Preventieparadox Rose Flashcards

1
Q

Causes of cases

A

richten op mensen met de hoogste risico’s  individuele bescherming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

causes of incidences

A

oorzaken van de prevalentie  population strategy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Stap 1

A

Het verband tussen blootstelling en respons

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Stap 2

A

Bereken in elke categorie van de bloostelling het relatieve risico op sterfte HVZ en de attributieve fractier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

relatieve risico

A

het absolute risico op … van de ene groep (mensen met) gedeeld door het absolute risico op sterfte in de andere groep (mensen zonder).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

attributieve fractie

A

fractie van sterfte van de blootgestelde groep te wijten aan de blootstelling zelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

formule AF

A

(RR-1)/RR ((R1/R0)-1)/(R1/R0)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Stap 3

A

Wat is de verdeling van blootstelling in de populatie?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Stap 4

A

Bereken nu op basis van de verdeling van serum cholesterol in de populatie (stap 3) de sterfte aan hart en vaatziekten in elke categorie (stap 2, en baseline rate)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Stap 5

A

Bereken nu het aantal doden in elke categorie, dat wordt veroorzaakt door de ziekte, dus AF * doden door ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

stap 6

A

Bereken voor elke categorie wat de bijdrage is (%) aan de oversterfte aan de ziekte (het getal boven elke staaf)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Doorbraak gedachte Rose

A
  1. De grootste gezondheidswinst in de populatie is te boeken in de groep met een matig verhoogd risico op sterfte
  2. Ergo, preventiebeleid dat een kleine verschuiving in de verdeling van de risicofactor richting gezonde mensen realiseert, kan veel effectiever zijn dan een preventiebeleid dat zich alleen richt op mensen met het hoogste risico (populatie-aanpak ipv hoog risico benadering)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Toepassen Rose paradigma

A

De volgende voorwaarden zijn belangrijk:
1. Als het risico op ziekte graduel stijgt met toenemende blootstelling, en
2. Lage niveaus van blootstelling zeer veel voorkomen in de populatie, dan
3. Zullen personen met een klein risico meer bijdragen aan de ziektelast, dus
4. Ligt dan de populatiebenadering in preventiebeleid meer voor de hand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Preventieparadox

A

Een preventiemaatregel met veel gezondheidswinst voor de bevolking, zal voor individuen weinig gezondheidswinst opleveren. Is een klinisch relevant verschil een goed criterium om een preventieve maatregel te beoordelen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

primaire preventie

A

het voorkomen van nieuwe gevallen van ziekten door het wegnemen of verminderen van de onderliggende oorzaken.
o Loodvrije benzine, autogordel, rookverbod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

secundaire preventie

A

het opsporen van een aandoening in een zo vroeg mogelijk (pre-klinisch) stadium, zodat vroege behandeling mogelijk is en verergering van de ziekte wordt voorkomen
o Bevolkingsonderzoek, borstkanker

17
Q

tertiaire preventie

A

het voorkomen of beperken van de gevolgen van een vastgestelde aandoening
o Beweegprogramma in revalidatie na hartfalen

18
Q

gezondheidsbescherming

A

aanpak van omgeving van de mens om kans op blootstelling aan risicofactoren te verkleinen
o Rookverbod, riolering, rotonde

19
Q

gezondheidsbevordering

A

het bevorderen van gezond gedrag
o Lesprogramma op scholen, voorlichting, gezonde kantine

20
Q

ziektepreventie

A

programma’s gericht op het voorkomen van specifieke (infectie)ziekten
o Vaccinatieprogramma DKTP

21
Q

aangrijpingspunten

A
  • gezondheidsbescherming
  • gezondheidsbevordering
  • ziektepreventie
22
Q

universele preventie (hele bevolking)

A

algemene bevolking, bevordert en beschermt actief de gezondheid van de bevolking
* primaire en secundaire preventie

23
Q

selectieve preventie (subgroepen)

A

bevolkingsgroepen met verhoogd risico, voorkomen dat personen met verhoogd risico voor een bepaalde aandoening daadwerkelijk ziek worden
* primaire en secundaire preventie

24
Q

geïndiceerde preventie (individuen met een verhoogd risico)

A

individuen met beginnende klachten, vorkomen van verergering tot een aandoening
* primaire, secundaire en tertiaire preventie

25
zorggerelateerde preventie
individuen met ziekte, voorkomen van complicaties en beperkingen * tertiaire preventie
26
3 indelingscriteria
ziekte, aangrijpingspunt of doelgroep
27