H23 Kunst en samenleving Flashcards
Wat beschrijft The Craftsman’s Handbook met betrekking tot kunstenaars in de vroegmoderne periode?
The Craftsman’s Handbook, geschreven door de Italiaanse kunstenaar Cennino Cennini in de late veertiende eeuw, beschrijft de verschillende vaardigheden die nodig zijn voor het schildersvak, waaronder het beheersen van tempera- en frescotechnieken en het bereiden van verschillende soorten kleuren. Het benadrukt ook het traditionele karakter van de artistieke vorming, geworteld in middeleeuwse ambachtstradities.
Hoe begon de training van aspirant-kunstenaars?
De training begon doorgaans op jonge leeftijd wanneer een jongen zijn leerlingschap begon in de werkplaats van een meester. Gedurende vele jaren leerden de leerlingen de geheimen van het vak, van het malen van pigmenten tot het voorbereiden van panelen of doeken en uiteindelijk het schilderen van details. Het bereiken van de rang van meester vereiste het voltooien van een origineel en hoogwaardig kunstwerk.
Wat was de rol van GUILDS in het beheersen van de carrières van kunstenaars?
In de meeste Europese steden controleerden GUILDS, vaak gewijd aan St. Luke de Evangelist, het gehele professionele leven van kunstenaars. Deze gilden reguleerden alle aspecten van de productie en organisatie van kunst, vergelijkbaar met gilden van bakkers, slagers of timmerlieden.
Wat veroorzaakte een meer onderscheidende rol voor kunstenaars in Italië tijdens de Renaissance?
De herontdekking van de klassieke cultuur tijdens de Renaissance in Italië resulteerde in een meer onderscheidende rol voor kunstenaars. De tekst traceert deze verandering terug naar 1434, toen de humanist en architect Leon Battista Alberti in Florence aankwam. Alberti’s publicatie van het eerste theoretische traktaat over schilderkunst en zijn nadruk op wiskundige en geometrische expertise hielpen kunstenaars te verheffen van ambachtslieden tot intellectuelen.
Hoe werden topkunstenaars in Italiaanse hoven beloond voor hun werk?
Topkunstenaars in Italiaanse hoven vonden niet alleen winstgevende tewerkstelling, maar verbeterden ook hun sociale status door frequente contacten met vorsten en hovelingen. Bijvoorbeeld, Andrea Mantegna verwierf adel en grote rijkdom, Raphael kreeg vriendschap van pausen en leden van de Romeinse elite, en Titian werd beloond door keizer Karel V met titels en respect.
Wat was de bijdrage van Giorgio Vasari aan de verheerlijking van kunstenaars?
Giorgio Vasari’s “Lives of the Artists” in 1550 was een belangrijke bijdrage aan de verheerlijking van kunstenaars. Deze biografieën schetsten de historische evolutie van de Italiaanse kunst en benadrukten de ‘kunstenaar als genie’, met Michelangelo als het toonbeeld van excellentie in schilderen, beeldhouwen en architectuur.
Wat was de rol van vrouwen in de kunst tijdens de zestiende en zeventiende eeuw?
In de zestiende eeuw kregen enkele vrouwen beperkte ruimte voor artistieke expressie. Bijvoorbeeld, Sofonisba Anguissola en Caterina van Hemessen werkten als schilders, terwijl Levina Teerlinc de titel ‘koningsschilder’ verkreeg. In de zeventiende eeuw bereikte Artemisia Gentileschi beroemdheid. Ondanks hun talent werden vrouwen vaak beoordeeld als minder bekwaam dan mannen, vooral voor complexe religieuze of historische scènes.
Wie was Isabella d’Este en wat was haar invloed op kunstpatronage?
Isabella d’Este, dochter van de hertog van Ferrara en vrouw van de hertog van Mantua, was een invloedrijke kunstpatroon. Ze creëerde haar eigen schatkamer en gaf opdrachten aan beroemde kunstenaars zoals Leonardo da Vinci. Haar erkenning van de groeiende betekenis van kunst in Europese hofcultuur leidde tot een toename van kunstcollecties onder vorsten en edelen.
Hoe gebruikten Europese vorsten kunst als politiek propaganda-instrument tijdens de vroegmoderne periode?
Europese vorsten gebruikten kunst als politiek propaganda-instrument. Voorbeelden zijn de Medici’s in Florence die kunst gebruikten om hun macht te bevorderen, en de Franse koning Lodewijk XIV die het paleis van Versailles bouwde als een symbool van macht, rijkdom en cultureel onderscheid. Kunstwerken, waaronder schilderijen en sculpturen, werden ingezet om een imago van overwinning en eenheid te projecteren.
Hoe veranderden religieuze opvattingen de rol van kunst in katholieke en protestantse samenlevingen?
In katholieke samenlevingen verhoogden religieuze opvattingen de visuele elementen van het geloof, met uitgebreide kerken en de barokstijl als symbolen van Rome’s hernieuwde aanspraken op universele macht. In protestantse samenlevingen, vooral Calvinisten, werd de nadruk gelegd op prediking en lezing van de Bijbel, resulterend in de vernietiging van religieuze kunstwerken in kerken.
Hoe beïnvloedde het protestantisme de artistieke ontwikkeling in de Nederlandse Republiek?
Het protestantisme had een belangrijke invloed op de artistieke ontwikkeling in de Nederlandse Republiek. Calvinistische principes leidden tot iconoclasme, waarbij afbeeldingen werden verwijderd of vernietigd. Desondanks floreerde de kunstmarkt in de Nederlandse Republiek, met vraag naar schilderijen vanuit verschillende lagen van de samenleving, inclusief handelaren, ambachtslieden en zelfs rijke boeren.
Hoe wordt de relatie tussen kunst en wetenschap in de vroegmoderne periode beschreven?
Kunst en wetenschap waren nauw met elkaar verbonden in de vroegmoderne periode. Bijvoorbeeld, gedetailleerde en ‘fotografische’ weergave van de natuur in kunstwerken, zoals stillevens, diende zowel esthetische als wetenschappelijke doelen. Kunstenaars werkten samen met wetenschappers om flora en fauna te illustreren voor herbals en zoölogische verhandelingen. Wunderkammern, met hun eclectische verzameling van natuurlijke en door de mens gemaakte objecten, waren een uitdrukking van deze relatie tussen kunst, wetenschap en technologie.
Hoe beïnvloedden artistieke contacten tussen verschillende culturen de Europese kunst in de vroegmoderne periode?
Artistieke contacten tussen verschillende culturen, zoals die tussen Europa en Azië, leidden tot een hybride visuele cultuur. Jesuit-missionarissen gebruikten kunstwerken om religieuze boodschappen over te brengen. Kunstenaars zoals Giuseppe Castiglione combineerden Europese en Chinese elementen in hun werk. Bovendien beïnvloedden import van luxe goederen uit het Oosten, zoals porselein, de westerse consumentencultuur.
Hoe evolueerde het begrip van kunst in de late 18e eeuw?
In de late 18e eeuw ontstonden twee distincte velden: de ‘minore’ of ‘decoratieve’ kunsten, geproduceerd door ambachtslieden voor praktisch gebruik, en de ‘schone kunsten’, gemaakt door kunstenaars uitsluitend voor esthetisch genot van de hogere klassen. Werken van ‘kunst’ werden losgekoppeld van hun oorspronkelijke context en gewaardeerd als voorbeelden van menselijke creativiteit. Openbare musea, zoals de galerij geopend in het Louvre door de Franse Revolutionaire regering in 1793, werden plaatsen waar deze ‘schone kunsten’ werden tentoongesteld en gewaardeerd.
