Pathofysiologie hartfalen Flashcards
Hartfalen algemeen
- Definitie: tekort schieten van de pompwerking van het hart onvoldoende oxygenatie/perfusie van de weefsels
- Klinische syndroom: er moeten zowel klachten als hartdysfunctie plaatsvinden om het hartfalen te noemen
Hartfalen klachten
o Dyspnoe (d’effort): kortademigheid
o Moeheid
o Orthopnoe (benauwdheid)
o Chronische vermoeidheid
o Slaapproblemen
o Opgezwollen buik
o Vaak plassen
Hartfalen verschijnselen
o Verhoogde CVD (centraal veneuze druk, druk van de vena cava superior)
o Crepitaties: vocht achter de longen
o Perifeer oedeem
o Souffle
Hartfalen oorzaken
o Niet krachtig genoeg –> verminderde ejectiefractie: HFmrEF en HFrEF
Hartinfarct –> litteken
Hypertrofie –> stijver
Ziek spierweefsel –> cardiomyopathie
o Vulling lastiger / langzamer –> behouden ejectie fractie: HFpEF
Atriumfibrilleren
Ventrikel hypertrofie –> minder ruimte in het hart
Hartfalen indeling
o HFrEF (hairt failure reduced ejection fraction): LVEF (left ventricle ejection fraction) < 40%
o HRmEF (mild ejection): LVEF 40-49%
o HRpEF (preserved): LVEF > 50%
Hartfalen epidemiologie
o 1-5% van alle acute ziekenhuisopnames
o Leading cause voor opnames bij patiënten > 65 jaar
o Naarmate je ouder, komt hartfalen vaker voor
Left ventricular ejection fraction formule
= stroke volume / LV end-diastolic volume
Hartfalen ziektebeloop
o Voorafgaande event: acute infarct, klep die lekt, chemotherapie. Eerst gaat het goed maar later nemen de klachten toe met kortademigheid (in rust of hoge inspanning). Dit wordt steeds erger over een lange periode (chronisch ziektebeeld)
o 1 jaar na opname 20% overleden
o 5 jaar na diagnose 50% overleden
o Verminderde pompfunctie of behouden pompfunctie heeft geen invloed
Hartfalen etiologie
o Kleplijden
o Ischemie (kransslagvaten)
o Toxisch (zoals chemotherapie)
o Hypertensie
o Ritmestoornissen
o Hartinfarct
o Myopathie (genetisch)
Wat is het effect van RAAS systeem bij hartfalen?
- Nier krijgt minder perfusie (bloed). Renine afgeven. Lever zet renine om in angiotensine 1. De longen zet angiotensine 1 om in angiotensine 2 doormiddel van ACE. De angiotensine 2 zorgt voor:
o nervus sympaticus verhoging
o Tubulus (nier) meer zout absorberen en kalium uitscheiden –> meer water volume
o Aldosteron secretie –> water vasthouden
o Anterolar vasoconstrictie verhoogt de bloeddruk
o ADH secretie –> water absorptie - Alles bovenstaand zorgt dus voor water en zout retentie. Effectieve circulerende volume stijgt.
Cardiomyopathie
Hartspier kan minder goed aanspannen of ontspannen. cardiomyopathie is meestal een chronische aandoening en kan leiden tot hartfalen
Ischemische cardiomyopathie
Coronairlijden/myocardinfarct
Plaque ruptuur: kalk ruptureert en bloed plakt als reactie. Hierdoor ontstaat een trombus en belemmert de bloedstroom. Dit resulteert in een infarct of ischemie. Een percutane coronaire interventie (PCI) zet een stent via katheter in de coronair vaten.
