Kerk en mensen aan het einde van de middeleeuwen Flashcards
Hoe was de hiërarchie van de katholieke kerk georganiseerd in de vijftiende eeuw?
De kerk had een goed gestructureerde hiërarchie met de paus aan de top, gevolgd door kardinalen, bisschoppen, en parochiepriesters.
Wat waren de twee takken van de middeleeuwse kerk, en hoe verschilden ze van elkaar?
Naast de seculiere clerus, bestaande uit bisschoppen en parochiepriesters, had de middeleeuwse kerk ook een reguliere tak, bestaande uit monniken, nonnen en paters, die zich toewijdde aan een leven van kuisheid en gehoorzaamheid.
Wat was de relatie tussen de clerus en de gewone mensen in de middeleeuwse samenleving?
De clerus genoot privileges zoals immuniteit voor belastingen en het recht om berecht te worden in kerkelijke rechtbanken. Dit leidde soms tot anti-geestelijk sentiment, bekend als ‘anticlericalisme’.
Wat waren de centrale onderwerpen van debat binnen de middeleeuwse theologische stroming van scholastiek?
In de scholastiek werd de rationaliteit van de christelijke theologie besproken, vooral de relatie tussen goddelijke genade en menselijke inspanningen voor redding. Goede werken werden gezien als middelen om de kans op redding te verbeteren.
Hoe beïnvloedde de kerk het dagelijks leven van mensen in de middeleeuwen?
De kerk beheerste de kalender, leidde belangrijke levensmomenten met rituelen, en parochies waren centra voor religieus leven. Mensen moesten basisgebeden kennen, de Tien Geboden en het Geloofsbelijdenis uit het hoofd leren.
Wat was de rol van de mis in de late middeleeuwse religie?
De mis was essentieel, waarbij priesters het Laatste Avondmaal en het offer van Christus opnieuw uitvoerden. Gelovigen geloofden in transsubstantiatie, waarbij brood en wijn letterlijk lichaam en bloed van Christus werden.
Hoe beïnvloedde het geloof in het vagevuur de middeleeuwse samenleving?
Het geloof in het vagevuur, als een tussenliggende plaats tussen aarde en hemel, leidde tot investeringen in goede werken en activiteiten om de tijd in het vagevuur te verkorten. Dit stimuleerde de bouw en versiering van kerken.
Welke kritieken werden geuit tegen de late middeleeuwse kerk, zowel intern als extern?
Intern waren er hervormingsbewegingen zoals het conciliaire beweging en de Observanten die de corruptie binnen de kerk wilden aanpakken. Extern waren er kritieken van humanisten zoals Erasmus, die misbruiken en onwetendheid binnen de kerk aan de kaak stelden.
Wat waren enkele van de ketterijen die zich in de late middeleeuwen voordeden?
Ketterijen zoals die van Jan Hus in Bohemen en de Lollards in Engeland, die de autoriteit van de paus aanvielen en de nadruk legden op het lezen van de Schrift. Waldenzen, volgelingen van Peter Waldo, overleefden ook als ketterse gemeenschappen.
Hoe evolueerde het geloofsleven in de late middeleeuwen met de opkomst van mystiek en humanisme?
Mystiek zocht direct contact met God, terwijl humanisme de nadruk legde op klassieke kennis en een kritische houding ten opzichte van kerkelijke misstanden. De drukpers vergemakkelijkte de verspreiding van religieuze teksten en ideeën onder de bredere bevolking.