H8.10: Motivatie Flashcards
welke motivaties bestaan er?
biologische behoefte en culturele invloed
(in)directe bevrediging
behoefte aan sociale interactie
wat is de wet van Yerkes-Dodson?
arousal of stress heeft een optimum, bij te veel ben je verlamd en bij te weinig verveeld
wat wordt een gedrag dat een behoefte vervult?
vaak herhaald > gewoonte die ook wordt uitgevoerd als de behoefte minder sterk is
wat bevordert het herhalen van gedrag?
genot; het genotcentrum wil zoveel mogelijk directe bevrediging
welke verschillende varianten van motivatie om te presteren zijn er?
leerdoel orientatie: ‘hoe werkt dit?’ ; vaardigheden zijn te leren
prestatiedoel orientatie: ‘kan ik dit?’ ; vaardigheden liggen vast
voor deelnemers aan medisch onderzoek, wat verhoogt motivatie?
competentie (weet ik wat ik moet doen?)
structuur/autonomie (kan ik iets zeggen over hoe de procedure zal verlopen?)
relatie (helpt iemand mij er goed doorkomen?)
wat is ambitie definitie?
de mate waarin je iets wil bereiken
wat is self-efficacy?
het idee dat je succes kan verkrijgen met je inspanningen
welke oorzaken kan niets doen hebben?
gebrek aan ambitie
gebrek aan self-efficacy
gebrek aan autonomie, competentie, verbondenheid
wat is motivatie op lange termijn?
-zelf regulerend: situatie nu met gewenste situatie vergelijken
-self-awareness: wat zijn nou precies je eigen doelen