Hoorcollege 7 C

Question 1

Noem de vier families van protozoa

Answer 1

1. Amoebozoa
2. Flagellata
3. Ciliophora
4. Apicomplexa

Question 2

Noem een amoebozoa.

Answer 2

Entamoeba. Maakt cystes en zorgt voor diarree.

Question 3

Noem 3 flagellata protozoa

Answer 3

Trypanosomes (bloed parasiet)
Giardia (diarree)
Trichomonas (urineweginfecties)

Question 4

Noem een ciliophora

Answer 4

Paramecium. Dit zijn (alle ciliophora) pantoffeldiertjes. Ze zijn niet pathogeen.

Question 5

Noem 2 Apicomplexa protozoa

Answer 5

Toxiplasma (blindheid)
Plasmodium (malaria, bloedarmoede)

Apicomplexa hebben primitieve mitochondriën, terwijl de rest dit niet heeft.

Question 6

Hoe werkt metronidazole?

Answer 6

Remt de DNA synthese van de protozoa (Amoebozoa en Flagellata). Wordt gebruikt voor de behandeling van giardia in honden en katten

Question 7

Hoe werkt atovaquine?

Answer 7

Remt bij protozoa (apicomplexa) de mitochondriale elektronen transport. Wordt gebruikt bij toxoplasmosis, malaria, babesia. Alleen de apicomplexa van de protozoa heeft mitochondriën. De mitochondriën zijn wel minder functioneel dan in onze eukaryotische cel.

Question 8

Hoe werkt Iodoquinol?

Answer 8

Bindt (alleen in de darm) bij protozoa ijzer. Het is werkzaam tegen flagellata in darmen zoals giardia, trichomonas vaginalis. Bacteriën zijn hier ook gevoelig voor, dus de darmflora kan ook worden aangetast.

Question 9

Noem de twee belangrijke phyla binnen de helminthen, Verdeel ze ook in drie groepen.

Answer 9

1. Nematoden (rondwormen)
2. Platyhelminthen (platwormen)

• Cestoda (lintwormen)
• Nematoda (rondwormen)
• Trematoda (zuigwormen)

Question 10

Zijn antihelminthica worm specifiek? Hoe duur is het ontwikkelen van antihelminthica? Welke andere methode is er om worminfecties te voorkomen?

Answer 10

In tegenstelling tot de protozoa zijn helminthen groot en complex. De middelen die gebruikt worden zijn vaak worm specifiek. Het ontwikelen van een middel tegen zo’n helminthe kost meer dan 100 miljoen US dollars. Het ontwikkelen van een vaccin is goedkoper en werd daarom altijd meer gebruikt

Question 11

Noem 5 antihelmintica die tegen rondwormen werken.

Answer 11

Piperazine afgeleiden
Ivermectine
Benzimidazole afgeleiden
Vinylpyrimidine afgeliden
Imidazothiazoles

Question 12

Noem een antihelminthicum tegen trematoden en geef aan wat dit medicijn doet.

Answer 12

Praziquintel. Veroorzaakt een verandering van de permeabiliteit van de worm, waarna ze sterven.

Question 13

Noem een antihelminthicum tegen cestoden en geef aan wat dit medicijn doet.

Answer 13

Niclosamide. Dit ontkoppelt de oxidatieve fosforylering waardoor de hoeveelheid ATP vermindert.

Question 14

Noem twee peperazine afgeleiden, geef ook aan hoe ze werken.

Answer 14

Piperazine citraat en diethycarbamazine citraat. Verlammen de parasieten waardoor ze via de faeces uit het lichaam kunnen worden verdreven. Werken tegen nematoden.

Question 15

Wat doet Ivermectine?

Answer 15

Veroorzaakt neurologische schade aan de parasiet resulterend in verlamming en dood. Werkt tegen de meeste darm wormen, behalve de cestoda.

Question 16

Noem een voorbeeld van een benzimidazole afgeleide en geef aan hoe dit werkt.

Answer 16

Mebendazole. Remt opname van glucose en andere nutriënten door de worm, wat leidt tot autolysis en de dood van de worm. Actief tegen cestoda en nematoden

Question 17

Noem een voorbeeld van een vinylpyrimidine afgeleide en geef aan hoe dit werkt.

Answer 17

Levimasole. Remt fumarate reductase, wat een belangrijk enzym is in het energie metabolisme. Hierdoor treedt verlamming op en kan de worm worden geëlimineerd. Werkt tegen nematoden.

Question 18

Hoe werkt resistentie tegen antiparasitaire middelen?

Answer 18

Er kunnen mutaties komen in het aangrijpingspunt, maar hiervan is de frequentie laag in vergelijking met bacteriën en virussen. Ook efflux pompen kunnen bijdragen aan resistentie. Vooral de helminthen kunnen gebruik maken van alternatieve metabole routes dankzij het grote genoom. Anhelmintica en antiprotozoa moeten daarom selectief gebruikt worden.

Alternatieven op de antiparasitica zijn vaccinaties, fokprogramma’s, aanpassingen in de voeding en pasteurisatie management.