Menstruele cyclus, HFDST 4, deel 2/9 Flashcards

1
Q

Wat gebeurt er kort voor de ovulatie? (niet hormonaal maar lichamelijk)

A

De eileider en de fimbrae plooien zich om de eierstok

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe lang duurt het voordat de eicel wordt opgevangen door de fimbrae?

A

Binnen enkele minuten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe wordt de eicel de eileider binnen gedreven?

A

Via ritmische samentrekkingen vd baarmoeder en de eileider, die zorgen voor een golfbeweging van vocht waarop de eicel de eileider verder binnendrijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar wordt de eicel naar getransporteert (v.a. de fimbrae)?

A

Naar het middelste bredere deel vd eileider, de ampulla

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe lang doet de eicel erover om van de fimbrae naar de ampulla te worden getransporteerd?

A

Minder dan 7 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe lang verblijft de eicel ongeveer in de ampulla?

A

ongeveer 72 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe lang is de eicel bevruchtbaar?

A

Minimaal 12, maximaal 24 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er nadat de eicel ongeveer 72 uur in de ampulla verbleef?

A

Wordt naar de baarmoeder getransporteerd (ongeacht of er een bevruchting heeft plaatsgevonden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly