Diabetes Mellitus Flashcards

1
Q

Begrip diabetes

A

Afgeleid van het Oud-Griekse woord ‘diabainein’ wat ‘doorstromen’ betekent, verwijzend naar polyurie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Begrip Mellitus

A

Honingzoete urine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Begrip insipidus

A

Smaakloze urine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Begrip koolhydraat metabolisme

A

Stoornis veroorzaakt door insulinetekort, leidend tot te veel glucose in het bloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Begrip metabolisme

A

Ook stoornissen in vet- en eiwitmetabolisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Pathologie en oorzaken
Primaire pancreasaandoeningen
Endocriene pancreas

A
  • Auto-immune vernietiging van de eilandjes (hond) -> zeldzaam.
  • Amyloïdose (eiwitafzetting) van de eilandjes (kat).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Pathologie en oorzaken
Primaire pancreasaandoeningen
Exocriene pancreas

A
  • Pancreatitis (ontsteking + DM).
  • Neoplasie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Pathologie en oorzaken
Secundaire diabetes mellitus
hromoonoverproductie

A
  • Progesteron geïnduceerde GH overproductie (insulineresistentie) (hond).
  • Hypofyse geïnduceerde GH overproductie (kat).
  • Hyperadrenocorticisme (Cushing) (teef+reu).
  • Overmaat groeihormoon door progesteron tijdens de luteale fase of toediening.
  • Neoplasie hypothalamus of hypofyse.
  • Overmaat aan glucocorticoïden door toediening of Cushing syndroom.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Medicatie

A
  • Glucocorticoïden (vooral de langwerkende) -> toename gluconeogenese + insulineresistentie -> hyperglycemie.
  • Progesteron -> GH overproductie (hond) en glucocorticoïd effect (kat).
  • Combinatiebehandeling CS + progesteron vermijden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Obesitas

A
  • Gevoeligheid van de insulinereceptoren daalt, leidend tot insulineresistentie.
  • Verhoogde behoefte aan insuline: β cellen raken uitgeput.
  • Glucose geraakt niet in de cel -> nog meer glucose geproduceerd -> grotere stijging van glucose in bloed: DM.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Gevolgen van Extracellulair Glucoseoverschot
Glucosurie:

A
  • Polyurie.
  • Osmotische diurese: hyponatremie, hypokalemie, hypofosfatemie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gevolgen van Extracellulair Glucoseoverschot
Acidose

A
  • Keton lichamen maken het bloed zuurder -> verlies van kalium -> spierzwakte.
  • Hypertoon plasma -> dehydratatie in de cellen -> hyperglycemisch coma.
  • Langdurige hyperglycemie -> aantasting/verharding bloedvaatjes.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Complicaties

A
  • Cataract: Vertroebeling lens door suiker- en vochtopstapeling.
  • Retinopathie: Aantasting bloedvaatjes van het oog.
  • Neuropathie: Zenuwvezels degenereren, leiden tot spierzwakte en plantigrade stand.
  • Intracellulair Tekort aan Glucose:
  • Lipolyse: Afbraak vetten -> ketonen -> acidose.
  • Gewichtsverlies, ketonemie, ketoacidotisch coma, hyperlipemie (fatty liver).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Type DM en Voorkomen bij Huisdieren

A
  • Type 1 DM: Onvoldoende insuline productie, vnl. honden, soms katten.
  • Type 2 DM: Insulineresistentie, meest voorkomend bij katten, ras: Burmees.
  • Type 3 DM (secundair): Daling insulinesecretie of gewijzigde werking (cortisol, groeihormoon).
  • Voorkomen bij Honden: Vnl. middelbare leeftijd, vrouwelijke honden (endo+exogeen progesteron), mannelijke honden (Cushing), genetische factoren (bv. Cocker Spaniel, King Charles Spaniel, Teckel, Miniatuurpoedel, Terriërs, Schnauzers, Beagles, Samoyeed, Rottweiler).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Symptomen
Honden

A

Polyurie, polydipsie, glucosurie, energieverlies, gewichtsverlies, ketonemie, anorexie, braken, depressie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Symptomen
Katten

A

Pu/pd, vermagering ondanks polyfagie, plantigrade stand, symptomen vergelijkbaar met hyperthyroïdie.

17
Q

Diagnose

A
  • Urineonderzoek: Polyurie, lage densiteit, ketonurie, soms cystitis.
  • Plasma biochemie: Hyperglycemie, hyperlipidemie, indien pancreatitis: toename amylase en lipase.
  • Teststrips: Voor bepaling plasmaglucose en urineglucose (ketonen OK, glucose afgeraden bij insulinedosis aanpassing -> SOMOGYI-effect).
  • Fructosamine bij katten: Geeft beeld van glycemie over laatste 2-3 weken.
18
Q

Behandeling
insuline

A
  • Honden: Caninsulin®, Prozinc®.
  • Katten: Caninsulin®, ProZinc®.
19
Q

Behandeling
Dieet

A
  • Constant in hoeveelheid en samenstelling.
  • Geen tussendoortjes.
  • Specifieke voeding (bv. Royal Canin Diabetic, Hill’s w/d).
20
Q

Behandeling
Orale medicatie

A

Glyzipide, glyburide (beperkt resultaat).

21
Q

Behandelingsschema
Honden en katten

A
  • Insuline toedienen na maaltijd.
  • Eerste maaltijd samen met insuline injectie, tweede maaltijd 12 uur later.
  • Eigenaar moet aandacht hebben voor mogelijke hypoglycemie.
  • Regelmatige plasma glucosebepalingen.
22
Q

Prognose

A
  • Honden: Soms moeilijk te reguleren, soms 2 injecties per dag nodig.
  • Katten: Vaak jarenlang zonder problemen op dezelfde dosering, soms remissie (geen insuline nodig).
23
Q

Hypoglycemie

A
  • Oorzaken: Overdosis insuline, anorexie, braken, stress.
  • Symptomen: Honger, angst, verwarring, ataxie, convulsies.
  • Behandeling: Glucosepoeder, honing onder tong, voedsel na glucose.