Non-ischemische cardiomyopathie
o Hypertensie: bloeddruk > 140/90 mmHg
Primair: zonder oorzaak
Secundair: pathologische oorzaak
Complicaties van hypertensie hartziekten
* Hartfalen (preserved)
* Hartfalen (reduced)
* Myocardiale ischemie
* Artriumfibrilleren
* Plotse hartdood
* All-cause mortality
o Kleplijden
Volume overload:
* aortaklep insufficiëntie: lekkage door de aorta klep waardoor bloed terugstroomt in de linker ventrikel, hogere druk in linker ventrikel
* mitralisklep insufficiëntie: hetzelfde maar dan bij de rechter ventrikel
o primair: abnormale klepbladen
o secundair: gevolg van LV remodeling
Pressure overload:
* Aortaklepstenose: verkalking op de klep hartfalen
o Dilaterende cardiomyopathie
Spectrum van heterogene myocardiale ziekten
LV dilatatie en verminderde myocardiale contractiliteit
Afwezigheid van abnormale ‘loading conditions’ (bijv. hypertensie of kleplijden)
Oorzaak: genetisch, toxisch, virus, veel oorzaken
Hartfalen diagnose
o Anamnese
o LO
Rechtzijdig hartfalen
* Congestie van perifeer weefsel
o Oedem/ascitis
o Lever congestie
Linkszijdig hartfalen
* Verminderde cardiac output
o Hypotensie
o Dyspnoe
* Pulmonale congestie
o Pleuravocht, orthopnoe, hoest
o Ecg
o Echo
o Lab onderzoek
o (X-thorax)
NYHA klasse HF
1: geen klachten, maar diagnose van hartfalen
2: hevige inspanning
3: in rust lopen in huis
4: in rust
Hartfalen aanvullend onderzoek
o Fietstest met VO2 max
o Hartkatheterisatie: problemen van coronairen identificeren
o Holter onderzoek: hartritme
o MRI: functie meting
o Genetische onderzoek
o Nucleaire beeldvorming
o CT scan
Hartfalen leefregels
o Natrium en vocht beperking
o Dagelijks wegen
o Leefstijl (alcohol/roken)
o Bewegen –> hartrevalidatie
o Influenzavaccinatie
o Goede regulatie hypertensie, diabetes, hypercholesterolemie
Hartfalen medicamenteuze therapie (golden 4)
- Betablokker *
- ARNI *
- ACE remmer
- Angiotensine receptor blokker
- Aldosteron blokker (MRA) *
- SGLT2 blokker *
- Diurectica
Betablokker
Verlaagde Morbiditeit en mortaliteit
Vermindering zuurstofconsumptie van het hart
Verlenging van de diastole → betere myocardperfusie
Stabiliserend effect op het hartritme (afname risico op acute hartdood)
Bloeddrukverlagend
ARNI
- voorkeur voor ARNI, anders ace-remmer, anders angiotensine receptor blokker
Afname risico op verslechtering van hartfalen en minder (her)opnames/mortaliteit
Mgl BNP minder betrouwbaar
ACE-remmer
Verminderde water- en zout retentie
Verlaagde vasoconstrictie en hypertensie
Verlaagde linker ventrikelhypertrofie en -dilatatie
Verbetering van de prognose
Angiotensine receptor blokker (ARB)
Alternatief voor ACE-remmer bij intolerantie
Bij voorkeur niet combineren met ACE-remmer
Aldosteronblokker (MRA)
Verlaagde hartfalen opnames en mortaliteit
Verlaagde water- en zoutretentie
Verlaagde vasoconstrictie en hypertensie
Linker ventrikelhypertrofie en -dilatatie
SGTL2 blokker
Verlaagde hartfalen opnames en mortaliteit
Meer natriurese en glucosurie
Afname volume overload
Ws component afname inflammatie en oxidatieve stress
Diurectica
Bij chronische stuwing GE: voorkeur bumetanide
Diureticaresistentie (> 250mg furosemide per dag)
Controle van nierfunctie en kalium
Bij chronisch gebruik: kans op jicht (colchicine, allopurinol, evt. prednison)
Cave vasculaire ondervulling!
Wat zijn de afgeraden medicatie van hartfalen?
NSAID’s
Calciumantagonisten (verapamil en diltiazem; geldt niet voor amlodipine)
Thiazolidinedionen (toename hartfalen)
Toevoeging AII-antagonist aan ACE-remmer
Alfablokkers
Hartfalen behandeling
o Revascularisatie: bij ischemie of coronair lijden
o Device
CRT: resynchronisatie
* LV dyssynchornie: verschil in timing tussen contractie van beide ventrikels verminderde systolische functie
* Behandeling: biventriculaire pacing
ICD: implantable cardioverter defibrillator
* Transveneus
* Subcutaneus
o Ablatie: mensen met hartfalen hebben vaak boezem fibrilleren
Indicatie: falen
Contra: medicamenteuze therapie
Doel:
* herstel sinusritme pulmonaal isolatie
* Rate control his bundel ablatie
o Harttransplantatie
Indicatie: ernstige hartfalen, ondanks optimale therapie (frequentie opnames worsening on inotropes)
o Ventricular assist device: steunhart
Indicatie
* Bridge to transplant
* Destination therapie
Doel: (gedeeltelijk) overname van LV functie, verbeteren cardiac output en orgaan perfusie