Lesson 7-3 Flashcards

1
Q

Chromatografie als zuiveringsmethode 21

A

Verdeling over stationaire en mobiele fasen om monsters te zuiveren door adsorptie, partitie/absorptie, ionwisseling (niet zo veel gebruikt), door grootte of vorm van moleculen (gelpermetatie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Chromatografie als zuiveringsmethode, adsorbtiechromatografie AC 22

A

Adsorbtie chromatografie, AC, vooral voor zuiveren en complexe mengsels, maar meest (LSC).
Polaire adsorbenten in stationaire, normaal.
Biologische vetten met polaire gropen vastgehouden op AC kolom. Beladingscapaciteit.
Polairiteit van mobile phase instellen, elutiesterkte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Chromatografie als zuiveringsmethode, AC kolom, activeren 23

A

Voor gebruk de kolom activeren, drogen, dan deactiveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Chromatografie als zuiveringsmethode, koolstofchromatografie 25

A

Stationaire apolaire, reversed-phase. Houdt vlakke moleculen vast, zoals PCDD, PCDF, PAK, PBDE, PCB.
Actief kool ook in losse vorm voor clean-up.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Chromatografie als zuiveringsmethode, vastefase extractie 25

A

De kolom houdt de te analyseren stoffen vast, later afspoelen met oplosmiddelen. Voordeel: concentratie met minder oplosmiddel.
Goed voor automatisering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Vastefasemicro extractie 27
  2. Roervlosorptie 28
  3. Superkritischevloeistof extraxtie, SFE. 28
A
  1. Injectienadel. Ook voor headspace analyse.
  2. Neemt meer op dan de injecienadel.
  3. Sneller dan Soxhletextractie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gelpermeatie 28

A

Verdeling naar grootte van de deeltjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly