren
hypofyse, schildklier, bijschildklieren, bijnieren, testes, ovaria en pancreas
hypothalamus
clusters van neuronen; grote en kleine cellichamen
neuronen met grote cellichamen
hebben lange axonen en komen uit in de hypofyseachterkwab > vasopressine en oxytocine
neuronen met kleine cellichamen
kortere uitlopers en geven releasing factors (worden afgegeven aan een plexus van bloedvaten boven de hypofysesteel) af, die de afgifte van hormonen door de voorkwab stimuleren/remmen
hormonen hypofysevoorkwab
TRH, GnRH, somatostatine, GRH, dopamine en CRH
hormonen hypofyse achterkwam
oxytocine en ADH
hypofyse
voorkwab groter dan achter, achterkwab heeft kleine kernen, voorkwab heeft hormoonproducerende cellen die er uit zien als eilandjes van langerhans; voorkwab heeft klierstructuur
somatotrope cel
50%, produceert GH
+: GHRH
-: somatostatine
corticotrope cel
20%, produceert ACTH
+: CRH (en AVP)
lactotrope cel
15%, produceert prolactine
-: dopamine
gonadotrope cel
10%, produceert LH/FSH
+: GnRH (LHRH)
thyreotrope cel
5%, produceert TSH
+: TRH
feedbackmechanisme
hypothalamus geeft hormonen af die hypofyse beïnvloeden > hormonen die naar perifere endocriene organen gaan > klierhormonen met negatieve terugkoppeling
acromegalie
te veel groeihormoon
Cushing
hypercortisolime
Addison
hypocortisolisme
Graves
hyperthyreoidie
Hashimoto
hypothyreoidie
Hypothalamus - hypofyse-bijnier
- hypothalamus maakt CRH
- CRH bindt aan G-eiwit gekoppelde receptor op hypofyse voorkwab
- ACTH afgifte wordt gestimuleerd > aanmaak bijnierandrogenen en cortisol gestimuleerd
- Cortisol bindt dmv kernreceptor
Cortisol en bijnierandrogenen hebben negatieve feedback op hypothalamus en hypofyse
hypothalamus-hypofyse-schildklier
- TRH wordt afgegeven door hypothalamus en stimuleert de hypofyse in TSH afgifte
- TSH stimuleert de schildklier tot aanmaak T4, dit heeft negatieve feedback op hypothalamus en hypofyse
- T4 kan in lever omgezet worden in actieve T3, wat effect heeft op weefsels
hypothalamus - hypofyse-groeihormoon
- hypothalamus produceert somatostatine en GHRH (somatostatine remt en GHRH stimuleert hypofyse)
- groeihormoon productie door hypofyse
- GH zorgt voor IGF-l aanmaak > remt hypothalamus en hypofyse
maag maakt ghreline > stimuleert hypothalamus en hypofyse tot aanmaak GHRH en GH
hypothalamus-hypofyse-gonaden
- GnRH wordt afgegeven door hypothalamus > LH/FSH door hypofyse en steroidhormonen gemaakt
Inhibine B remt hypofyse en hypothalamus
prolactine
belangrijk bij zwangerschap voor melkvorming
- dopamine probeert prolactine afgifte te onderdrukken, als melk nodig is wordt dopamine onderdrukt
bij zoogreflex wordt via lange uitlopers via het ruggenmerg de afgifte van dopamine onderdrukt, tegelijk worden in hypothalamus neuronen met lange cellichamen gestimuleerd > oxytocine > melk
oxytocine
speelt een rol bij zogen en contractie van uterus, ook gelukshormoon
vasopressine (ADH)
stimuleert reabsorptie van water in de nier > speelt rol in bloeddrukregulatie
Spiegels hormonen
hebben een cricadiaan ritme
- GH, TSH, PRL zijn tijdens slaap hoog
- ACTH en cortisol zijn ‘s ochtends hoog
Rol eiwitbinding
inactiveert hormonen en zorgt voor verminderde klaring/uitscheiding > groot verschil in halfwaardetijd bij binden of niet