Angst in de mondzorg Flashcards

1
Q

Wat is angst?

A

Fight, flight or freeze reactie.
- onaangename emotie veroorzaakt door aanwezigheid (vermeende) bedreigende situatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom geeft het lichaam een fight, flight of freeze reactie?

A

Verhoogde overlevingskansen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer wordt angst pathologisch?

A

Wanneer angsten irreëel zijn of wanneer deze intensiteit buitensporig is of lang duurt. Wanneer het dagelijks leven eronder lijdt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom slaan de hersenen angst zo goed op?

A

Omdat het zo’n sterke emotie is, dat er een robuuste geheugensporen worden aangelegd (vergelijkbaar met asfalt, mildere emoties een zandpad)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

In het limbisch systeem wordt geschakeld tussen emoties en herinneringen (deze worden hier gevormd). Wat zijn verschillen in sterkten hierin?

A

Angst is een zeer sterke emotie > er worden essentiële geheugensporen aangelegd. Andere gebeurtenissen worden op gegeven moment vergeten omdat de emotie minder intensief is.

Angst = robuust, nauwelijks erosief en stevig geplaveid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe verloopt een angst respons?

A

Automatisch, bijvoorbeeld bij enkel een boorgeluid kan de angst geprikkeld worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is angst met een irreëel karakter?

A

Angst voor situaties die feitelijk niet gevaarlijk zijn (muizen en spinnen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Is angst aangeboren of aangeleerd?

A

Deels aangeboren en aangeleerd, maar voornamelijk aangeleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn aangeboren angsten? (6)

A
  1. Plotseling beweging
  2. Snelle benadering
  3. Hard en abrupt geluid
  4. Pijn
  5. (Soms) separatie ouders
  6. Slang, spin, bloed

Al het andere is aangeleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt angst aangeleerd? (3)
Three-way of fear:

A
  1. Zeer nare ervaring: pijn tandarts etc (90%)
  2. Model-leren (afkijken van ouders)
  3. Bedreigende informatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geuren en geluiden kunnen een trigger zijn. Welke vragen stel je wanneer iemand aangeeft angstig te zijn voor een boor? (3)

A
  1. Waar ben je vang voor, wat vrees je dan?
  2. Wat maakt dat je daar bang voor bent?
  3. Als je (iets) voelt, wat is er dan het ergst wat er kan gebeuren? Wat gaat er volgens jou dan mis?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is CS?

A

Het geen wat angst triggert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is UCS?

A

De uitkomst van de angst (als CS is, dan gebeurt UCS)

Bijv: CS = trillen boor UCS: zenuw raken en pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kan je ervoor zorgen dat UCS positief is?

A

Door iemand bloot te stellen aan CS dus het trillen van de boor. Ervoor zorgen dat UCS niet ontstaat (bijv. anesthesie) zodat het niet kan ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil in angst en fobie

A

Bij fobie wordt het object daadwerkelijk vermeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Met een angstvragenlijst alleen kan je geen diagnose stellen. Er dient ook een gesprek plaats te vinden. Wat is er aan de hand als de DAS score hoger dan 15 is?

A

Dit is hoog, spreekt van een fobie

17
Q

Kan angst zomaar weg gaan?

A

Nee, niet zomaar (robuust, stevig)

18
Q

Wat is extinctie?

A

Je bouwt positieve ervaringen om de angst heen. Je bouwt als het ware een alternatieve route, maar de hoofdweg bestaat nog

19
Q

Wat is renewel bij angst?

A

Als je bij angst ta bent geweest en nu niet meer zo angstig bent. Je gaat weer naar algemene praktijk. Bepaalde geuren of geluiden triggeren toch die angst weer

OF

toch weer pijn gehad

20
Q

Wat doe je als een patiënt angstig is? (5)

A
  1. Eerst rapport opbouwen, vertrouwensrelatie, empathie
  2. Diagnose (verschillende angststoornissen
  3. Indicatiestelling
  4. interventie/behandelmethode = psychologisch of farmacologisch
  5. Evaluatie
21
Q

Wat is slim om te doen bij angst? (3)

A
  1. Wees voorspelbaar
  2. Vertrouwen scheppen
  3. Gevoel van controle geven > pauze, weer verder (seconden afspreken, aftellen)
22
Q

Wat kan je een patiënt vragen om het gevoel van controle te geven?

A

Hoe kan ik u behandelen zodat het voor u te doen is/of juist niet?

23
Q

Wat zijn exposure oefeningen?

A

Waarbij je de patiënt van klein naar groot, stapje voor stapje blootstelt aan de trigger. (boor afstand, kort laten horen > langer > dichterbij etc.)

Geen ramp laten gebeuren!

24
Q

Je kan flauwvallen voorkomen. Waardoor?

A

Applied tension > alle grote spieren aanspannen voor 10/15 sec. Warmte treedt op > 20/30 sec rust > 5x opnieuw > thuis oefenen, heeft echt effect

25
Q

Angst kan leiden tot vergrootte pijnperceptie. Welke specifieke fobieën zijn er? (3)

A
  • Duidelijke angst voor een specifiek object of situatie
  • Angst is buitenproportioneel
  • Object of situatie wordt ontweken of doorstaan met intense angst

Bloed-injectie-letselfobie
Tandartsangst
Emetofobie (overgeefangst)

26
Q

Hoe kenmerkt een paniekaanval zich?

A

Hartkloppingen, zweten, trillen, het gevoel hebben te stikken, pijn in de borst,
misselijkheid, duizelingen, koude rillingen, bang zijn dood te gaan / gek te
worden etc

27
Q

Wat is er aan de hand bij een Sociale Angststoornis? (4)

A
  • Duidelijke angst voor een of meer sociale situaties
  • Angst negatief geëvalueerd (bijv. door iets gênants te doen) te worden
  • Situaties worden ontweken of doorstaan met intense angst
  • Angst is buitenproportioneel
28
Q

Welke gevolgen in de mond zie je vaak door angststoornissen?

Waardoor komt dit?

A
  • cariës en parodontitis
  • Vermijding van bezoek mondzorgprofessional
    dit kan leiden tot achteruitgang mondgezondheid
    → schuld, schaamte, sociale isolatie, depressie
    Bezoek aan mondzorgprofessional gaat gepaard met grote angst

VISEUZE CIRKEL

29
Q

Hoe kan je het beste behandelen bij een angststoornis?

A

Opbouwen van een vertrouwensrelatie
Tijdsperioden tussen de behandelingen beperken
Beheersbaar en voorspelbaar behandelen
– stopteken afspreken
– goed verdoven
– voortdurend uitleg geven gedurende de gehele behandeling
– de behandeling in kleinere stukken opdelen (afspreken aantal tellen)