Endometriose, HFDST 9, deel 2/4 Flashcards
Wann is er een ‘klinisch vermoeden’ van endometriose?
Bij pijnklachten (chronische pijn, dymenorree, dyspareunie, dyschezie) met een typische toename tijdens maandstonden of bij subfertiliteit
3 soorten OZ voor diagnose endometriose
- Klinisch OZ (vaginaal toucher en speculumOZ)
- Gynaecologische echografie
- Laproscopie
Wat kan echografisch worden vastgesteld?
- Ovariële endometriosecysten
- Diep infiltrerende endometriose letsels (nodules)
Wat is niet zichtbaar echografisch?
Peritoneale (oppervlakkige) endometrioseletsels
Wat als er niets blijkt uit klinisch onderzoek of echografie?
Sluit endometriose niet uit, een diagnostische kijkoperatie is noodzakelijk om aanwezigheid van (oppervlakkige) endometriose vast te stellen of uit te sluiten
Diagnostische waarde van een MRI + waarom wel/geen meerwaarde?
Heeft gelijkaardige diagnostische waarde als een echografie maar kan een meerwaarde zijn in de preoperatieve voorbereidingen
Welke behandelingen bij endometriose? (3)
- Medicatie
- Operatief
- Combinatie van beide
Hoeveel % vd V heeft gehele of gedeeltelijke symptomen verlichting bij beh?
80-90%
Waar kan medicamenteuze beh wel/niet voor zorgen?
Kan letsels onderdrukken maar niet laten verdwijnen
In hoeverre kan chirurgie klachten laten verdwijnen?
Letsels kunnen verwijderd worden, maar 20% krijgt letsels terug binnen 1 j en 50% binnen 5 j