Hoe werken kernreceptoren Flashcards
kernreceptoren
eiwitten in de kern, lijken op transcriptiefactoren; bij binding conformatieverandering > activatie en directe transcriptie
kernreceptor vs transcriptiefactor
ligand afhankelijke transcriptiefactor
- diffusie: bindt aan complex en gaat naar kern
- directe binding
normale transcriptiefactor: membraanreceptor bindt aan ligand > activatie transcriptiefactoren > binden aan DNA
homodimeer
2 dezelfde receptoren
heterodimeer
verschillende receptoren
weesreceptoren (orphan)
monomeren of dimeren waarvan het ligand nog onbekend is
domeinen kernreceptor
- hormoonbindend: specificiteit
- kernlokalisatie: zorgt dat receptor naar de kern getransporteerd wordt
- DNA bindend domein, dimerisatie domein, transactivatie domein
- co-activator of een co-repressor bindingsdomein
hormoonbindend domein
specifiek bindend met hoge affiniteit, dynamisch
- bindingspocet: 12 alfa helices
DNA bindend domein
receptor specifiek, hoge affiniteit voor DNA, dyanamisch en specifiek
- 3 alfa helices en 2 Zn clusters
- dimerisatie motief
hormoonrespons elementen
- korte sequentie in/nabij promotor regio
- receptor afhankelijke consensus sequentie
- steroid receptoren
- klasse 2 receptoren
- wees receptoren
receptor afhankelijke consensus sequentie
specifieke volgorde van 6 bp die vervolgens na een variabele sequentie van 3bp tegenovergesteld verder gaat met dezelfde 6 bp
steroid receptoren
werken als homodimeer, DNA volgorde is tegenovergesteld: forward en reverse
klasse 2 receptoren
werkt als heterodimeer, basepaar volgorde zijn directe repeats
wees receptoren
monomeer-kernreceptoren binden aan de helft van een hormoonrespons element
Hoe gaat cortisol de kern in
bindt aan receptor > wordt actief > receptor naar kern > dimeriseert en bindt aan DNA > wordt inactief gehouden door heat shock eiwit, als hormoon bindt laat het los
- als de receptor aan DNA bindt > extra eiwitten gerekruteerd, deze zorgen voor meer activatie receptor > RNA polymerase gerekruteerd
schildklierhormoon naar kern
receptorcomplex zit al in kern en aan DNA, maar inactief door co-repressors > als hormoon bindt activering en transcriptie > kan gen activeren of remmen
co-activator
- interactie ligand gebonden receptor
- versterken activator functie
- transcriptie activeren
- dissociatie receptor na dissociatie hormoon
schildklierhormoon
-binding T3 receptor
-Via membraan transporter de cel in
-Receptor dimeer op DNA
-Receptor vormt meestal een heterodimeer, maar kan ook homo of mono
cortisol
-binding glucocorticoidreceptor
-via diffusie de cel in
-receptor translocatie naar de kern na binding van ligand
-bij voorkeur als homodimeer
diversiteit functies
verschillend effect in de cel en weefsels door verschillende receptoren en isovormen
diversiteit schildklierhormoon werking T3
- variabele expressie TRalfa en TRbeta
- variabele heterodimerisatie RXRalfa, beta en gamma
- interactie TRE met monomeer, dimeer of heterodimeer
- variabele samenstelling co-activator complex
- bijdrage andere weefselspecifieke transcriptiefactoren
- op verschillende niveaus kan er een verschil zijn in de respons op schildklierhormonen
selectieve receptor modulatoris
- agonist werking in sommige weefsels en antagonist werking in andere weefsels
- conformatie verandering van receptor en afhankelijk van het celtype zal dat of agonistisch of antagonistische werking optreden, dit is afhaneklijk van concentratie co-activatoren en repressors
agonist
- activatie transcriptie
- conformatieverandering ten gunste van co-activator
antagonist
- blokkeert effect agonist
- conformatieverandering ten gunste van co-repressor
- geen effect transcriptie
inverse agonist
remt basale/constitutieve activiteit kernreceptor