nederlands Flashcards
hemellichamen
hoofdletter
feestdagen
hoofdletter
afleidingen van feestdagen (bv pasvakantie)
kleine letter
godsdiensten
kleine letter
vroegere eigennamen die soortnamen geworden zijn (bv diesel, zeppelin)
kleine letters
NWG
hoe, wie of wat het onderwerp is of wordt
WWG
wie of wat het onderwerp doet
ADPV
werkwoord in stukken bv terug geven
wed. vn.
me/ je/ zich bij toegevoegd bv verveelt zich
NWU
uitdrukking
het gezegde
de werkwoorden en b.n.
bv zijn lelijk, worden gevonden
de ZWoBBeLS
zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen (werkwoorden van de NWG)
voltooid tegenwoordige tijd
heb getraind
voltooid verleden tijd
had getraind
voltooid toekomende tijd
zal getraind hebben
onvoltooid tegenwoordige tijd
ik train
onvoltooid verleden tijd
ik trainde
onvoltooid toekomende tijd
ik zal trainen
meewerkend voorwerp
voor of aan iemand
intensief lezen
om een tekst helemaal te begrijpen
oriënterend lezen
om een eerste indruk van de tekst te krijgen
globaal lezen
om het onderwerp en hoofdpunten uit de tekst te halen