diagnostiek persoonlijkheidsstoornissen Flashcards

1
Q
  • Waarom heeft een interview de voorkeur bij persoonlijkheidsstoornissen?
A

Dan kan er gevraagd worden naar voorbeelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  • Wat is het probleem met zelf vragenlijsten bij persoonlijkheidsstoornissen?
A

Dat de antwoorden vaker als Ja beantwoord worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  • Wat is een voorwaarde voor de diagnose op 18 jarige leeftijd voor persoonlijkheidsstoornissen?
A

Dat het langer dan een jaar aanwezig is, en niet komt door ontwikkelingsfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  • Wat is van belang voor de diagnose bij volwassenen?
A

Dat de 3 P’s aanwezig zijn, (persistent , pathologisch, pervasief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • Waar richt CGT zich op bij persoonlijkheidsstoornis?
A

De onderliggende denkpatronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  • Wat is het uitganstpunt van schematherapie bij persoonlijkheidsstoornissen?
A

Dat de client emotioneel onderontwikkeld is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  • Wat liet onderzoek van schematherapie zien naar de effectiviteit bij persoonlijkheidsstoornissen?
A

voorj borderline helpt het beter dan psychodynamische therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  • Waar richt interpersoonlijke therapie zich op bij persoonlijkheidsstoornissen?
A

Het verbeteren van de interpersoonlijke crisissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  • Wat bleek uit de effectiviteit van interpersoonlijke therapie?
A

Dat het leidt tot beter sociaal functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  • Wat is mentaliseren?
A

Het herkennen van gedrag als bewust en een betekenis heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  • Wat is het doel van mentalisatie behandeling?
A

Een stabiel zelfbeeld creëren bij borderline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  • Wat is het uitgangspunt van dialectische gedragstherapie?
A

Dat mensen een aantal vaardigheden missen, zelfregulatie, emotieregulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  • Wat is het doel van dialectische gedragstherapie?
A

Het versterken van de vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  • Hoe wordt medicatie gebruik ingezet bij cluster A problemen?
A

Dit is alleen voor comorbide stoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  • Wat zijn de resultaten bij cluster B voor medicatie?
A

Dit is wisselend, van goed effect tot geen effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  • Wat is bekend over medicatie studies naar cluster C?
A

Hier is weinig onderzoek naar gedaan, en veel comorbide problemen

17
Q
  • Wat blijkt uit de effecten van combinaties tussen psychotherapie en medicatie?
A

Er is weinig over onderzocht, maar zou helpen voor suïcide verminderen