H1 introductie Flashcards
Wat was de gebruikelijke startdatum voor het nieuwe jaar in veel regio’s volgens de tekst?
25 maart diende als de startdatum voor het nieuwe jaar in veel regio’s, niet per se 1 januari.
Wat waren enkele kenmerken van het dagelijks leven in Europa op 1 januari 1500?
Op 1 januari 1500 leefden mensen in Europa in een maatschappij waarin adel trots was op afkomst en heerschappij, vrouwen ondergeschikt waren aan mannen, arme mensen afhankelijk waren van liefdadigheid, en de kerk een dominante positie innam. De meeste mensen konden niet lezen of schrijven, en slechts een select aantal was ooit buiten de grenzen van hun vorstendom of bisdom geweest.
Wat bood de recente uitvinding van de boekdrukkunst aan Europa?
De recente uitvinding van de boekdrukkunst bood Europa zijn eerste instrument voor massale communicatie.
Wat wordt beschouwd als het begin van de vroegmoderne periode in de geschiedenis?
Het idee van een distincte vroegmoderne periode is relatief recent, maar veel historici beschouwen een brede overgangsfase tussen de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd, die ongeveer de eeuw van 1450 tot 1550 beslaat.
Welke belangrijke ontwikkelingen markeren de volgende tweehonderd jaar na 1550 volgens de tekst?
Belangrijke ontwikkelingen zijn onder andere de Wetenschappelijke Revolutie rond 1600, de Vrede/het verdrag van Westfalen in 1648 dat een nieuw systeem van internationale betrekkingen creëerde, en het begin van de Verlichting rond 1700.
Wat markeert het einde van de periode die in deze tekst wordt besproken? (Vroegmoderne tijd)
Het einde van de periode die in deze tekst wordt besproken, wordt ongeveer gedateerd rond 1800, gekenmerkt door gebeurtenissen zoals de agrarische en vroege industriële revoluties, de Franse Revolutie van 1789 en de opkomst van de spoorwegen in de negentiende eeuw.
Welke interpretaties zijn er gegeven voor de ontwikkelingen tussen 1500 en 1800 volgens de tekst?
Er zijn verschillende interpretaties gegeven, waaronder modernisatietheorieën die de oorsprong en ontwikkelingen van fundamentele kenmerken van de hedendaagse Europese samenleving proberen te traceren. Voorbeelden zijn neigingen naar centralisatie, bureaucratie, codificatie, belijdenis, en disciplinering.
Waarom worden lineaire en uniforme modellen nu met scepticisme bekeken?
Lineaire en uniforme modellen worden nu met scepticisme bekeken vanwege de ervaring van meerdere paden naar moderniteit die in verschillende delen van de wereld zijn gevolgd, evenals tegenstrijdige bewijzen binnen Europa zelf.
Wat was een belangrijke variabele die de menselijke activiteit in de zestiende eeuw beïnvloedde? (iets niet door mensen beheerst kon worden)
Het heersende klimaat, met nattere zomers en koudere winters vanaf de zestiende eeuw, vormde een belangrijke uitdaging en veroorzaakte wijdverbreide ontberingen.
Wat waren enkele bindende elementen in Europa ondanks lokale conflicten en regionale machtsstrijd?
Enkele bindende elementen in Europa waren het religieuze kader van het christendom, de blijvende erfenis van het Romeinse Rijk en Romeins recht, het gebruik van Latijn als lingua franca onder geleerden en het grote aantal en de autonomie van steden.
Wat zijn enkele verschillende vormen van vroegmoderne surveywerken die in de tekst worden genoemd?
Enkele verschillende vormen van vroegmoderne surveywerken zijn monografieën, essaybundels, lezers, praktische metgezellen en uitgebreide handboeken.
Wat zijn de vier belangrijkste doelstellingen van dit handboek volgens de tekst?
De vier belangrijkste doelstellingen zijn:
- Het portretteren van de vroegmoderne periode op zichzelf, met unieke kenmerken en contrasten.
- Het onderzoeken van de gehele breedte van het sociale spectrum.
- Het overbrengen van een indruk van de rijkdom en diversiteit van de bronnen.
- Het benadrukken van de verscheidenheid aan wetenschappelijke benaderingen in het veld.
Waarom benadrukt de tekst de ‘voices from the past’?
De tekst benadrukt ‘voices from the past’ om een indruk te geven van de rijkdom en diversiteit van de bronnen uit de vroegmoderne periode.
Hoe wordt de periode tussen 1500 en 1800 gekarakteriseerd volgens de tekst?
De periode wordt gekarakteriseerd door een hiërarchische en patriarchale sociale structuur, economisch gezien een overwegend agrarisch systeem met vroege vormen van industriële productie en wereldwijde handelsnetwerken, religieuze differentiatie, culturele verbreding, en politiek gezien grootschalige oorlogvoering, staatsvorming en machtsverschuiving naar het centrum.
Wat zijn enkele kenmerken van de vroegmoderne periode op sociaal, economisch, religieus, cultureel en politiek gebied?
Sociaal: Hiërarchische en patriarchale structuur met nadruk op verdienste.
Economisch: Grotendeels agrarisch systeem met vroege industriële productie en opkomst van een opkomende consumptiemaatschappij.
Religieus: Differentiatie van het christendom in ‘confessies’ en pragmatische co-existentie op de lange termijn.
Cultureel: Verbreding van ruimtelijke horizonten, verschuiving van ontvangen kennis naar experimentatie, spanningen tussen sociale discipline en populaire gebruiken.
Politiek: Grootschalige oorlogvoering, staatsvorming en machtsverschuiving naar het centrum door onderhandelingsprocessen.
