đź’›aardrijkskunde Flashcards

1
Q

waarom is de fiets de snelste en duurzaamste manier om jezelf te verplaatsen in stedelijke gebieden?

A
  • omdat de fiets het milieu niet belast
  • minder files
  • je kan eenrichtingsstraten in beide richtingen gebruiken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe helpt een fietssnelweg/fietsostrade het fileleed/fileprobleem?

A

hoe meer mensen met de fiets gaan hoe minder autos, waardoor er minder kans is op files

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn de verschillende vervoerswijzes?

A
  • te voet
  • fiets
  • step
  • (deel)auto
  • openbaar vervoer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

voordeel+nadeel te voet

A

+goed voor milieu

  • traag
  • invloed van het weer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

voordeel+nadeel fiets

A

+relatief snel
+goed voor het milieu
-invloed van het weer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

voordeel+nadeel auto

A

+geen invloed van het weer

  • traag bij files
  • slecht voor het milieu(niet bij elektrisch)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

voordeel+nadeel openbaar vervoer

A

+geen invloed van het weer
+- beperkte invloed op het milieu
-traag bij files(tenzij aparte rijstroken), wachttijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe is de luchtkwaliteit in het stedelijke gebied?

A

slecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe is de luchtkwaliteit in het landelijke gebied?

A

beter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is het gevolg van een beperkt aanbod openbaar vervoer in landelijke gebieden?

A

er ontstaan files naar het stedelijke gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de veranderingen voor mobiliteit in Vlaanderen doorheen de tijd?

A

meer mensen=meer huizen, de wegen breden uit, meer serres

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de oplossing voor de open ruimte die wordt ingenomen?

A

de betonstop:

tegen 2040 stopt men met open ruimtes in te nemen, daardoor beschermt de Vlaamse regering de open ruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn de problemen van mobiliteit voor het milieu?

A
  • slechtere luchtkwaliteit
  • lawaaihinder
  • eist jaarlijks veel slachtoffers onder wilde dieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

geef een oplossing voor:

  • slechtere luchtkwaliteit
  • lawaaihinder
  • eist jaarlijks veel slachtoffers onder wilde dieren
A

-meer jezelf transporteren met de fiets, te voet of met het openbaar vervoer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

kenmerken stedelijk gebied

A
  1. geconcentreerde bebouwing
  2. groot aanbod aan openbaar vervoer
  3. veel voorzieningen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kenmerken landelijk gebied

A
  1. lintbebouwing/verspreide bebouwing
  2. beperkt aanbod aan openbaar vervoer
  3. minder voorzieningen
17
Q

wat zijn de tijdstippen van de meeste files?

A

ochtendspits:
tussen 07-09 uur
avondspits:
tussen 16-19 uur

18
Q

waarom zijn er zoveel mensen op de baan in de ochtend- en avondspits?

A

omdat de mensen tussen die uren ongeveer werken en dan gaan ze naar hun werk/huis rond die uren

19
Q

wat kunnen mogelijke oplossingen zijn voor de files tijdens de spitsuren als persoon?

A
  • meer gespreide werkuren
  • dichter bij huis werken
  • thuis werk
  • meer de fiets gebruiken
  • beter openbaar vervoer
  • carpoolen
  • gecombineerd transport
20
Q

wat wordt er bedoeld met de modal shift in transportmiddelen?

A

de verschuiving naar andere transportmiddelen dan de auto: bvb fiets, deelsystemen, openbaar vervoer dat op aparte baanvakken rijdt

21
Q

hoe lost kopenhagen het fileprobleem op?

A

groene golf:
fietsers moeten weinig stoppen bij verkeerslichten op de fietssnelweg, omdat de verkeerslichten afgestemd zijn op de km/u van de fietsers, ze investeren ook de stad in 26 fietssnelwegen, hoe meer fietsers=hoe minder autos

22
Q

wat zijn mogelijke oplossingen op vlak van ruimte gebruik voor het fileprobleem?

A
  • nieuwe straten en rondpunten maken

- nieuwe fietssnelwegen maken

23
Q

wat is het probleem van online bestellen(e-commerce)?

A

er zijn teveel bestelwagens met pakketjes:

slecht voor het milieu en veroorzaakt files

24
Q

wat is de oplossing voor het probleem van de onlineverkoop?

A

Het aantal bestelwagens met pakketjes verminderen= minder verkeer:

  • fietskoeriers
  • afhaalpunten(meer laten afspreken)
  • een drone
25
Q

wat is stadslandbouw?

A

het telen, oogsten en verkopen van voedsel in of in de nabijheid van een stad, behalve groenten en fruit vallen ook veeteelt en de kweek van vissen voor consumptie onder stadslandbouw

26
Q

wat is verticale landbouw?

A

bakken met groenten die boven elkaar gestapeld worden:

  • licht, temperatuur, watertevoer worden volledig gecontroleerd
  • geen pesticide en herbicide
  • minder waterverspilling
27
Q

wat zijn de 3 P’s?

A

People
Planet
Prosperity

28
Q

wat zijn de voordelen per P van de stadslandbouw?

A

people: sociaal project
planet: meer groen in de stad,meer CO2 -opname, minder transport
prosperity: meer inkomen

29
Q

wat zijn de voordelen per P van de verticale landbouw?

A

prosperity: hogere opbrengst op kleinere oppervlakte

30
Q

wat is de invloed van voedselkilometers op de P van Planet?

A

er is minder energie nodig bij -productie

  • transport
  • bewaring
31
Q

wat is de oplossing om de voedselkilometers te beperken?

A

groenten en fruit uit je eigen regio in het oogstseizoen eten

32
Q

wat zijn de voordelen van biologische landbouw?

A

milieu zo weinig mogelijk belasten:

  • geen kunstmest
  • geen pesticiden
  • grotere biodiversiteit
  • dieren krijgen meer ruimte, en duurzaam geteeld voer
33
Q

hoe herken je een bioproduct?

A

het staat op een label op de verpakking

34
Q

wat zijn de nadelen van biologische landbouw?

A
  • veel handenarbeid (onkruid wieden en harken, organische mest uitstrooien)
  • veel last van plantenziekten
  • schadelijke beestjes op de teelten
35
Q

wat zijn de verschillen tussen gewone en biologische veeteelt?

A
  • De dieren hebben veel meer ruimte
  • De dieren voelen zich beter
  • Ze krijgen minder medicijnen, hun voer is biologisch en duurzaam geteeld.
36
Q

waarom betaal je niet altijd veel meer voor biologische veeteelt?

A

Er zijn minder tussenstappen (opkopen, groothandel, kleinhandel), die telkens de prijs doen stijgen.

37
Q

wat is het gevolg van de veranderingen in ruimtegebruik voor mobiliteit in vlaanderen doorheen de tijd?

A

er is minder open ruimte