Prevalentie/diagnostiek, HFDST 8.2, deel 11/13 Flashcards

1
Q

Waar staat HSG voor? + wat voor soort OZ is het?

A

Hystero-salpingografie + radiografie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verloop van een hystero-salpingografie?

A

Kleine hoeveelheid contraststof wordt in de baarmoeder gespoten, wann geen obstructie: vloeistof komt in buikholte. Wel obstructie: vloeistof kan niet passeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat kan er opgespoord worden met een HSG?

A

Mogelijke obstructies in eileiders + mogelijke afwijkingen (vleesbomen, poliepen, een slecht gevormde baarmoeder etc)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt de HSG ervaren t.o.v. de HyFoSy? (2)

A

Pijnlijker + blootstelling aan RX stralen bij HSG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wann worden HyFoSy en HSG best uitgevoerd?

A

Tussen 7e en 12e dag vd cyclus

Geen bloedverlies meer + beginnende zwngrschp kan niet verstoord worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

2 voordelen HSG + HyFoSy

A
  • Geen algemene verdoving
  • basisinfo over vorm vd baarmoeder + doorgankelijkheid eileiders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

4 nadelen HSG + HyFoSy

A
  • Pijnlijk
  • Aanwezigheid open eileiders sluit een prob thv eileiders niet uit + geen detectie endometriose
  • Geen mogelijkheid om onmiddelijk afwijkingen te behandelen
  • Indien afwijkend onderzoek, dient toch nog een hysteroscopie en/of laparoscopie te gebeuren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bij wie HSG + HyFoSy? + ter voorbereiding van wat?

A

Pt jonger dan 30 j met beperkte duur van subfertiliteit (max 1.5 j) en ovulatiestoornissen. Ter voorbereiding van beh met ovulatie inductie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly