Latijnse filosofie aan de universiteiten 2.0 Flashcards

1
Q

Wat houdt de veroordeling van 1277 in?

A

De veroordeling van 219 stellingen door Etienne Tempier, de bisschop van Parijs. Deze anonieme stellingen mocht niemand meer aanhalen.

  • Veel van de stellingen zijn ontleed aan magistri van de Artes-faculteit (Siger van Brabant en Boëthius van Dacië).
  • Sommige stellingen betreffen opvattingen van Thomas van Aquino. Veel theologen vonden de opvattingen van Aquino te ver gaan. Het bestond te zeer uit aristotelische filosofie: heidens!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat waren de gevolgen van de veroordeling van 1277 voor docenten aan de Artes-faculteit?

A

Het was de taak van een docent/filosoof aan de Artes-faculteit om de aristotelische filosofie over te brengen aan studenten. Echter, mocht dit niet meer van de grote baas: de bisschop.

  • Bewijsbaarheid: bewijzen wat de bisschop zegt.
  • Mogelijkheid: een mogelijkheid zoeken in stellingen die verboden zijn om ze wel te kunnen behandelen op een manier dat de bisschop hen niets kan maken.
  • Een andere reactie is dat mensen hele nieuwe dingen gaan bedenken i.p.v. vast te houden aan Aristoteles.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt het nominalisme van Willem van Ockham in?

A

Willem van Ockham neemt de suggesties van de bisschop van Parijs serieus.

Hij doet een poging om zo min mogelijk aannames te doen. Zo veel mogelijk economische theorieën te bedenken: reductionisme (ontologisch en psychologisch).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het methodologisch principe van Ockham? (Ockham’s razor).

A

Het principe van spaarzaamheid.

Kern: je moet bij het geven van wetenschappelijke verklaringen niet meer niet-evidente aannames van entiteiten doen dan strikt noodzakelijk is.

  • Eenvoudiger verklaringen verdienden de voorkeur boven complexere verklaringen (als beide adequaat zijn). Bij complexere verklaringen moet je veel meer argumenten proberen in te zetten om dit uit te kunnen leggen. Dan komt bij jou de bewijslast te liggen. Hij speelt met de vraag waar de bewijslast lig.
  • Dit principe wordt toegepast op alle niveaus binnen filosofie en theologie. Hoe minder je aanneemt, hoe beter.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent het ontologisch reductionisme van Willem van Ockham?

A

Wat is er eigenlijk in de werkelijkheid?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat vindt Willem van Ockham over de universalia?

A

Zijn er buiten individuen ook soorten of klassen waartoe deze individuen horen? Hebben deze labels werkelijkheidsverklaringen of niet?

Ockham: laat die theorie zitten, te veel aannames. Het kan veel simpeler en eenvoudiger. Het enige dat je moet aannemen is dat mensen een verstand hebben en dat wij met het verstand concepten kunnen aannemen. Deze concepten zijn algemeen. Ons verstand denkt na over dingen, door dit functioneren ontstaat er universaliteit. Universalia zijn alleen woorden waarmee wij over de werkelijkheid spreken, het zijn slechts zaken van het verstand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is Ockhams originele interpretatie van de aristotelische categorieënleer?

A

Traditionele interpretatie: categorieën zijn zowel dingen als woorden.
Vooronderstelling: isomorfisme van taal en werkelijkheid: ze hebben dezelfde structuur.

Ockhams interpretatie: categorieën zijn termen die betrekking hebben op dingen of categorieën zijn separate delen van een propositie waarmee bevestigende en ontkennende zinnen gemaakt kunnen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de deductie van de categorieën?

A

De deductie van de categorieën komt tot stand door verschillende vragen die m.b.t. een individueel ding gesteld kunnen worden:

  • Wat is het? substantie.
  • Hoedanig is het? kwaliteit.
  • Hoe groot is het? kwantiteit.

Het systeem van de tien categorieën put het aantal mogelijke vragen ten aanzien van een concreet ding volledig uit (stelling).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem een kritiekpunt tegen de tien categorieën van Aristoteles.

