Macro- en microcirculatie Flashcards

1
Q

Waarom wordt er bij de a. carotis meting gedaan?

A

Want daar is veel risico door de bifurcatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het effect van een toename van vaatstijfheid in de macrocirculatie op de centrale (in de aorta gemeten) systolische, diastolische en gemiddelde bloeddruk?

A

Verhoogde druk in de componenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kan je een assessment doen van de diameter van de a. carotis?

A

Via echo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Mensen met geen plaque in de de a. carotis hebben (minder/meer) risico op cardiovasculaire risicos

A

Minder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waardoor is er sneller plaquevorming in de a. carotis?

A

Door de bifurcatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is distensie?

A

Het verschil van diameter in een bloedvat bij systole en diastole

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij ouder worden is er (minder/meer) distensie

A

Minder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is augmentatie? (leg uit complicated)

A

De verhoging van bloeddruk die je krijgt wanneer de polsgolf te snel teruggaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Augmentatie veroorzaakt een (lagere/hogere) bloeddruk

A

Hogere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de 4 problemen van de tetralogie van fallot?

A
  1. Rechter ventrikel hypertrofie
    2.Pulmonale hypertensie
  2. Overriding aorta
  3. Ventrikelseptumdefect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom is de druk rechts lager dan links bij een atrioventriculair septaal defect?

A

De linkerkant is hoger, door drukverschil is er menging bloed. Druk is hoger door lage weerstand in het longvaatbed om het bloed ernaartoe te komen. Hierdoor is rechts een veel lagere druk dan links.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Als er meer ruis is bij een baby dan is het een (kleiner/groter) gaatje in het hart omdat het (minder/meer) turbulent is.

A

Kleiner, meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke extra factor is er aanwezig bij de tetralogie van Fallot, waardoor het klinische beeld sterk wordt bepaald?

A

a.pulmonalis stenose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurt er verder met de pulmonalis wanneer er een stenose is in de a. pulmonalis?

A

Hypertrofie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly