Richtlijnen Flashcards
Wat is het risico bij patiënten die antitrombotica gebruiken?
- Patiënten die antitrombotica gebruiken lopen een verhoogd risico op
nabloedingen na een bloederige ingreep in de mond. - Vroeger werd er geadviseerd om te staken indien er een bloederige ingreep
plaats moest vinden, tegenwoordig hoeft dit niet meer.
Antitrombotica zijn …
alle middelen die trombose voorkomen of behandelen
Welke twee categorieën van antitrombotica zijn er?
- Trombocytenaggregatieremmers (TAR)
- Anticoagulantia
Welke 6 medicamenten vallen er onder Trombocytenaggregatieremmers (TAR)?
- Acetylsalicylzuur.
- Carbasalaatcalcium.
- Clopidogrel.
- Dipyridamol.
- Prasugrel.
- Ticagrelor.
Welke 3 medicamenten vallen er onder Anticoagulantia?
- Vitamine K antagonisten (acenocoumarol en fenprocoumon).
- Direct werkende anticoagulantia (Apixaban, dabigatran, edoxaban)
- Laag moleculair gewicht heparine.
Wat is het bloedingsrisico van bloederige ingrepen in de mondzorg bij patiënten
die antitrombotica gebruiken en wat is het aanbevolen beleid met betrekking tot
het staken? (4)
- In de meeste gevallen is het advies om de behandeling met antitrombotica
niet te staken.
- Bij vitamine K antagonisten moet er gekeken worden naar de INR waarde. - Is het gebruik van lokale maatregelen ter voorkoming van ernstige nabloedingen
geïndiceerd bij patiënten die antitrombotica gebruiken en een bloederige ingreep
ondergaan.
- Hechten na een ingreep wordt in alle gevallen aanbevolen.
Bij vitamine K antagonisten moet er gekeken worden naar de INR waarde. Wanneer hoeft de behandeling niet gestaakt te worden?
Wat doe je wel?
Niet staken bij INR <3,5 van max 24u oud
maar:
Overweeg aanvullende maatregelen
Overleg met de trombosedienst als wordt
ingeschat dat de aanvullende maatregelen niet voldoende zullen zijn.
Welke informatie heeft de patiënt nodig om mee te kunnen beslissen over het
aanpassen van de antitrombotica voor een bloederige ingreep?
De behandelaar dient de patiënten te informeren over de risico’s van het
doorgaan of tijdelijk staken van antitrombotica bij het ondergaan van een
bloederige ingreep
Wat zijn aanvullende maatregelen als het gaat om beperken bloederige ingrepen?
Wondoppervlak verkleinen
Is het postoperatief voorschrijven van NSAID’s als pijnstilling verantwoord bij patiënten die antitrombotica gebruiken en die een bloederige ingreep hebben ondergaan?
Nee - NSAID’s voorschrijven wordt niet aangeraden
o Extra verhoogde risico op nabloedingen.
o Er zijn andere middelen die kunnen worden voorgeschreven.
Dit omdat een NSAID tevens de trombocytenaggregatie remt
Wat zijn twee indicaties voor mondzorg aan huis?
- Oudere is fysiek niet in staat om de mondzorgpraktijk te bezoeken.
- En er wordt geen verbetering verwacht in de fysieke gesteldheid. - Oudere kan de mondzorgpraktijk niet meer bezoeken door psychische of psychogeriatrische aandoening
Wat zijn 7 voorwaarden om tot het verlenen van mondzorg aan huis over te gaan?
- Patiënt verblijft in een woning die goed bereikbaar is.
- De woning is begaanbaar en er is voldoende fysieke ruimte om een
tandheelkundige uitrusting op te stellen. - Op de beoogde behandelplek is voldoende licht of dit valt te creëren.
- Op de beoogde behandelplek is toegang tot kraanwater en elektriciteit.
- De behandelaar moet ergonomisch kunnen werken.
- In geval van wilsonbekwaamheid van de patiënt moet er een wettelijke
vertegenwoordiger aanwezig of bereikbaar zijn.
o Familielid of mantelzorg - Er dienen contactgegevens beschikbaar te zijn van huisarts, apotheek en
eventuele andere zorgverleners.
