IDC hond Flashcards
1
Q
definitie
A
Degeneratieve aandoening van het myocard met als gevolg sterk verminderde contractiliteit en hartinsufficiëntie.
2
Q
Voorkomen
A
- Na CMI de meest voorkomende hartaandoening.
- Vooral bij grote en reuzerassen, meestal tussen 2 en 7 jaar, iets meer bij mannelijke dieren.
3
Q
Oorsprong
A
Erfelijke factoren of idiopathisch.
4
Q
Pathofysiologie
A
- Myocarddegeneratie -> verminderde contractiliteit -> compensatiemechanismen.
- Toename einddiastolisch volume -> ventriculaire dilatatie -> secundaire mitralis- en tricuspidalisinsufficiëntie -> hartinsufficiëntie.
- Compensatiemechanismen: ook atriale dilatatie -> bij grote rassen atriumfibrillatie.
5
Q
Symptomen
A
- Meestal in vergevorderd stadium bij dierenarts.
- Hartinsufficiëntie, vooral Re hartinsufficiëntie.
- Symptomen ontstaan zeer acuut: verminderde eetlust, verminderd uithoudingsvermogen, dyspneu, hoesten, ascites, syncope.
- Tekens van atriumfibrillatie: snelle hartfrequentie, onregelmatig hartritme, onregelmatig polsritme, pulsdeficit.
6
Q
Diagnose
A
- RX: hartdilatatie, stuwing, longoedeem, hydrothorax.
- ECG: afwijkingen -> DA.
- Echo: hartdilatatie + verminderde contractiliteit.
7
Q
Prognose
A
- slechter dan voor CMI, vooral bij acute dyspneu en tekens van Li hartinsufficiëntie, slechte prognose bij Dobermans en Schnauzers.
8
Q
Behandeling
A
- Hartinsufficiëntie behandeling: rust, medicatie (pimobendan, diuretica, ACE-inhibitoren, digitalisglycosiden), zoutarm dieet.
- Behandeling van atriumfibrillatie: remming hartfrequentie (digitalisglycosiden, Ca-antagonisten, β-blokkers).