3c1 rijtjes Flashcards
Model voor planmatige preventie
- Epidemiologische analyse van blootstelling aan risicofactoren
- (Analyse van gedrags- en omgevings risicofactoren
- Analyse van determinanten van blootstelling aan risicofactoren
- Interventieontwikkeling
- Interventie implementatie
- (Evaluatie)
Voorwaarden voor gereguleerde concurrentie
- Goede risicoverevening
- Transparantie productclassificatie
- Voldoende contractvrijheid voor partijen
- Kwaliteitsindicatoren
- Consumenteninformatie
- Adequaat toezicht op kwaliteit
- Effectief mededingingsbeleid
Stappen van Shared Decision Making
- Informeren dat er een beslissing gemaakt moet worden
- Behandelopties en voor- en nadelen uitleggen
- Voorkeuren bespreken en ondersteunen van de patiënt
- Bespreken in hoeverre patiënt betrokken wil zijn, beslissing maken
Elementen van Shared Decision Making
- De behandelmogelijkheden
- Persoonlijke waarden
- Persoonlijke voorkeuren voor een behandeling
- Voor- en nadelen van behandelingen
Pathways van kwaliteitsverbetering
- Change pathway
- Selection pathway
- Reputation pathway
Change pathway
zorgaanbieders identificeren onderdelen in de zorg waarin zij hun beleid kunnen verbeteren
Selection pathway
transparantie, waardoor patiënten een zorgverlener kunnen kiezen
Reputation pathway
zorgverleners zijn bang voor een slechte reputatie en willen daarom goede zorg leveren
Kwaliteitsindicatoren volgens Donabedian
- Structuurmaten: aantal bedden, aanwezigheid van een stroke unit
- Procesmaten: binnen 1 uur gezien door arts, binnen twee weken voor OK
- Uitkomstmaten: sterfte, her-OK, QoL, complicaties
Nadelen van alleen kijken naar uitkomstmaten (ipv van procesmaten)
● Uitkomstindicatoren geven door alle beperkingen, nl. sterke invloed van case-mix en onzekerheid een invalide beeld van de kwaliteit van zorg in een zorginstelling
● Als uitkomsten slecht zijn is niet duidelijk welke zorgprocessen verbeterd moeten
worden
● Als één zorgproces goed gaat en een ander zorgproces slecht dan is dat niet
zichtbaar in de uitkomst (compenseert waardoor uitkomst normaal/goed is)
Gebruik van indicatoren
● Intern gebruik - voor welzijn individu
● Intern gebruik - geaggregeerd, inzicht in eigen patiëntenpopulatie
● Extern gebruik - benchmark, vergelijken met anderen
Maatstaven voor een goed gezondheidszorgsysteem
- Kwaliteit
- Kosten
- Haalbaarheid
- Efficiëntie
- Patiëntvriendelijkheid
- Aanvaardbaarheid
- Gelijkheid
Beredeneerd gedrag model
Gedrag wordt bepaald door intentie, wat wordt bepaald door:
- Attitude: mening en afweging voor- en nadelen
- Ervaren subjectieve norm: vinden anderen bepaald gedrag belangrijk en wat
doen anderen zelf
- Waargenomen gedragscontrole: denk je dat je in staat bent gedrag te
veranderen
Fysieke factoren ANGELO model
- micro: aanpassen kantines
- macro: infrastructuur wandelen en fietsen
Economische factoren ANGELO model
- micro: kosten ongezond eten
- macro: belasting ongezond eten
Politiek ANGELO model
- micro: opvoeding
- macro: reclames
Sociaal cultureel ANGELO model
- micro: lokale normen
- macro: gemeenschappelijke normen
Taken GGD/public health gezondheidszorg
- collectieve en selectieve preventie
- toegang tot zorg bewaken en regie uitvoeren
- onderzoek doen/signaleren van ontwikkelingen binnen de gezondheid
- gezondheidsbescherming
- gezondheidsbeleid implementeren
- kwaliteitsborging (public health algemeen, niet specifiek GGD)
- innovatie (public health algemeen, niet specifiek GGD)
- infectieziektebestrijding (GGD)
- medische milieukunde (GGD)
- jeugdgezondheidszorg (GGD)
- ouderenzorg (GGD)
- geneeskundige hulp bij rampen en preventie hiervan (GHOR)
Aspecten om mee te nemen in besluitvorming
- Effectiviteit: studies die effectiviteit aantonen?
- Doelmatigheid: kosteneffectiviteit aangetoond?
- Mogelijke negatieve gevolgen
- Mogelijke alternatieven
- Sociale haalbaarheid: is de bevolking bereid?
- Financiële haalbaarheid
Symptomen burn-out
- Uitputting (extreem moe)
- Depersonalisatie (cynisme, verlies aan compassie, distantie)
- Gevoel van falen (verlies aan motivatie)
- Duur > 6 mnd
Indirecte standaardisatie
Methode waarbij een geobserveerd (bruto-sterfte)cijfer wordt vergeleken met het
(sterfte)cijfer dat wordt verkregen door uit te gaan van leeftijdsspecifieke sterftecijfers van
een externe populatie.
Gebruikt ook Standardized Mortality Ratio (SMR)
Stappen indirecte standaardisatie
- Je vermenigvuldigt in beide wijken de sterftecijfers van Nederland met populatiecijfers van die wijk/regio om het totaal aantal sterfgevallen te berekenen per leeftijdsgroep in beide wijken.
- Je telt deze op over alle leeftijden: dit is het verwachte aantal sterfgevallen in de
wijken/regio’s als de Nederlandse sterftecijfers zouden gelden. - SMR berekenen: Je deelt voor elke wijk/regio het aantal sterfgevallen door het aantal dat je verwacht op basis van de Nederlandse sterftecijfers.
- Je vergelijk beide SMRs. De regio met de hoogste SMR heeft de hoogste sterfte.