Lesson 4.2 Flashcards
Electrofiele aromatische substitutie, bromering in vergelijking met alkeen. 8
Open carbokation. FeBr3 als katalysator.
Electrofiele aromatische substitutie, nitrobenzeen 9
HNO3 en H2SO4 vormen NO2 als electrofiel.
Electrofiele aromatische substitutie, sulfonering 10
Zwaveltrioxide het electrofiele deeltje
Electrofiele aromatische substitutie, alkylering van een benzeenring 10
Het is belangrijk kolstof-kolstofbinding te kunnen maken. Koolstof moet een positieve lading bevatten. Sterk polariseerd nodig om verlies van aromaticiteit te overbruggen. Een halogeen plus Friedel-Crafts alkylering.
Electrofiele aromatische substitutie, problemen met Friedel-Crafts alkylering 12
Halogeenalkanen, niet halogeenalkenen. Benzeenring niet gesubsidieerd met sterk electronenzuigende groep.
Electrofiele aromatische substitutie, Friedel-Crafts acylering 12
Met een zurchloride. Acyliumion. Alkylfenylketon. Geen hydrideverschuiving.
Een tweede substituent op de benzeenring. Welke invloed heeft de eerste substituent? 13
Versnellende orto-para righters, vertragende metarichters, vertragende orto-para richters.
Waarom is de methoxy groep aan methoxybenzeen een versnellende ortho-para richter? Waarom liefst para? 15
Electrostuvend. Maakt orto-paraposities negatieve, dus uitnodigt electrofielen. Meer electronen in de ring, dus sneller reacties.
Waarom is een nitrogroep een vertragende metarichter? 15
Electroonzuigend, minder electronen in de ring, minder reactief. Een substitutie op orto-para zal een coulomb effect veroorzagen.
Waarom zijn halogenen vertragende orto-para richters? 16
De orto-para richting blijft vanwege de mesomere effect, maar de tegenovergestelde inductief effect is sterker en zuigt electronen weg.