natuurwetenschappen Flashcards
organismen zijn aangepast aan hun omgeving waardoor..
hun kans op overleven en voortplanten vergroot
dingen waaraan organismen zich aanpassen om te overleven
- bodemsoort
- vegetatie
- vochtigheid
- vijanden
- temperatuur
- lichthoeveelheid
predator gezichtsveld+dieptezicht
gezichtsveld: klein
dieptezicht: groot
prooidier gezichtsveld+dieptezicht
gezichtsveld: groot
dieptezicht: klein
hoe planten zich aanpassen aan hun biotoop-zonnebloemen
groeien naar het licht
hoe planten zich aanpassen aan hun biotoop-aloë vera
verdikte bladeren
hoe planten zich aanpassen aan hun biotoop-bekerplanten
insecten te vangen
hoe planten zich aanpassen aan hun biotoop-lavendel
geurige bloemen
hoe planten zich aanpassen aan hun biotoop-waterhyacint
luchtkamers in de stengels
hoe planten zich aanpassen aan hun biotoop-distels
stekels
camouflage…
helpt dieren te overleven omdat ze hierdoor niet opvallen in hun omgeving
wat is biodiversiteit?
is de verscheidenheid aan leven op aarde
soorten…
zijn de variatie aan alle soorten organismen op aarde
genen
zijn de variatie aan organismen binnen één soort
ecosysteem
wordt gevormd door alle biotische en abiotische factoren samen, die invloed hebben op elkaar
stoffen…
zijn bouwstenen van alles rondom ons, samen 💃🏻materie💃🏻
zuivere stoffen
bestaan uit precies één stof
mengsels
zijn meerdere stoffen samen
materie is opgebouwd uit…
+materie is…
kleine onzichtbare
deeltjes->moleculen
+ alles wat een massa en een volume heeft
vaste stoffen:
- aantrekkingskracht
- legeruimte
- samendrukbaarheid
- hoe ze bewegen
- variabel of vast
-aantrekkingskracht: erg sterk -legeruimte uiterst klein -samendrukbaarheid niet samendrukbaar trillen vast
vloeistoffen:
- aantrekkingskracht
- legeruimte
- samendrukbaarheid
- hoe ze bewegen
- variabel of vast
-aantrekkingskracht: matig -legeruimte matig -samendrukbaarheid niet samendrukbaar rollen variabel
gasvormige stoffen:
- aantrekkingskracht
- legeruimte
- samendrukbaarheid
- hoe ze bewegen
- variabel of vast
-aantrekkingskracht: zwak -legeruimte groot -samendrukbaarheid goed samendrukbaar vliegen variabel
hoe hoger de temperatuur…
hoe sneller de deeltjes bewegen
volumetoename
hoe lager de temperatuur
hoe trager de deeltjes bewegen
volumeafname
vast-vloeibaar
smelten
vloeibaar-vast
stollen
vloeibaar-gasvormig
verdampen
gasvormig-vloeibaar
condenseren
vast-gasvormig
sublimeren
gasvormig-vast
desublimeren
bij stofomzetting…
verandert de structuur en samenstelling van een stof
bij een chemische reactie…
herschikken de atomen zich ter vorming van nieuwe moleculen
fotosynthese
koolstofdioxide + water + licht
in de bladgroenkorrel
= glucose + zuurstofgas
water wordt opgenomen via…
de wortels
koolstofdioxide wordt opgenomen door…
de stengels
water verdampt via…
de bladeren
voorkomt overmatige waterverdamping:
waslaagje
celonderdeel, nodig voor fotosynthese:
bladgroenkorrels
transporteert water met mineralen:
vaatbundels
hier gebeurt een gasuitwisseling:
huidmondje