Prevalentie/diagnostiek, HFDST 8.1, deel 1/3 Flashcards
1
Q
Welke onderdelen anamnese fertiliteit man (8)
A
- Vroegere ziektes
- Cryptorchidie
- Chirurgische ingrepen aan de geslachtsorganen
- Genitale of urinaire infecties
- Vroeger trauma’s of verwondingen van testikels
- Prob. tijdens coïtus (premature ejaculatie of ED)
- Familiale voorgs (erfelijke aandoeningen of congenitale afwijkingen)
- Lifestyle factoren (roken, alcohol, koffie, drugs,…)
2
Q
Welke OZ kunnen bij de man gedaan worden? (7)
A
- Anamnese
- Klinisch OZ/algemeen lichamelijk OZ
- Spermiogram
- Hormonale bilan
- Urinecultuur
- Echografisch OZ
- Genetisch OZ
Staat nog ‘spermacultuur’ bij, maar hoe is dat anders dan spermiogram?
3
Q
Waar wordt op gelet tijdens klinisch/lichamelijk OZ?
A
Secundaire geslachtskenmerken + OZ genitaliën (teelbal, epididymis, zaadleiders, prostaat en penis)
4
Q
Wat is het belangrijkste onderzoek voor mannen?
A
Spermiogram
5
Q
Welke hormonen worden onderzocht? (5)
A
- Schildklierfunctie
- Prolactine
- FSH
- LH
- Testosteron
6
Q
Welke 3 dingen worden bekeken bij echografisch OZ?
A
- Teelbal
- Zaadleider
- Prostaat
7
Q
Wanneer genetisch OZ? (2)
A
Bij azoöspermie of ernstig afwijkend spermastaal (oligo-astheno-teratospermie)
8
Q
3 aspecten van genetisch OZ
A
- Karyotype
- Mucoviscidose screening
- Bepaling Y-chromosoom deleties