A

Reductionisme: er zijn slechts twee categorieën waarmee echt bestaande dingen (res absolutae) corresponderen:

  1. substantie.
  2. kwaliteit.

De andere acht categorieën zijn connotatieve termen: ze connoteren iets m.b.t. een substantie of kwaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat bedoelt van Ockham met de linguistic turn?

A

Een gevolg van Ockhams ontologische reductionisme is dat de nadruk op taal en taalanalyse komt (semantiek).
Linguistic turn: filosofie wordt een taalanalyse. Veel theorieën binnen de filosofie maken de fout dat woorden die wij gebruiken geassocieerd kunnen worden met de werkelijkheid. Het feit dat wij beweging gebruiken, betekent bijv. niet dat een beweging zichtbaar is. Het is slechts een grammaticale uitdrukking. In plaats van de focus op de werkelijkheid te leggen, wordt deze verplaatst naar de taal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat betekent psychologisch reductionisme?

A

Het gaat over cognitieve psychologie, hoe functioneert de geest bij cognitieve kennis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt het psychologisch reductionisme van Willem van Ockham in?

A

Hij geeft kritiek op de traditionele species-theorie van cognitie van Thomas van Aquino. Vervangen van de species-theorie door het onderscheid tussen intuïtieve en abstractieve kennis. (species betekent bemiddeling).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de species-theorie?

A

Cognitie is een natuurlijk (veranderings)proces waarbij sprake is van een causale inwerking van object op kenner. Deze inwerking kan worden beschreven van een Agens op patiens.

Twee niveaus (die terug te zien zijn bij causale relaties):

  1. Zintuiglijk: werking van extern object op zintuig.
  2. Verstandelijk: uit de zintuiglijke informatie wordt de verstandelijke inhoud geabstraheerd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn zintuiglijke species?

A

Uitgangspunt: werking op afstand is niet mogelijk (er is contact vereist tussen agens en patiens).

Ze overbruggen de afstand tussen agens en patiens.
Worden door het object uitgezonden en komen, via een transparant medium in een zintuig terecht (species in medio).
Veroorzaken in het zintuig indrukken die worden geïnternaliseerd als phantasmata: worden opgeslagen in de imaginatio (voorstellingsvermogen) en vormen het materiaal voor het verstand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is er problematisch aan de zintuiglijke species?

A

aan de ene kant moet er direct contact zijn tussen agents en patiens, maar aan de andere kant geldt dit niet voor het zicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn verstandelijke species?

A

Worden voortgebracht door het verstand zelf (niet door een uitwendig object), doordat het actieve verstand (intellectus agens) de phantasmata verder bewerkt (abstractie). Oefenen een causale werking uit op het mogelijke verstand (intellectus possibilis), waardoor dit geactiveerd wordt tot het vormen van concepten.

17
Q

Wat zijn species?

A
  • Instrumenten die de inhoud (forma) van de waarneming overbrengen en die een causale werking uitoefenen op de zintuiglijke vermogens en op het verstand.
  • Hebben een verminderend zijn, dat ook wel intentioneel (een bepaalde inhoud hebben) zijn genoemd wordt: ze hebben een zijn dat minder is dan de dingen in de natuurlijke werkelijkheid.
  • Zelf niet het object van waarneming en kennis: ze worden niet zelf waargenomen of gekend, maar zijn datgene waardoor waargenomen en gekend wordt. Tegen solipsisme en scepticisme.
18
Q

Wat is Ockhams kritiek op de species-theorie?

A

Belangrijkste vooronderstelling van de species-theorie: werking op afstand is niet mogelijk (zonder contact). Maar dit klopt niet volgens van Ockham, want:

  • objecten veroorzaken rechtstreeks kennis zonder tussenkomst van species. Species zijn overbodig als verklaring van de wisselwerking tussen objecten en zintuigen.
  • Er is geen zintuiglijk bewijs dat species bestaan (je kunt niet niet waarnemen).
19
Q

Wat betekent objectief en subjectief?

A

Objectief: subjectief.
Subjectief: objectief.