Samenvatting Flashcards
Het is van belang om het verschil tussen het ouder worden van de populatie
te onderscheiden van het individueel ouder worden. Waarnaar refereert het individueel ouder worden?
Naar het biologisch veranderen van het lichaam > Vooral in de cellen, weefsels en organen
Waardoor wordt ouder worden in de populatie gekarakteriseerd?
Door de verandering in de verdeeldheid van het leven. Denk hierbij aan vergrijzing
Mensen worden steeds ouder door verbeteringen in de algemene gezondheid van de bevolking. Waardoor komt dit? (4)
o Beter drinkwater
o Betere riolering
o Betere werk- en leef omstandigheden.
o Betere gezondheidszorg.
Er zijn 3 inzichten in het ouder worden.
- ‘wear and tear’.
- Theorieën over adapteren aan leeftijd.
- ‘disposable soma theorie’.
Wat wordt er bedoeld met wear and tear?
Net zoals machines wordt ook de mens met de jaren minder effectief.
Wat zijn 3 Theorieën over adapteren aan leeftijd?
- Ouder worden werkt hetzelfde als opgroeien.
- Er is een erfelijk component wat de levensduur beïnvloed.
- Ook zijn er meerdere genen geïdentificeerd die hetzelfde doen.
Waardoor wordt veroudering veroorzaakt?
door een verlies van het vermogen om cellulaire componenten te repareren. Dit zijn chromosomale afwijkingen die aan het verouderingsproces ten grondslag kunnen liggen.
Er is een correlatie tussen levensduur en het vermogen van het lichaam om DNA te repareren.
Welke 3 drie soorten mutaties in DNA zijn mogelijk?
- Punt mutaties = een DNA paar is veranderd.
- Deletie mutatie = een DNA paar is verwijderd.
- Insertie mutatie = een DNA paar veranderd van plek op het gen.
Wat is DNA schade precies?
DNA schade zijn chemische veranderingen in DNA die de polynucleotide volgorde niet veranderd.
De mitochondrie is ‘the power house of the cell’. Wat doet hij verder (3)?
o Produceert APT = energie die het lichaam nodig heeft.
o Onderhoudt de homeostase in de cel
o Speelt een rol bij apoptose.
Cellulair ouder worden kan worden verdeeld in twee categorieën. Welke zijn dit?
- Cellen die zich wel kunnen vernieuwen = pre-mitotisch
- Cellen die zich niet kunnen vernieuwen = post-mitotisch
Hoeveel procent van de ouderen heeft de eigen dentitie nog?
66%
Waardoor slijten gebitselementen en waartoe leidt het?
De elementen slijten af door gebruik
Dit leidt tot verkleuring en vormverandering
Veranderingen in de pulpa komen vaker voor met ouderdom. Wat zie je vaak?
De pulpa wordt kleiner, meer tertiair dentine
Wat is het effect van recessie van de gingiva?
Wortelcariës, gevoeligheid
Wat gebeurt er met de gebitselementen en de orale mucose naarmate iemand ouder wordt? (3)
- Gebitselementen slijten door gebruik
- Pulpa wordt kleiner
- Recessie gingiva
Waarvoor kan de afname in de speekselafvoer zorgen?
voor meer plaqueaccumulatie.
Wat heeft invloed op de speekselvloed?
Gebruik medicatie die hierop invloed hebben
Waarvoor zorgt speeksel? (2)
- Zorgt voor dat de mond vochtig gehouden wordt, beschermt demucosa en helpt mee met het herstel van de zachte weefsels.
- Buffering
Naarmate men ouder wordt, veranderd de afweer. Wat zijn de grootste veroorzakers van ziekten in de geriatrie?
Infectieziekten
Het immuunsysteem kan worden verdeeld in twee delen.
1. Niet-specifiek
2. Specifiek
Wat is hiervan het doel?
Het doel van beide is het elimineren van een lichaamsvreemde cel/pathogenen
Het ouder worden heeft ook invloed op het geheugen en het vermogen om nieuwe dingen te leren. Waarvan kan dit een gevolg zijn?
o Dit kan als gevolg zijn van verlies van gehoor en zicht (blind en doof)
o Ouderen met dementie hebben hier nog meer moeite mee.
Communicatie is het proces van het overbrengen, opvangen en verwerken
van informatie. Op welke twee wijzen kan dit?
Kan zowel non-verbaal als verbaal.
Wat is van belang bij de ontvanger bij communicatie?
