geschiedenis Flashcards

1
Q

de domeinen

A

politieke
sociale
economische
culturele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

politieke domein

A

afspraken maken
je recht bepalen
macht: hebben,krijgen,besturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

sociale domein

A

mensen in groepen/samenleving
rijkdom en politieke macht
godsdienst en onderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

economische domein

A
inkomen
landbouw
handel
arbeid
organisatie
geldeconomie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

culturele domein

A

godsdienst
kennis en technieken
kunst
dagelijkse leefgewoontes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

historische bronnen

A

voorwerpen uit het verleden en getuigenissen van het verleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

historische werken

A

het resultaat van een wetenschappelijke onderzoek na feiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

primaire bronnen

A

dat dateren uit de tijd zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

secundaire bronnen

A

zijn later gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waar moeten bronnen aan voldoen?

A

ze moeten zijn:
bruikbaar
vertrouwbaar
representatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

geschiedenis ≠ verleden want…

A

geschiedenis kan veranderen

de kennis van het verleden is onvolledig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
rivieren van:
Egypte
Indië
China
Mesopathemië
A

Egypte: de Nijl
Indië: de Indus
China: de Gele Rivier
Mesop. : de Tigris/Eufraat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

irrigatie/bevloeiing/irrigatielandbouw

A

een kleine strook langs de rivier geschikt voor landbouw om grote gebieden vruchtbaar te kunnen maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

het Zwarte land:

A

vruchtbaar
landbouw
vol leven
bewoning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

het Rode land:

A
het rijk van de dood
woestijn
steengroeven
koper
halfedelstenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Farao en co. volgorde

A
1 Farao
2 vizier
3 hogepriesteres
4 opperbevelhebber
5 edelen
6 ambtenaren
7 ambachtslieden
8 boeren
9 slaven
17
Q

wat doen ambtenaren?

A

overstromingen,bevloeiing regelen

betaald met belastingen administratie

18
Q

polytheïsme:

A

het geloof in meerdere goden

19
Q

waarom is het bewaren van een lichaam belangrijk voor de Egyptenaren?

A

omdat ze geloven dat de dood niet het einde is-> hiernamaals

20
Q

evolutie piramiden

A

mastaba
trappenpiramide
knikpiramide
grote piramide

21
Q

huizen Egyptenaren

A

van leem of modder
kleine vensters
slaapkamer op het dak
verschillende verdiepingen

22
Q

eten Egyptenaren

A
gemaakt op een oven/boven op een vuur
brood en uien
fruit en groenten
vlees
kinderen drinken bier
23
Q

kledij Egyptenaren

A

niet veel kledij, kinderen vaak naakt

24
Q

wat doen boeren?

A

zorgen voor voedsel vr hele dorp

werken aan grote bouwwerken, in mijnen en in steengroeven