Op basis van welke risicofactoren voor wortelcariës moeten periodieke
mondonderzoeken bij ouderen elkaar sneller opvolgen? (3)
- Als er sprake is van:
o Wortel cariës.
o Verslechtering van de mondhygiëne.
o Polyfarmacie of hyposalie-inducerende middelen.
Welke medicamenten vergroten het risico op hyposalie en daarmee op wortelcaries bij ouderen en welk beleid wordt daarbij aanbevolen?
- Bij de behandeling dient er beschikking te zijn over een actueel medicatieoverzicht: Te verkrijgen bij de apotheek door de patiënt.
Medicamenten:
Bisfosfonaten
Tricyclische antidepressiva
Anti-aritmica
Antihypertensiva C
Antidepressiva
Selectieve serotonine
heropnameremmers
Diuretica
Middelen bij urine-incontinentie
Anti-emetica
Sympathicolytica
Bij welke anamnestische en/of klinische bevindingen is radiologisch onderzoek
geïndiceerd om voor de orale functie belangrijke gebitselementen te kunnen
behouden? (2)
- Visuele en tactische inspectie wordt aanbevolen als eerste optie voor diagnostiek.
- Bij een historie van wortelcaries wordt aanbevolen om het tijdsinterval van
radiologisch onderzoek door middel van bitewings te verkleinen.
Welke preventieve middelen en maatregelen worden geadviseerd om wortelcaries te voorkomen en voor de functie van belangrijke gebitselementen te behouden? (2)
- Tandpasta met 5.000 ppm fluoride 2x per dag
- Eventueel extra fluoride aanbrengen op de blootliggende tandhalzen.
In welk stadium en hoe dient wortelcariës restauratief behandeld te worden,
rekening houdend met de algemene conditie van de patiënt? (4)
- Aanbevolen wordt om wortelcaries zo lang als verantwoord is, niet
restauratief te behandelen met interventies als preventieve zelfzorg. - Restauratief behandelen als:
o Er risico is op ernstige schade.
o Geconstateerde of verwachte onvoldoende effectiviteit van niet
restauratief.
Bij gebruik van welke medicatie moeten mondzorgverleners alert zijn op
problemen rond xerostomie en/of hyposalie?
- Het advies is dat de mondzorgverlener nagaat of de patiënt medicamenten
gebruikt waarvan het bekend is dat deze xerostomie of hyposalie kunnen
veroorzaken.
o Vooral bij polyfarmacie.
WET ZORG EN DWANG (WZD)
Voor wie geldt de wet? (4)
Een patiënt valt onder de wet zorg en dwang als:
o Er een verklaring is van een arts waaruit blijkt dat hij in verband met een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke beperking is aangewezen op zorg.
o Een persoon beschikt over een indicatie van het CIZ voor langdurige zorg met als grondslag een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke beperking.
o Er bij een patiënt sprake is van gedragsproblemen of regieverlies vergelijkbaar met een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke beperking, en dit kan leiden tot ernstig nadeel.
Wat regelt de WZD? (4)
- In welke situaties onvrijwillige zorg en/of opname aan de orde kan zijn.
- Hoe een besluit tot onvrijwillige zorg genomen wordt.
- Wanneer onvrijwillige zorgverlening geëvalueerd moet worden.
- Het recht op een cliëntenvertrouwenspersoon
Waarmee gaat kwetsbaarheid gepaard?
met een afnemende zelfredzaamheid in
de zelfzorg.
Ouderen maken de behoefte aan hulp niet altijd bekend, waarom is dit? (3)
o Omdat ze het kunnen uiten.
o Omdat ze het zelf niet merken.
o Omdat ze niet geholpen willen worden.
Interacties tussen een medicament en andere stoffen kunnen er tot leiden
dat: (2)
o Het medicament onwerkzaam wordt
o De bijwerkingen worden versterkt.
Wat is de biologische beschikbaarheid?
de fractie van de dosis die onveranderd de
algemene circulatie bereikt.