De ‘ontvanger’ moet het vermogen hebben om verbale en non-verbalebcommunicatie op te vangen.
(slecht horend, slecht ziend?)
Wat is het doel van juiste communicatie?
De ontvanger begrijpt het bericht zoals de zender het heeft bedoeld.
Wat kan er allemaal fout gaan in de communcatie? (2 + 6 voorbeelden van ruis)
- Ontvanger begrijpt het verkeerd
- Er is sprake van ruis.
- Ruis is alles wat een belemmering kan vormen tussen zender en ontvanger.
- Beperking (doof)
- Ontvanger is afgeleid door stress
- Zender is onduidelijk.
- Ontvanger is niet bekend met dialecten of jargon
- Kan ook in de omgeving zitten, bijvoorbeeld harde muziek.
Hoe kan je ervoor zorgen dat informatie van het korte- naar het lange termijngeheugen gaat?
vaak herhalen of actief verwerken
Wat gaat minder effectief bij het opslaan van informatie van ouderen?
Ouder worden heeft weinig impact op de ‘opslagruimte’ in het korte
termijngeheugen maar het verwerken van de informatie gaat minder effectief.
Hoe kan er gecompenseerd worden voor vermindering van gehoor en zicht? (7)
- Gebruik van dikgedrukte en grote opdruk bij geschreven materiaal.
- Gebruik van kleuren die in contrast staan met elkaar.
- Tegenover de patiënt staan en oogcontact houden.
- Iets dichterbij de patiënt staan.
- Niet te dichtbij, evenals aanraking. - Iets langzamer en duidelijker communiceren maar niet te overdreven. (tenzij nodig)
- Zorg voor een rustige omgeving.
- Probeer geen barrières tussen de patiënt te hebben (denk aan bureau ect.)
Normaal’ ouder worden maakt de mens niet meer vergeetachtig of niet in staat om te leren. Waar wordt het geheugen wel gevoelig voor?
Het geheugen wordt wel meer gevoelig voor overbelasting door prikkels.
Oudere patiënten kunnen wel nieuwe gewoontes aanleren, maar er moet wel
met een paar dingen rekening gehouden worden. Welke 4 dingen zijn dit?
- Bevindingen van onderzoeken uitleggen in een rustige setting zonder achtergrond muziek.
- Achtergrondmuziek kan als een ruis werken voor patiënten. - Zorg voor een gestructureerd gesprek en een uitleg die chronologischklopt.
- Zo heeft de patiënt voldoende duidelijkheid tijdens d behandeling(en). - Neem de tijd om te luisteren naar vragen of klachten.
- Geef niet te veel informatie in één keer
Wat zijn 5 symptomen van dementie?
o Geheugenverlies
o Moeite met het uitvoeren van dagelijkse taken.
o Moeite met taalbeheersing.
o Verwarring in tijd en plaats
o Snelle verandering in gevoel of gedrag
Verbale communicatiestoornissen geassocieerd met dementie (4)
- Anomie = problemen bij het vinden van de juiste woorden.
- Agnosie = verlies om het vermogen om objecten, mensen, geuren of vormen
te herkennen - Geheugenverlies = gebeurtenissen niet meer herinneren
- Afasie = vermogen om te praten kwijt raken.
Wat zijn orale aandoeningen die vaker voorkomen bij mensen met dementie? (10)
- Snellere uitval van elementen.
- Snellere ontwikkeling van cariës.
- Snellere ontwikkeling van gingivitis.
- Snellere plaqueaccumulatie.
- Niet goed passende, vieze protheses.
- Protheses die niet gedragen worden.
- Moeite met wennen aan een nieuwe prothese.
- Laesies aan de weke delen.
- Xerostomie.
Wat zijn risicofactoren voor slechte mondhygiëne bij oudere patiënten met
psychologische aandoeningen (6)?
- Specifieke diagnosis.
- Ernst en duur van de aandoening.
- Ernst van de mentale en functionele beperkingen.
- Medicatie gebruik.
- Geassocieerde aandoeningen.
- Hulp en kennis van de zorgverleners.
Wat zijn doelen voor de behandeling van oudere patiënten met psychologische
aandoeningen? (5)
- Behandelen van bestaande aandoeningen in de mond.
- Preventie van andere aandoeningen.
- Preventie van erger worden bestaande aandoeningen.
- Herstellen van de orale functie.
- Helpen bij routine creëren in de mondzorg.