Inleiding Middeleeuwse filosofie Flashcards
Wat is middeleeuwse filosofie?
leren omgaan met religieuze teksten.
Wat is de oorsprong van de middeleeuwse filosofie?
De oorsprong van de middeleeuwse filosofie ligt in Athene en Alexandrië. Hier komen min of meer gehele teksten vandaan.
Wat zijn de vier takken/richtlijnen van middeleeuwse filosofie (geografisch, linguïstisch en religieus gedefinieerd)?
- Latijns Christelijk: West-Europa (de plekken waar men in Latijn schreef).
- Grieks Christelijk: Byzantium (het voormalige oosten)
- Arabisch (Islamitisch).
- Joods.
Al deze takken kun je herleiden tot de filosofische scholen in Athene en Alexandrië. Ook bestaat deze traditie uit vier teksten die herleid kunnen worden tot haar teksten.
Wat zijn de drie onderwijssystemen die tijdens de middeleeuwen ontstonden?
- Scholen in kloosters.
- Scholen verbonden aan kathedralen (opkomst ca. 11e eeuw).
- Universiteiten (begin 13e eeuw).
Middeleeuwse teksten zijn meestal gekoppeld aan scholen. De teksten zijn dan ook schoolteksten.
Vertel kort iets over scholen in kloosters.
Scholen in kloosters bleven belangrijke culturele centra’s waar men onderwijs gaf en waar bibliotheken aanwezig waren. Veel boeken hebben we dan ook door deze bibliotheken (bijv. de teksten van Plato).
Vertel kort iets over scholen die verbonden waren aan kathedralen.
Rond de 11e eeuw ontstaat er een nieuw type onderwijs dat zich vooral vestigt in steden in tegenstelling tot scholen in kloosters. Dit zijn de scholen die verbonden zijn aan kathedralen. In deze scholen worden filosofische teksten geschreven. Dit was zo succesvol dat men afspraken ging maken welke diploma’s waardevol waren.
Vertel kort iets over universiteiten.
Door de afspraken over waardevolle diploma’s ontstonden rond de 13e eeuw universiteiten. Deze regels zorgden ervoor dat men wist wat hij moest doen, voordat hij het diploma behaalde en zich magister mocht noemen.
Welke vier faculteiten hadden universiteiten?
- Artes: in de 13e eeuw was deze opleiding voor iedereen verplicht, later alleen voor theologen.
- Theologie.
- Rechtsgeleerdheid.
- Geneeskunde.
Artes duurde zes jaar, na deze opleiding konden ze een andere faculteit (wetenschap) volgen. Artes is de faculteit van kunsten.
Uit welke vakken bestond de drievoudige weg naar kennis (trivium) die men moest afleggen aan de Artes faculteit?
- Grammatica
- Rhetorica: leren spreken in het openbaar.
- Dialectica (Aristoteles. logica vetus, logica nova): leren redeneren.
Uit welke vakken bestond de viervoudige weg naar kennis (Quadrivium) die men moest afleggen aan de Artes faculteit?
- Arithmetica: getallen/algebra.
- Geometria: meetkunde.
- Astronomia: astronomie, het toepassen van geometria.
- Musica: toegepaste getallenleer, het toepassen van Arithmetica.
Quadrivium bestaat uit allerlei wiskundige vakken. Als je dit beheerste kon je jezelf een goede Romeinse burger noemen. Elke student aan de Universiteit moet zes jaar filosofie leren aan de Artes opleiding.
Wat is opmerkelijk aan de rol van Plato tijdens de middeleeuwen?
De teksten van Plato werden amper gelezen, deze waren vrijwel onbekend binnen scholen. Alleen de Timaeus werd gelezen. Dit boek gaat over de natuur, terwijl Plato over het algemeen over ethiek schreef (deze boeken werden helemaal niet gelezen). Dit betekent niet dat men geen kennis had over Plato, maar Aristoteles was veel bekender.
Wat houdt de logica Vetus (A) van Aristoteles in?
logica vetus (elementaire logica: termen en proposities) tot ca. 1140.
- de tien categorieën.
- de interpretatione.
- logische geschriften van Boethius.
Wat houdt de logica nova (B) van Aristoteles in?
Logica nova (syllogismen, wetenschap, drogredenen) vanaf ca 1140.
- analytica prioira
- analytica posteriora
- topica
- de sophistics elenchus.
Leg de natuurfilosofie, metafysica en ethiek (C) van Aristoteles kort uit.
Libra natureles:
(-physica: vijf vertalingen tussen 1125 en 1270
-De caelo: vier vertalingen tussen 1185 en 1270
-De anima: drie vertalingen tussen 1125 en 1270)
Metafysica: vijf gedeeltelijke vertalingen tussen 1125 en 1270
Ethica: vier gedeeltelijke vertalingen tussen de tweede helft van de 12e eeuw en 1260.
Welke routes kon een vertaling afleggen?
- Vertalingen rechtstreeks van Grieks naar Latijn; Aristoteles latinus
- Vertalingen rechtstreeks van Grieks naar Latijn via Arabisch of Hebreeuws: Aristoteles semitico-latinus.
Talen verschillen heel erg van elkaar, waardoor je problemen rond interpretatie krijgt. Dus de uitkomst van deze vertalingen kunnen heel anders zijn. Terwijl de auteur van de tekst hetzelfde blijft.