Integratiecollege De Gezonde Mens 2 Flashcards

1
Q

wat wordt v. vitellina?

A

v. portae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat wordt a. vitellina?

A

a. mesenterica superior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat wordt a. umbilicalis?

A

plica umbilicalis medialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat wordt v. umbilicalis?

A

l. hepatis teres

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat wordt ductus venosus?

A

l. venosum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat wordt allantois?

A

lig. umbilicalis medianis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waaruit ontstaat v. portae?

A

v. vitellina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waaruit ontstaat a. mes, sup?

A

a. vitellina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waaruit ontstaat l. umbilicalis medialis?

A

a. umbilicalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waaruit ontstaat l. hepatis teres?

A

v. umbilicalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waaruit ontstaat l. venosum?

A

ductus venosus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waaruit ontstaat l. umbilicalis medianis?

A

allantois

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

transpylorisch

A

L1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

subcostaal

A

L3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

supracristaal

A

L4in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

intertuberculair

A

L5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

jejunum

A

roze, lange vasa recta, weinig arcades

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

ileum

A

grijs, korte vasa recta, veel arcades

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

waarin splitst truncus coeliacus?

A

-a splenica
-a gastrica sinistra
-a. hepatica communis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wat komt er uit a. hepatica communis?

A

a. gastrica dextra
a gastroduodenalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

waaruit bestaat v. portae?

A

v. splenica (incl. v. mes. inf)
v. mes. sup

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

wat is mean arterial pressure?

A

2/3 * Pdia + 1/3 * Psys

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

P=

A

F*R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

hoe erectie?

A

NO –> guanylaat cyclase –> minder GTP –> meer cGMP –> minder Ca –> erectie want spieren ontspannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

veel cGMP–>

A

erectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

fosfodiësterase 5

A

minder cGMP, meer GTP: erectie weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

viagra

A

remt fosfodiësterase 5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

SA-knoop depolarisatie

A

Ca

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

SA knoop repolarisatie

A

K+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

diastolische repolarisatie SA knoop

A

If (Na+)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

myocard depolarisatie

A

Na

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

myocard plateau

A

Ca

34
Q

myocard repolarisatie

A

K

35
Q

waarvan takt a. colica dextra af

A

a mes sup

36
Q

waarvan takt a rectalis sup

A

a mes inf

37
Q

waarvan takt a iliaca communis

A

aorta

38
Q

waarvan takt a femoralis

A

a iliaca externa

39
Q

tot wat ontwikkelt gang van wolff zich?

A

epididymis, zaadleider en zaadblaas

40
Q

welke hormonen spelen bij de geslachtsontwikkeling van mannen een rol?

A

anti-mullerse gang hormoon
testosteron (DAARVAN IS GANG VAN WOLFF AFHANKELIJK)
insulin-like factor 3

41
Q

hoe wordt dihydro-testosteron gemaakt?

A

testosteron wordt door 5-alfa reductase omgezet

42
Q

waaraan bindt testosteron om als transcriptiefactor te werken?

A

AR = androgeenreceptor

43
Q

hoe werkt SOX9 qua stoffen?

A

activeert FGF9 en dit activeert weer SOX9

44
Q

tot wat ontwikkelt de mullerse gang?

A

eileider, baarmoeder, bovenste stukje vagina

45
Q

SOX9 wordt onderdrukt door factoren (WNT en FOLX2) die ovariumvorming stimuleren, TENZIJ…

A

SRY er is, die wint altijd

46
Q

van links naar rechts ventraal bekeken, hoe lopen de aftakkingen van de arcus aortae?

A

truncus brachiocephalicus: a. subclavia dextra en a. carotis communis dextra
a. carotis communis sinistra
a. subclavia sinistra

47
Q

welke venen komen ongeveer naast de aorta het hart binnen?

A

v. brachiocephalica sinistra en v. brachiocephalica dextra

48
Q

hoe gaat de hartwandstructuur?

A

epicard
myocard
endocard

49
Q

wat is glomus caroticum?

A

meet bloeddruk in a. carotis communis

50
Q

wat zijn vv. perforantes?

A

aders op je scheenbeen

51
Q

wat is ontologisch ziektebegrip?

A

ziekten zijn reeële en vaststaande entiteiten en bestaan los van de patiënt

52
Q

wat is het uitgangspunt van de WGBO?

A

geen verrichting/handeling zonder toestemming
geen toestemming zonder info over procedure

53
Q

welke plichten stelt WGBO voor artsen?

A

-beroepsgeheim
-dossierplicht
-goed hulpverlenerschap

54
Q

welke stoffen verhogen de H+ afgifte in maag?

A

histamine, acetylcholine, gastrine

55
Q

welke maagzuurremmer zijn er?

A

-antacidum: bindt H+ = buffer
-omeprazol: remt H+ K+ pomp
-cimetidine en ranitidine: binden aan histamine receptor

56
Q

wat is de m. detrusor?

A

blaas spier

57
Q

hoe werkt erectie?

A

zenuw geeft NO af> activeert guanylaat cyclase > zet GTP om in cGMP> [Ca] in spiercellen neemt af > spieren ontspannen

58
Q

wat is de parasympatische innervatie van mannelijk geslachtsorgaan?

A

n. splanchnici pelvici

59
Q

wat is de sympathische innervatie van mannelijk geslachtsorgaan?

A

n. hypogastricus

60
Q

hoe beschermen darmflora zich tegen maagzuur?

A
  1. actief H+ naar buiten pompen
  2. decarboxylering: buffer
  3. ammoniak vormen: neemt H+ op
61
Q

heeft pepsine hoog of laag IEP?

A

laag, want bij lage pH

62
Q

wat is funiculus spermaticus

A

zaadSTRENG

63
Q

hoe heten die uitsteekseltjes om een ovarium heen?

A

fimbriae

64
Q

hoe heet het gehele uitsteeksel dat om een ovarium heen zit?

A

infundibulum tubae

65
Q

welk ligament hang nog meer aan uterus?

A

lig. teres uteri

66
Q

hoe heet het mesenterium tussen uterus en ovarium en eileider?

A

lig. latum uteri

67
Q

wat is de voorhuid?

A

preputium penis

68
Q

wat is het randje op preputium penis?

A

frenulum preputii

69
Q

hoe heet de a en v om elkaar heen penis?

A

plexus pampiniformis

70
Q

welke spier bij bulbus vestibuli?

A

m. bulbospongiosus

71
Q

welke sppier bij crus clitoridis?

A

m .ischiocavernosus

72
Q

hoe heet het waar ruggengraat over gaat in sacrum?

A

promontorium

73
Q

doorgangen diaphragma van boven naar onder

A

v. cava inf
oesophagus
aorta

74
Q

hoe heten de venen op je schenen

A

vv. perforantes?

75
Q

wat heeft dikke darm dat dunne darm niet heeft?

A

taenia coli, appendices epiploica en haustra en plica

76
Q

wat verbindt urachus?

A

blaas en navel

77
Q

wat zijn CI synonymen?

A

(absolute) risk
case fatality / lethality
attack ‘rate’
life-time risk

78
Q

wat is slagvolume?

A

EDV-ESV

79
Q

wat is hartminuutvolume?

A

slagvolume * frequentie

VAN 1 HARTHELFT

80
Q
A