Lesson 2.3-5 Flashcards

1
Q

Wat is mesomerie? Structuren. Effect 7

A

Or resonantie - de verschijnsel dat een lading zich kan verdelen over twee of meer plaatsen. Grensstructuren, de werkelijgheid. Stabilisatie door lading te verdelen. Energisch gunstig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Mesomer effect:
Broompropeen, allylbromide 7
Acetaatanion 9
Propanonanion 9
Aceetamide 10
Nitroverbinding 10
Energiediagram

A

Studeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Regels voor mesomere structuren 11

A

Dezelfde moleculeskelet
Grensstructuren voldoen aan de Octetregel
Stabilisatieenergie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke mesomere effecten zijn stuvend en zuigend 12

A

Electronen afstaan, stuvend, M+
Electronen toetrekken zuigend M-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Inductief of mesomere effect 13

A

Als tegenstelde dan is mesomre effect het sterkste, behalve halogenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zuurterkte, evenwichtsconstante Ka, pKa 13 Basesterkte, evenwichtsconstante Kb, pKb 18

A

Ka = (H3O+ x A-)/HA
pK = -log Ka
Kb = (Oh+ x BH)/B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat bepaalt zuursterkte? 13

A

De stabiliteit van het anion A- en hybridisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Azijnzuur in water, gunstig en minder gunstig protonering. 14

A

Tekenen goed en mindergunstig azijnzuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Invloed van inductief effect op de zuursterkte, aantal en afstand 15

A

tekenen invloed van chloor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Invloed van mesomerie op de zuursterkte, cyclohexanool, cyclohexenool, fenool 16

A

Tekenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Invloed van hybridisatie op de zuursterkte 17

A

ethaan, etheen, ethyn sterkst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Invloed van inductief en mesomere effecten op basesterkte, voorbeelden 18

A

Bij beschouwing van de basesterkte van verbindingen vergelijken we eveneens de stabiliteit van de base en het geprotoneerde deeltje op basis van inductieve en mesomere effecten.
Ammoniak mehylamide,
Aniline ammoniak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Stabiliteit van carbokationen, inductief effect, plaats voor protonering CH2=CH-CH3 20

A

Carbocation, 6 electonen, niet stabiel. Alkenen zwakke basen. Gunstigst plaats voor protonering waar meest H’s zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly