klinische beeld seksuele disfuncties Flashcards

1
Q
  • Wat is het gemeenschappelijk kenmerk van seksuele disfuncties?
A

Het genot kunnen ervaren bij seksueel genot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  • Wat is belangrijk voor een diagnose seksuele disfunctie?
A

Als de klachten optreden ondanks dat er seksuele stimulatie is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  • Wanneer spreekt men van inadequate seksuele stimulering?
A

Als iemand niet weet wat te stimuleren voor genot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  • Wat zijn belangrijke kenmerken voor seksuele disfuncties?
A

Langer dan 6 maaanden, niet door lichamelijke stoornis, niet door andere psychische stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • Wat is het levenslange type?
A

Dan zijn er seksuele problemen vanaf de geboorte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  • Wat is het verworven type?
A

Dan was er wel een periode van seksueel genot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  • Wat is het generaliseerde type?
A

Dan komt het in alle situaties voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  • Wat is het situationele type?
A

Dan komt het bij de ene wel voor en bij de andere partner niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  • Wanneer wordt gesproken van verminderd seksueel verlangen bij de vrouw?
A

Als seksuele fantasien niet tot opwinding leiden, en iemand niet verlangd naar seks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  • Hoe is het verminderde verlangen bij de vrouw globaal of situationeel?
A

Iemand kan wel willen mastruberen, maar niet met de partner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  • Wat is een polythetische diagnose voor seksuele interesse?
A

Verschillende combinaties van symptomen kunnen leiden tot de diagnose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  • Waarom worden minder symptomen genoemd bij de seksueel verlangen stoornis bij de man?
A

Aangezien dit gescheiden is van de erectiestoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  • Wat is de kern van seksueel verlangen stoornis bij mannen?
A

Terugkerend gebrek aan seks of gedachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  • Wat is geen criteria voor de diagnose bij seksueel verlangen bij de man?
A

Een verschil in opwinding tussen partners

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  • Wat is een erectiestoornis?
A

Onvermogen tot het bereiken van een erectie of vol te houden tot einde van de activiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  • Hoe uit het zich bij mannen waar de erectie wel plaatsvind?
A

Dan verslapt het vlak voor of tijdens de gemeenschap

17
Q
  • Wat is orgasmestoornis bij vrouw of vertraagde ejaculatie bij man?
A

Als het orgasme altijd vertraagd is, of bij man niet komt door penetratie

18
Q
  • Wanneer is er geen spraken van orgasmestoornis bij de vrouw?
A

Als het wel lukt door clitorale stimulatie

19
Q
  • Wat is vertraagde ejaculatie?
A

Dit is beperkt tot seks met een partner

20
Q
  • Wat is de statistische tijd voor ejaculeren?
A

4 tot 10 minuten

21
Q
  • Wat is anhedonische ejaculatie?
A

Een normaal ejaculatie patroon zonder of met verminderd genot.

22
Q
  • Hoe word de anhedonische ejaculatie geclassificeerd?
A

Als een ongespecificeerde of anders gespecificeerde seksuele stoornis

23
Q
  • Wanneer is sprake van een voortijdige ejaculatie?
A

Als het orgasme bij minimale stimulatie al plaatsvind

24
Q
  • Wat stelt de DSM 5 als maat wanneer er sprake is van voortijde ejaculatie?
A

Als het onder 1 minuut plaatsvind

25
Q
  • Hoe is de correlatie van tevredenheid tussen vroegtijdige ejaculatie en relatie plezier?
A

Deze is negatief gecorreleerd, en sterker bij hetro stellen

26
Q
  • Hoe wordt de genotopelviene pijn penentratiestoornis gediagnostiseerd?
A

Op basis van 4 vaak samenkomende symptoomdimenties

27
Q
  • Wat zijn de 4 symptoom dimenties?
A

Moeite met hebben van gemeenschap, genitale pijn of onderbuikpijn, vrees voor vaginale pijn, spanning in bekkenbodem spieren.

28
Q
  • Wat is belangrijk voor het stellen van de diagnose genotopelviene pijnstoornis?
A

Dat het niet komt door andere lichamelijke klachten of een andere psychische stoornis.

29
Q
  • Wat is oppervlakkige pijn?
A

Vulvovaginaal of tijdens de gemeenschap

30
Q
  • Wat is diepere pijn?
A

Onderbuikpijn of tijdens diepere penetratie

31
Q
  • Waarom zoeken jongere vrouwen meestal hulp voor de stoornis?
A

Vanwege kinderwens, en de verminderde interactie van seks