Eerste hulp bij matig zieke dieren Flashcards
1
Q
Voeding
A
- Afhankelijk van de ernst van de situatie: stop voeding en orale vloeistoffen gedurende maximaal 12 uur. Eten is van vitaal belang voor het herstel van het GI-slijmvlies.
- Katten kunnen leververvetting krijgen (hepatische lipidose) door weigering van voedsel/langdurig vasten, vooral als ze obees waren.
- Zodra de patiënt water of andere orale vloeistoffen kan binnenhouden: begin met regelmatige kleine porties licht verteerbare/vezelarme voeding te geven en verhoog de hoeveelheid langzaam over meerdere dagen.
2
Q
Water
A
- Zodra het braken is gestopt, bied of dien op regelmatige basis kleine hoeveelheden lauwe vloeistof/ijsblokjes uit een kom/lepel of met een spuit toe.
- Indien braken niet stopt en het dier geen orale vloeistoffen wil opnemen, bestaat er een risico op uitdroging en moet het dier naar de praktijk voor intraveneuze vloeistoffen.
3
Q
Temperatuurregeling
A
- Dieren met GI-symptomen hebben meer kans op hypothermie.
- Waarschuw eigenaar voor kussentjes/warmwaterkruiken: kunnen te heet worden en brandwonden veroorzaken.
- Indien koorts aanwezig is, koel het dier af.
4
Q
Hygiëne
A
- Houd het dier in een aparte, rustige omgeving die gemakkelijk te reinigen is.
- Probeer andere huisdieren/kinderen/zwangere vrouwen weg te houden.
- Was/desinfecteer de handen grondig na contact met het dier.