Cushing Flashcards

1
Q

Hyperadrenocorticisme (Cushing)

A
  • Overproductie van glucocorticoïden
  • Veel bij hond, zelden bij kat
  • Endogene vormen: ACTH afhankelijk en onafhankelijk
  • Exogene vorm: iatrogeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Symptomen hond

A
  • PU/PD
  • Polyfagie
  • Abdominale vergroting (pot-bellie)
  • Leververgroting
  • Spieratrofie/zwakte
  • Lethargie, slechte uithouding, warmte-intolerantie
  • Huidveranderingen, alopecie, persisterende anoestrus, testiculaire atrofie
  • Calcinosis cutis, myotonie, neurologische symptomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Symptomen Kat

A
  • Minder uitgesproken dan bij hond
  • Huidveranderingen, minder PU/PD
  • Vaak associatie met diabetes mellitus
  • Toename abdominaal volume, polyfagie, alopecie, spieratrofie, obesitas, hepatomegalie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Diagnose

A
  • Klinische symptomen
  • Bloed/urine onderzoek
  • Medische beeldvorming
  • Hormoontesten (low-dose en high-dose dexamethasone suppressietest, ochtendurine cortisol/creatine ratio)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Low-dose dexamethasone suppressietest

A
  • Test gevoeligheid van hypothalamus-hypofyse-bijnieras op lage dosis glucocorticoïden
  • Gezonde honden: cortisol onderdrukt
  • Honden met Cushing: cortisol blijft hoog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

High-dose dexamethasone suppressietest

A
  • Verschil tussen ACTH afhankelijke en onafhankelijke vorm
  • ACTH afhankelijk: cortisolproductie verminderd
  • ACTH onafhankelijk: autonome cortisolproductie, niet beïnvloedbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ochtendurine cortisol/creatine ratio

A
  • Verschil tussen ACTH afhankelijke en onafhankelijke vorm
  • Urinestalen thuis verzameld op hetzelfde tijdstip
  • Na dexamethasone toediening: >50% daling = hypofysetumor, <50% daling = hypofyse- of bijnierschorstumor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Behandeling

A
  • ACTH afhankelijk: hypofysectomie (Utrecht), Vetoryl® (Trilostane)
  • ACTH onafhankelijk: bilaterale adrenolectomie, unilaterale adrenalectomie
  • Bijniertumor: unilaterale adrenalectomie met initiële glucocorticoïd toediening, daarna OK
  • Vetoryl®: reversibele blokkade van steroïdensynthese, levenslange behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Prognose

A
  • Hond: goede controle mogelijk
  • Kat: gereserveerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Exogene vorm van hyperadrenocorticisme (iatrogeen)

A
  • Oorzaken: langdurige corticosteroïden voor allergie, auto-immune aandoeningen, ontstekingen, tumoren
  • Symptomen: PU/PD, polyfagie, later obesitas, spierzwakte, huidatrofie
  • Geleidelijk stoppen met corticosteroïden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Medulla van de bijnieren

A
  • Productie van catecholamines: adrenaline, noradrenaline
  • Zelden tumoren (pheochromocytoma)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly