Endocrien deel pancreas Flashcards

1
Q

De pancreas

A
  • Lange lichtroze klier vlakbij duodenum
  • Twee delen: exocrien en endocrien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Exocrien deel van de pancreas

A
  • Produceert spijsverteringsenzymen die voedselpartikels afbreken
  • Voedselpassage in dunne darm verhoogt de glucoseconcentratie in het bloed
  • Verhoogde bloedglucose stimuleert het endocriene deel van de pancreas om insuline te produceren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Endocrien deel van de pancreas

A
  • Productie van insuline:
  • Bevordert opname van glucose
  • Stimuleert gebruik van glucose
  • Bevordert opslag van glucose
  • Verlaging van bloedglucoseconcentratie vermindert insulineproductie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Locatie van de pancreas

A

Gelegen tussen maag en duodenum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Eilandjes van Langerhans

A
  • Endocrien deel van de pancreas
  • Bevat vier celtypes:
  • β-cellen (beta-cellen)
  • α-cellen (alfa-cellen)
  • δ-cellen (delta-cellen)
  • PP-cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

β-cellen (beta-cellen)

A
  • Produceren insuline
  • Vrijgesteld bij hyperglycemie (verhoogde bloedglucose)
  • Verbetert opname van glucose, vetzuren, aminozuren, kalium en magnesium naar de weefsels -> verlaagt bloedglucose
  • Verbetert glycogeensynthese in lever en spieren -> snel aanspreekbare energievoorraad
  • Remt glucoseproductie door glycogenolyse en gluconeogenese te remmen
  • Remt lipolyse, ketogenese en eiwitafbraak
  • Stimuleert glucagonvrijstelling om glucosehomeostase te behouden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

α-cellen (alfa-cellen)

A
  • Produceren glucagon
  • Vrijgesteld bij hypoglycemie (lage bloedglucose)
  • Inhibeert acties van insuline -> verhoogt bloedglucose
  • Stimuleert insulinevrijstelling
  • Bevordert glycogenolyse: ontleding van glycogeen tot glucose
  • Stimuleert gluconeogenese: vorming van glucose uit eiwitten en vetten o.i.v. cortisol uit de bijnierschors
  • Verhoogt bloedsuiker door glycogenolyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

δ-cellen (delta-cellen)

A
  • Produceren somatostatine
  • Controleert vrijstelling van insuline en glucagon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

PP-cellen

A

Produceren pancreaspolypeptide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Exocrien deel van de pancreas

A

Afvoergangen naar duodenum met secreties: amylase en lipase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly