kinderpsychiatrische stoornissen Flashcards

1
Q

3 subtypen ADHD

A

Van een ander domein kan je ook subtype kenmerken hebben. In de loop der jaren akn je wisselen van subtype. Hyperactief is vnl bij jonge kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aandachtsproblemen ADHD (9)

A

Aandachtsproblemen zijn vaak bij een niet zelf gekozen activiteit waar iemand zijn aandacht aan moet besteden, dit is vaak bij dingen op school

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hyperactiviteit (6) en impulsiviteit (3) bij ADHD

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Andere stoornissen die vaak samen gaan met ADHD

A

ODD= gedragsproblemen

Het samen voorkomen van deze stoornissen is een uiting van verschillende symptoom complexen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Prevalentie ADHD
-kinderen
-jeugdigen
-volwassene
-man/vrouw

beloop

A

30% kans om in remissie te gaan tegen eind adolescentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Etiologie ADHD
-oorzaken
-wat is belangrijkste oorzaak
-kandidaatgenen

A

Genetische factoren (belangrijkste), biologische factoren en omgevingsfactoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Etiologie ADHD
-omgevingsinvloeden (3)

A

executieve functies= problemen met plannen en organiseren

EEG ook iets afwijkend

Dit kan allemaal, maar dit zegt ook weer niet heel veel want zonder deze factoren kun je ook ADHD hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Etiologie ADHD
-hersenen (3)
-functioneel (2)

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Behandeling ADHD
-ouders
-kind
-school

ritalin voorschrijvingen

A

meds: methylgenidaat (ritalin) werkt bij 70% vd kinderen. De laatste tijd daalt het aantal meds voorschrijvingen bij kinderen. Dit komt mede doordat de toegang tot zorg voor kinderen moeilijker is geworden en dus niet verwezen worden. (dit zou wel moeten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

neurobiologische ontwikkelingsstoornissen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

angststoornissen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

obsessieve stoornissen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

trauma/stress stoornissen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

somatisch symptoomstoornissen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

voedingsstoornissen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

-

A