Prevalentie/diagnostiek, HFDST 8.2, deel 3/13 Flashcards

1
Q

6 onderdelen klinisch onderzoek

A
  • Gewicht, lengte, BMI
  • Beharingspatroon (detectie hirsutisme)
  • Borstonderzoek (nagaan galactorree)
  • Abdominaal OZ
  • In speculo
  • Bimanueel gynaecologisch onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe is BMI geassocieerd met vruchtbaarheid?

A

Te hoge of te lage BMI geassocieerd met verminderde vruchtbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

4 voorbeelden waarnaar op zoek wordt gegaan bij abdominaal OZ

A
  • Grote fribromen
  • Grote ovariële cysten
  • Zwangerschap
  • Niet-gynaecologische afwijkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke onderzoeken ‘in speculo’? (3)

A
  • PAP-uitstrijkje
  • Diagnose vaginale of cervicale infectie
  • Congenitale afwijkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Naar welke dingen wordt gekeken tijdens een bloedonderzoek? (4)

A
  • Screening voor infectieziekten
  • Screening voor hormonen
  • Bloedgroep en Rhesusfactor
  • Genetisch onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar wordt precies naar gezocht in een bloedOZ met screening naar infectieziekten?

A

Antistoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Naar welke antistoffen (van welke ziekten) wordt er allemaal gezocht in een bloedonderzoek met screening voor infectieziekten?

A
  • Kattenziekte (toxoplasmose)
  • Cytomegalovirus
  • Rode hond (rubella)
  • HIV
  • Hepatitis B-virus
  • Hepatitis C-virus
  • Chlamydia trachomatis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat kan het gevolg zijn van een besmetting tijdens de zwangerschap met toxoplasmose (kattenziekte)? (3)

A
  • Ernstige aangeboren afwijkingen
  • Een miskraam
  • Afsterven vd foetus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Als een vrouw geen antistoffen heeft voor toxoplasmose, dan moet ze opletten voor een besmetting. Hoe kan deze plaatsvinden?

A

Via voeding (besmet en onvoldoende doorwarmd vlees)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke richtlijnen moeten gevolgd worden om toxoplasmose te voorkomen? (4)

A
  • Geen rauw vlees (enkel doorbakken)
  • Rauwe groenten eten mag, als ze heel goed gewassen zijn
  • Geen contact met katten (vooral stoelgang is besmettelijk)
  • In de tuin werken met handschoenen aan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kunnen de 3 gevolgen zijn van en besmetting met het cytomegalovirus tijdens de zwangerschap?

A

Aangeboren afwijkingen zoals:
- Doofheid
- Mentale retardatie
- Oogproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de maatregelen die genomen kunnen worden om een (her)besmetting met cytomegalovirus te voorkomen?

A

Enkel preventieve maatregelen, zoals goede handhygiëne bij contact jonge kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly