College 5: gerodontologie in thk Flashcards

1
Q

Op basis van welke risicofactoren voor wortelcariës moeten periodieke mondonderzoeken bij ouderen elkaar sneller
opvolgen? (4)

A

Als er sprake is van:
1. Wortelcaries
2. Verslechtering van de mondhygiëne
3. Polyfarmacie en/of hyposialie-inducerende medicatie
4. Interval van afhankelijk van algehele conditie en andere risicofactoren. Duurt hoogstens 6 mnd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke medicamenten vergroten het risico op
hyposialie (2) en daarmee op wortelcariës bij ouderen, en welk beleid wordt daarbij aanbevolen? (4)

A

> > Anti depressiva, antihypertensiva

Actie;
1. Actueel medicatieoverzicht van de apotheek
2. Bedacht zijn op door medicatie geïnduceerde hyposialie
3. Bij twijfel speekselsecretiesnelheid in
ust en na stimulatie bepalen
4. Bij hyposialie als gevolg van medicatie overleggen met de voorschrijver en de betrokken apotheker over eventuele aanpassing van de medicatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij welke anamnestische en/of klinische bevindingen is radiologisch onderzoek
geïndiceerd om voor de orale functie belangrijke gebitselementen te kunnen behouden? (3)

A
  1. Diagnostiek door visuele en tactiele
    inspectie
  2. Actieve wortelcariës dan radiologisch
    onderzoek door middel van bitewings
  3. Wortelcariës in historie, dan het
    tijdsinterval van radiologisch onderzoek door middel van bitewings verkleinen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn kenmerken van actieve wortelcaries? (5)

A
  1. Verweekt/leerachtig oppervlak
  2. Verkleurd
  3. Met of zonder cavitatie
  4. Lokalisatie dicht bij gingiva
  5. Meestal zichtbaar bedekt met plaque
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn kenmerken van inactieve wortelcaries? (5)

A
  1. Hard oppervlak
  2. Verkleurd maar glanzend
  3. Met of zonder cavitatie
  4. Lokalisatie dicht bij gingiva
  5. Meestal niet bedekt met plaque
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke preventieve middelen en maatregelen worden geadviseerd om wortelcariës te
voorkomen en voor de functie belangrijke gebitselementen te behouden? (3)

A
  1. Ouderen met wortelcariës tandpasta
    met 5.000 ppm fluoride voorschrijven, 1 of 2x per dag gebruiken bij het tandenpoetsen
  2. Bij onvoldoende effect, als extra
    maatregel professioneel een vernis of vloeistof met een grote concentratie fluorideaanbrengen op alle geëxposeerde worteloppervlakken.
  3. Bij polyfarmacie en/ofhyposialieinducerende medicatie, kan ook 1 of 2x per dag tandenpoetsen met
    tandpasta met 5.000 ppm fluoride worden overwogen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat kan je zeggen over SDI/SDF?

A

Applicatie van 38% zilverdiaminefluoride is
mogelijk effectief in de preventie van nieuwe
wortelcariëslaesies bij ouderen.

(Bewijs is goed)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke medicatie gebruikt men bij Parkinson?

A

sinemet, irbesartan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

In welk stadium en hoe dient wortelcariës
restauratief behandeld te worden, rekening houdend met de algemene conditie van de
patiënt? (4)

A
  1. Zo lang als verantwoord is niet-restauratief
    behandelen.
  2. Intensieve preventieve zelfzorg en eventueel
    professionele preventieve zorg
  3. Toch restaureren, als: 1) risico op ernstige
    schade, 2) geconstateerde of verwachte
    onvoldoende effectiviteit van de niet-restauratieve benadering 3) de belastbaarheid van de patiënt onvoldoende is.
  4. Niet al het centraal gelegen aangetaste
    weefsel verwijderen bij risico op exponatie;
    restauratiemateriaal dat naar verwachting
    een goede retentie en randaansluiting geeft;
    bij contaminatie met vocht, glasionomeercement
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Veroudering gaat gepaard met geleidelijk verlies.
Onder welke 3 groepen kan dit verdeeld worden?

A
  • Afname fysiologische reserves
    – Hartfunctie
    – Longfunctie
    – Nierfunctie
    – Verandering bloedvaten
    – Immuunsysteem (verhoogd infectierisico)
    – Hormonale veranderingen
    – Verminderde temperatuurregulatie
    – Afname basaal metabolisme
    – Etc, etc
  • Verlies van spiermassa
  • Cognitieve achteruitgang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly