HC 16 Osmoregulatie Flashcards

1
Q

Extracellulair volume

A

de totale hoeveelheid vocht buiten de cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

effectief circulerend volume

A

volume in de bloedvaten dat zorgt voor perfusie van organen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Stressed Volume

A

Stationair vloeistof langs de wanden van het bloedvat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Unstressed volume

A

Vloeistof die stroomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt het circulair volume gereguleerd

A
  • Door natrium excretie en resorptie met de volgende systemen:
  • RAAS systeem
  • Sympathisch zenuwstelsel
  • AVP
  • ANP
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe wordt de osmolariteit gereguleerd

A
  • Door water excretie en resorptie met de volgende systemen:
  • AVP
  • Dorst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is ADH

A
  • het vasthouden van vocht om de circulatie te herstellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de normale werking van ADH

A
  1. Osmolariteit stijgt (hypernatriemie)
  2. ADH-afgifte
  3. Water wordt vastgehouden
  4. Osmolariteit daalt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

SIADH

A
  • syndrome of inapproprate secretion of antidieretic hormone
  • er is te veel ADH, maar bij SIADH wordt het niet verlaagd
  • gevolgen: hoge osmolariteit van urine en hyponatriemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

DI

A
  • diabetes insipidus
  • er is geen ADH
  • gevolgen: lage osmolariteit van urine en hypernatriemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Pathways om renale natrium excretie te verminderen

A
  • Renine systeem: stimulatie
  • Sympathische divisie van ANS (stimulatie): bloedvaten samenknijpen  bloeddruk omhoog
  • Posterieure hypofyse: stimulatie
  • Atrial natriurutic peptide (ANP): ANP geremd om natrium te verminderen
  • Deze vier systemen zorgen voor: natrium retentie, water retentie, restoring circulating volume
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Osmolariteit normaalwaarde

A

140 mmol/L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly